32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 61 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2012

Met deze brief wil ik u informeren over mijn recente bezoek aan Jemen en Qatar.

Jemen

Op 11 en 12 maart jl. bracht ik een bezoek aan Sana’a, Jemen. Dit bezoek stond in het teken van de politieke transitie in Jemen, de stapsgewijze hervatting van onze ontwikkelingsrelatie met de Jemenitische autoriteiten (zie mijn brief Kamerstuk 32 623, nr. 59 d.d. 3 februari jl.) en de verdere invulling van ons ontwikkelingsprogramma in Jemen. Ik wilde met eigen ogen zien hoe de situatie momenteel is in de hoofdstad, steun tonen voor het transitieproces en bespreken hoe wij kunnen bijdragen aan een vreedzaam transitieproces in aanloop naar de verkiezingen in 2014.

Naast gesprekken met President Hadi en minister van Buitenlandse Zaken Al Qirbi, Premier Basindwa en Minister van Planning en Internationale Samenwerking Al-Saadi, heb ik gesproken met de Ministers van Mensenrechten Mashoor en Juridische Zaken Al-Mikhlafi en plaatsvervangend Minister van Financiën Yakoub. Daarnaast sprak ik met westerse en Arabische ambassadeurs, vertegenwoordigers van VN en Wereldbank, met jongeren en vertegenwoordigers van NGO’s, waaronder Nobelprijswinnares Tawakkol Karman in haar tent op Change Square. Daarnaast heb ik een bezoek gebracht aan een geboortekliniek van Marie Stopes die mede met Nederlandse ondersteuning is opgezet.

Het beeld dat ik heb gekregen is dat van een interim regering die zich onder moeilijke omstandigheden en met beperkte middelen inzet voor een betere toekomst van de bevolking van Jemen. De problemen in Jemen zijn groot en betreffen niet alleen de politieke situatie maar ook de sociaaleconomische omstandigheden en de veiligheidssituatie.

Met het vertrek van President Saleh en het aantreden van de interim regering van nationale eenheid is een eerste stap gemaakt in het transitieproces. Het is nu aan deze regering om de verdere transitie vorm te geven. Ik heb daarbij benadrukt dat het van belang is dat er een verzoeningsproces plaatsvindt, inclusief een vorm van transitional justice, waarbij de plegers van mensenrechtenschendingen ter verantwoording gehouden moeten worden voor hun daden. Dit punt werd ook benadrukt door vertegenwoordigers van Jemenitische NGO’s die ik sprak en door Mevrouw Tawakkol Karman. Nederland beziet de mogelijkheden om bij te dragen aan het opzetten van een systeem voor transitional justice in Jemen.

Daarnaast is het van belang dat alle groepen in de samenleving – inclusief jongeren, vrouwen en opstandelingen uit noordelijk en zuidelijk Jemen – worden betrokken bij de nationale dialoog die, onder andere, het wettelijk kader voor de parlementaire en presidentiele verkiezingen in 2014 zal voorbereiden. De jongeren en vertegenwoordigers van NGO’s die ik sprak, waren allen bereid om aan deze dialoog deel te nemen. Nederland en andere donoren dragen momenteel bij aan het voorbereiden van deze groepen op deelname aan de nationale dialoog.

Zowel bij de Premier als bij de ministers van Mensenrechten en Juridische Zaken heb ik benadrukt dat Nederland hecht aan de bescherming van religieuze en andere minderheden. Daar is goede nota van genomen. Mij werd verzekerd dat in Jemen de vrijheid van godsdienst, die in de Grondwet is verankerd, ook wordt gerespecteerd.

De levensomstandigheden van de Jemenitische burgers zijn ernstig verslechterd het afgelopen jaar. Niet alleen is de economie gekrompen en de (jeugd)werkloosheid verder toegenomen, ook de humanitaire situatie is verslechterd en is ronduit ernstig. De regering van Jemen stelt in samenwerking met de Wereldbank, de VN, de EU en de Islamic Development Bank momenteel een gezamenlijk rapport op over de sociale en economische omstandigheden en werkt daarnaast aan een ontwikkelingsplan voor de komende twee jaar. Deze zullen besproken worden tijdens de vergadering van de Friends of Yemen (gepland voor mei dit jaar) en een vergadering met donoren onder leiding van de Wereldbank (Consultative Group, voorzien voor juli dit jaar). Nederland zal aan beide vergaderingen actief deelnemen.

Ik heb bevestigd dat Nederland de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met de Jemenitische overheid stapsgewijs zal hervatten. Een stabiel Jemen is immers niet alleen in het belang van de Jemenieten maar ook in het belang van Nederland zelf. Ik heb daarbij ook gewezen op de mogelijkheden van samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven. Voordat een dergelijke samenwerking goed van de grond zou kunnen komen, moet echter eerst de veiligheid in Jemen verder verbeteren.

De President en de Minister van Planning waren van mening dat het juist voor het verbeteren van de veiligheid van belang is dat de burgers weer vertrouwen krijgen in de regering. Dit vertrouwen zou onder andere hersteld moeten worden door sociaaleconomisch herstel en het leveren van basisdiensten zoals elektriciteit, water, onderwijs en gezondheidszorg. Nederland zal de komende jaren bijdragen aan het verbeteren van veiligheid en rechtsorde, waterbeheer en reproductieve gezondheidszorg in Jemen, inclusief gender en goed bestuur.

Het bezoek aan de geboortekliniek van Marie Stopes liet zien dat een gerichte investering in kennis en middelen met een capabele partner goede resultaten kan boeken. Met een relatief bescheiden bijdrage van Nederland zijn tot nu toe 10 klinieken voor reproductieve gezondheidszorg (met name family planning) opgezet, zijn verloskundigen getraind en krijgen jongeren seksuele voorlichting. In de tweede helft van 2011 zijn meer dan 64 800 vrouwen naar deze klinieken gekomen om hun zwangerschap te laten begeleiden of om voorbehoedsmiddelen te krijgen. Geboortebeperking is van groot belang in een land als Jemen, waar de hoge bevolkingsgroei (3%) zorgt voor een steeds grotere druk op de schaarse middelen.

Qatar

Op 14 en 15 maart bracht ik een jaar na het succesvolle staatsbezoek aan Qatar een bezoek aan Doha. Tijdens het bezoek wilde ik mij oriënteren op de rol van Qatar als «nieuwe donor» en mogelijkheden verkennen concrete samenwerking aan te gaan. Qatar maakt een snelle economische ontwikkeling door en manifesteert zich in toenemende mate op het internationale toneel. Ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt Qatar steeds actiever, zowel in Azië als Afrika. Ik zie dan ook veel toekomst in het sluiten van nieuwe allianties met landen als Qatar. Tijdens mijn gesprekken bleek ook dat Qatar interesse heeft in de ervaringen van een donorland als Nederland en mogelijkheden ziet samenwerking aan te gaan.

Ik sprak onder andere met Premier en Minister van Buitenlandse Zaken, Sheikh Hamad bin Jassim Bin Jabr Al-Thani, Minister van Staat voor Buitenlandse Zaken, Dr Khaled Al-Attiya, andere overheidsvertegenwoordigers, academici en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Tijdens het bezoek is veel aandacht besteed aan de mogelijkheid voor samenwerking van Nederland met Qatar op het gebied van voedselzekerheid in Afrika.

De gesprekspartners gaven aan dat Qatar niet alleen zelf minder afhankelijk wil worden van voedselimporten door het promoten van een eigen intensieve voedsellandbouw, maar ook een constructieve rol wil spelen bij het bevorderen van voedselzekerheid in arme landen. Ten aanzien van die laatste doelstelling is overeengekomen dat beide landen gezamenlijk onderzoeken of zij de inspanningen op dat terrein kunnen versterken. Qatar realiseert zich dat het met Nederland als partner toegang krijgt tot waardevolle ervaringen in Afrika, terwijl Nederland graag wil laten zien dat het effectief kan zijn om bij het bevorderen van voedselzekerheid in Afrika allianties aan te gaan met nieuwe, opkomende donoren.

Ik heb mijn interesse uitgesproken om een partnerschap tussen Qatar en Nederland verder te helpen ontwikkelen en heb bevestigd dat we onze ervaringen met het stimuleren en verbeteren van voedselzekerheid in arme landen graag met Qatar delen. Afgesproken is dat een delegatie uit Qatar spoedig een bezoek aan Nederland zal brengen om inzicht te verkrijgen in de Nederlandse kennis en kunde op dit terrein. Daarnaast zal Nederland in mei a.s. op uitnodiging van Qatar deelnemen aan een workshop in Doha ter voorbereiding van de lancering van de Global Dry Land Alliance later dit jaar.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Naar boven