32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2011

Met deze brief informeer ik u, conform het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Defensie, wat het besluit tot verlenging en het informeren van de Kamer betekent voor de operaties van de Nederlandse eenheden die deelnemen aan de Operatie Unified Protector (OUP).

Op 21 september 2011, direct nadat de NAVO had besloten OUP te verlengen, bent u door middel van een artikel 100-brief geïnformeerd over het besluit van het kabinet de Nederlandse bijdrage met drie maanden te verlengen (kamerstuk 32 623, nr. 47). De termijn voor de huidige bijdrage aan OUP verstrijkt op 23 september a.s. Met inachtneming van artikel 100 van de Grondwet heeft het kabinet de Kamer voorafgaand aan de hernieuwde verlenging geïnformeerd.

Het verlengingsbesluit sluit aan bij de consistente benadering die het kabinet het afgelopen jaar, verzekerd van de steun van een ruime Kamermeerderheid, heeft gevolgd. Gezien de fase waarin het conflict in Libië zich thans bevindt – wellicht komt dit binnen enkele weken, of zelfs dagen ten einde – is het van groot belang dat de bondgenoten hun inspanningen op overtuigende wijze gezamenlijk voortzetten. De bescherming van de burgerbevolking blijft bovendien onverminderd van belang. Zowel de NTC als de Verenigde Naties bevestigt dit. Om deze redenen gaat de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan OUP op 24 september in.

Het kabinet beseft dat door het moment van informatieverstrekking de Kamer slechts beperkt de mogelijkheid heeft voor aanvang van de nieuwe deelnametermijn met het kabinet van gedachten te wisselen over het in de artikel 100-brief verwoorde besluit. In het licht van de omstandigheden vragen wij Uw Kamer begrip voor deze uitzondering op de praktijk. De voorziene inzet van de Nederlandse eenheden zal tot aan het algemeen overleg op 28 september a.s. overigens beperkt zijn. Het kabinet hecht sterk aan het oordeel van de Kamer en hoopt tijdens het algemeen overleg steun te verkrijgen voor de Nederlandse militaire inzet in de eindfase van OUP.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven