32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 134 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2014

Voor de zomer heb ik u geïnformeerd over de verdere ontwikkeling en vormgeving van het instrument Voorwaardelijke Toelating (VT) (Kamerstuk 32 620, nr.122). In de betreffende brief heb ik aangegeven dat ik, op basis van de ervaringen met de eerste jaren VT, striktere voorwaarden stel aan een voorwaardelijk toelatingstraject. Zo wil ik dat het Zorginstituut voorafgaand aan een voorwaardelijk toelatingstraject afspraken maakt met alle relevante partijen. Hiermee wil ik met name het risico dat een negatieve pakketbeslissing na een voorwaardelijk toelatingstraject niet op voldoende draagvlak kan rekenen, minimaliseren. Ik beslis pas tot het daadwerkelijk voorwaardelijk toelaten van een interventie indien alle relevante partijen zich schriftelijk aan de afspraken committeren en ik de afspraken voldoende solide vind.

In de brief kondigde ik aan dat ik een kader zou ontwikkelen dat de randvoorwaarden schetst waaraan deze afspraken minimaal moeten voldoen. Conform mijn toezegging in de betreffende Kamerbrief, treft u hierbij ter informatie dit kader aan1. Ik vertrouw erop dat dit kader voldoende duidelijkheid biedt aan de betrokken partijen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven