Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2011
In uw brief van 11 februari (2011Z02090) hebt u gevraagd om een concretere duiding van beleidsvoornemens die wij, ter voorbereiding op het planningsoverleg van 2 februari
jongstleden, hebben aangekondigd in onze planningsbrieven:
– Zorg die werkt: de beleidsdoelstellingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstukken II 2010/11, 32 620, nr. 1); en
– Vertrouwen in de zorg: de beleidsdoelstellingen van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamerstukken II
2010/11, 32 620, nr. 2)
In de beide brieven zijn wij al vroeg in onze kabinetsperiode uitgebreid ingegaan op onze ambities om zorg, in zijn volle
breedte, in de komende vier jaar te verbeteren. Deze brieven zijn tevens voorzien van een overzicht van toezeggingen aan uw
Kamer om per onderdeel, voor zover mogelijk, duidelijkheid te verschaffen over op handen zijnde brieven en wetsvoorstellen.
Op basis van deze brieven is het planningsoverleg georganiseerd waarin de beleidsvoornemens verder zijn toegelicht en enkele
van de in de planningsbrieven genoemde data geconcretiseerd.
Het verzoek om een nóg concretere duiding van de aangekondigde beleidsvoornemens is op dit moment lastig te realiseren, en
hiervoor vragen wij uw begrip. Hoofdreden hiervoor is dat er op dit moment simpelweg nog geen specifiekere duiding te geven
valt; wij hebben u dat tijdens het planningsoverleg ook expliciet uitgelegd. Wij hebben u ook uitgelegd dat wij bij het maken
van beleid de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten en dat wij inzetten op kwaliteit.
Dit betekent dat wij in bepaalde situaties, waarin anderen betrokken zijn, afhankelijk zijn van externe factoren als het gaat
om wanneer stukken naar uw Kamer kunnen komen. Bijvoorbeeld wanneer iets eerst in Brussel moet worden afgestemd, of wanneer
een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State moet.
Voor overige in de planningsbrieven genoemde punten kan daarom op dit moment slechts worden gemeld dat zij naar uw Kamer komen
wanneer zij klaar zijn voor verzending.
In de tussentijd zullen wij u in elk geval, desgevraagd en voor zover mogelijk, steeds op de hoogte houden van de laatste
stand van zaken.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers
De staatsscretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner