32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 452 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer over informatie die naar voren is gekomen bij de afhandeling van een verzoek op grond van de Wet Openbaarheid van bestuur (Wob) over contacten tussen EZK, waaronder de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), en de American Chamber of Commerce in Nederland (AmCham). Eerder heeft uw Kamer vragen gesteld over deze contacten.1 In deze brief licht ik de betreffende informatie toe en schets ik enkele relevante vervolgstappen. De openbaar gemaakte documenten zijn te vinden op rijksoverheid.nl.2

Bij het Ministerie van EZK is, op grond van Wob, een verzoek binnengekomen om documenten openbaar te maken inzake de AmCham. Onder dit verzoek vallen ook de documenten die aanwezig zijn bij de NFIA. De NFIA is een uitvoeringsorganisatie onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van EZK, en onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De NFIA is verantwoordelijk voor de internationale promotie van Nederland als vestigingslocatie voor bedrijven.3

De AmCham is een vereniging van Amerikaanse bedrijven die in Nederland zijn gevestigd en actief in de belangenbehartiging. Op 1 juli 2020 heeft de toenmalig Minister van EZK vragen van uw Kamer beantwoord over de deelname van NFIA aan de Tax Committee van de AmCham.4 Daarbij is onder meer aangegeven dat NFIA als onderdeel van haar signaalfunctie, die gericht is op het ophalen van signalen over de ontwikkeling van het Nederlandse vestigingsklimaat, als toehoorder deelneemt aan deze Tax Committee.

Binnen de bijna 800 documenten die onderdeel zijn van dit Wob-verzoek, is een beperkt aantal documenten aangetroffen uit 2018 waarin informatie staat die buiten de signaalfunctie van de NFIA valt. Eén NFIA-medewerker heeft in deze mails buiten het reguliere overleg van de Tax Committee, maar wel met personen uit diezelfde Committee van AmCham, contacten gehad over het agenderen van consequenties voor buitenlandse bedrijven van veranderende belastingregels in Nederland. Dit past niet bij de rol en functie van NFIA en bij de werkwijze van de NFIA zoals vastgelegd in de Code of Conduct.5 De betreffende NFIA-medewerker is hier formeel op aangesproken. Ik hecht eraan hieraan toe te voegen dat de betreffende mails een uitzondering zijn op de vele dagelijkse contacten die de NFIA heeft met partijen uit het veld en die binnen haar rol en (signaal)functie vallen. Dat beeld wordt ook bevestigd door de overige stukken die bij dit Wob-besluit zijn verstrekt. De signaalfunctie van NFIA betekent dat zij bij externen signalen ophaalt over het Nederlandse vestigingsklimaat en over hoe beleid in de praktijk uitpakt. Het meedenken met deze partijen over hun belangenbehartiging behoort daar expliciet niet toe.

De signaalfunctie van NFIA is van belang omdat hierdoor inzicht wordt verkregen in hoe bedrijven, die nu al met reële economische activiteiten in Nederland zijn gevestigd of dit overwegen, naar Nederland als (potentiële) vestigingslocatie kijken. Er mag naar de toekomst toe geen twijfel bestaan over deze signaalfunctie. Daarom is naar aanleiding van dit Wob-verzoek besloten dat NFIA per direct niet meer als toehoorder deelneemt aan de Tax Committee van AmCham. Daarnaast wordt de invulling van de signaalfunctie een nog prominenter onderwerp bij de jaarlijkse integriteitsbijeenkomsten van de NFIA en komt het sterker terug in de personeelsgesprekken.

Tot slot hecht ik eraan dat de NFIA, als onderdeel van haar signaalfunctie, wel contacten met AmCham en in Nederland gevestigde Amerikaanse bedrijven houdt. Ik vind het belangrijk om, via de NFIA, ook van deze partijen praktijksignalen over de ontwikkeling van het vestigingsklimaat te horen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ’t Wout

Naar boven