Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over informatie die naar voren is gekomen bij
de afhandeling van een verzoek op grond van de Wet Openbaarheid van bestuur (Wob)
over contacten tussen EZK, waaronder de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), en de American Chamber of Commerce in Nederland (AmCham). Eerder heeft uw Kamer vragen gesteld over deze contacten.1 In deze brief licht ik de betreffende informatie toe en schets ik enkele relevante
vervolgstappen. De openbaar gemaakte documenten zijn te vinden op rijksoverheid.nl.2
Bij het Ministerie van EZK is, op grond van Wob, een verzoek binnengekomen om documenten
openbaar te maken inzake de AmCham. Onder dit verzoek vallen ook de documenten die
aanwezig zijn bij de NFIA. De NFIA is een uitvoeringsorganisatie onder verantwoordelijkheid
van het Ministerie van EZK, en onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
De NFIA is verantwoordelijk voor de internationale promotie van Nederland als vestigingslocatie
voor bedrijven.3
De AmCham is een vereniging van Amerikaanse bedrijven die in Nederland zijn gevestigd
en actief in de belangenbehartiging. Op 1 juli 2020 heeft de toenmalig Minister van
EZK vragen van uw Kamer beantwoord over de deelname van NFIA aan de Tax Committee van de AmCham.4 Daarbij is onder meer aangegeven dat NFIA als onderdeel van haar signaalfunctie,
die gericht is op het ophalen van signalen over de ontwikkeling van het Nederlandse
vestigingsklimaat, als toehoorder deelneemt aan deze Tax Committee.
Binnen de bijna 800 documenten die onderdeel zijn van dit Wob-verzoek, is een beperkt
aantal documenten aangetroffen uit 2018 waarin informatie staat die buiten de signaalfunctie
van de NFIA valt. Eén NFIA-medewerker heeft in deze mails buiten het reguliere overleg
van de Tax Committee, maar wel met personen uit diezelfde Committee van AmCham, contacten gehad over het agenderen van consequenties voor buitenlandse
bedrijven van veranderende belastingregels in Nederland. Dit past niet bij de rol
en functie van NFIA en bij de werkwijze van de NFIA zoals vastgelegd in de Code of Conduct.5 De betreffende NFIA-medewerker is hier formeel op aangesproken. Ik hecht eraan hieraan
toe te voegen dat de betreffende mails een uitzondering zijn op de vele dagelijkse
contacten die de NFIA heeft met partijen uit het veld en die binnen haar rol en (signaal)functie
vallen. Dat beeld wordt ook bevestigd door de overige stukken die bij dit Wob-besluit
zijn verstrekt. De signaalfunctie van NFIA betekent dat zij bij externen signalen
ophaalt over het Nederlandse vestigingsklimaat en over hoe beleid in de praktijk uitpakt.
Het meedenken met deze partijen over hun belangenbehartiging behoort daar expliciet
niet toe.
De signaalfunctie van NFIA is van belang omdat hierdoor inzicht wordt verkregen in
hoe bedrijven, die nu al met reële economische activiteiten in Nederland zijn gevestigd
of dit overwegen, naar Nederland als (potentiële) vestigingslocatie kijken. Er mag
naar de toekomst toe geen twijfel bestaan over deze signaalfunctie. Daarom is naar
aanleiding van dit Wob-verzoek besloten dat NFIA per direct niet meer als toehoorder
deelneemt aan de Tax Committee van AmCham. Daarnaast wordt de invulling van de signaalfunctie een nog prominenter
onderwerp bij de jaarlijkse integriteitsbijeenkomsten van de NFIA en komt het sterker
terug in de personeelsgesprekken.
Tot slot hecht ik eraan dat de NFIA, als onderdeel van haar signaalfunctie, wel contacten
met AmCham en in Nederland gevestigde Amerikaanse bedrijven houdt. Ik vind het belangrijk
om, via de NFIA, ook van deze partijen praktijksignalen over de ontwikkeling van het
vestigingsklimaat te horen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ’t Wout