Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2011
De vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en innovatie heeft mij verzocht haar te informeren over mijn inzet
ten aanzien van de Europese regelgeving betreffende biologische teelt in de glastuinbouw.
Eerder dit jaar heb ik u per brief (Kamerstuk 32 627, nr. 2) gemeld dat de Europese Commissie het voornemen had om dit najaar de biologische glastuinbouw nader te bespreken. De Commissie
heeft de biologische glastuinbouw echter nog niet op de agenda gezet. Het is de verwachting dat dit eind 2012 zal gebeuren.
Als de Commissie in 2012 met haar voorstel komt, zal ik mijn standpunt bepalen en uw Kamer daarover informeren.
In de voorbereiding van mijn standpuntbepaling voer ik overleg met de betrokken sectoren. Een van de onderwerpen die besproken
zal worden, is de biologische teeltwijze. Vraag die speelt is of de teelt in de volle grond moet blijven plaatsvinden, conform
de huidige Europese verplichting of dat natuurlijke substraatteelt ook moet worden toegestaan. Binnen en buiten de biologische
sector wordt over dit onderwerp gediscussieerd. Ik heb hierover overleg gehad met partijen als Bionext als vertegenwoordiger
van de biologische sector maar ook met Pura Natura als vertegenwoordiger van tuinders voor het toestaan van natuurlijk substraat
binnen de biologische regelgeving.
In de discussie over dit onderwerp vind ik het van belang te weten hoe duurzaam natuurlijke substraatteelt is ten opzichte
van telen in de grond. Dat inzicht is nog niet voorhanden omdat de WUR momenteel nog geen toereikende instrumenten beschikbaar
heeft om een Life Cycle Analysis te kunnen uitvoeren. Zodra die voorhanden is zal ik de WUR vragen deze analyse te verrichten.
Een Canadees LCA onderzoek naar verschillen tussen teeltmethoden in de glastuinbouw loopt nog.
Ook de internationale context is van belang. Zo pleit bijvoorbeeld Denemarken voor het toestaan van telen op natuurlijk substraat,
wat daar al een bestaande praktijk is. Vele andere lidstaten zijn hier op tegen, waaronder Duitsland, onze grootste afzetmarkt
voor biologische producten.
Verder is in de biologische regelgeving van de VS telen op natuurlijk substraat toegestaan. De groep Pura Natura tuinders
exporteren onder het label «USDA organic» hun NOP-gecertificeerde producten naar de VS.
Gelet op het voorgaande wacht ik de onderzoeksresultaten en de voorstellen van de Europese Commissie af. Zodra deze er zijn,
zal ik u nader informeren over het standpunt van het kabinet.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker