32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 66 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2012

Met deze brief reageren wij op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 23 december 2011 inzake de voortgang van de transitiefaciliteit in de voormalige partnerlanden.

In deze brief gaan wij nader in op de doelstellingen van de transitiefaciliteit, de achtergrond van de landenkeuze en informeren wij u over de werkwijze van de transitiefaciliteit. Op de landen-specifieke interventies kunnen wij nog niet ingaan, omdat de drie ambassades zijn gevraagd om de transitiestrategieën op 31 januari a.s. aan te leveren. We kunnen u informeren over de voorgenomen richting die de ambassades kiezen. Wanneer de transitie strategieën beoordeeld zijn, zult u hierover nader worden geïnformeerd.

Met deze brief komen wij tegemoet aan de toezegging tijdens het Algemeen Overleg over Latijns Amerika van 20 december 2011.

Doelstellingen

In de «Focusbrief Ontwikkelingssamenwerking» (Kamerstuk 32 605, nr. 2) en de bespreking daarvan in uw Kamer, is aangegeven dat het kabinet met de inzet van de transitiefaciliteit en met behulp van Nederlandse kennis en kunde, de bilaterale relatie met Colombia, Vietnam en Zuid-Afrika wil omvormen van een ontwikkelingsrelatie naar een wederzijds profijtelijke economische relatie. De transitiefaciliteit is een gezamenlijke aanpak – zowel beleidsmatig als financieel – van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

De transitiefaciliteit is geen nieuw instrument, maar bestaat uit een nieuwe en strategische aanpak met geïntegreerde inzet van bestaande Private Sector Development (PSD) instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, economische diplomatie, relevante projecten op de ambassades en bedrijfsleven instrumenten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.

In de transitiefaciliteit zullen de twee financieringsstromen (ODA van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en non-ODA van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie) geoormerkt samenkomen. De beslissingsbevoegdheid over de middelen blijft hierdoor in handen van de respectievelijke ministeries, maar zal in nauw overleg met elkaar ingezet worden, zodat gericht samengewerkt wordt en de verschillende activiteiten (ODA en non-ODA) elkaar kunnen versterken.

De transitie kent in de beginfase een duidelijke ontwikkelingscomponent met activiteiten en uitstraling naar het lokale ondernemersklimaat door middel van de inzet van Nederlandse kennis en kunde. Vanwege deze ontwikkelingscomponent is het opportuun hier beperkte ODA-fondsen voor aan te wenden. Deze ODA-fondsen nemen in de loop der jaren af, terwijl de non-ODA-fondsen vanuit het Ministerie van Economische Zaken Landbouw & Innovatie toenemen. Deze fondsen zijn meer gericht op de versterking van de duurzame handels- en investeringsrelatie, zodat ook de private investeringen in deze landen toenemen.

Landenkeuze

Wij hebben voor Colombia, Vietnam en Zuid Afrika gekozen, omdat in deze landen goede kennis en een relevant netwerk is opgebouwd in de ontwikkelings-samenwerkingsrelatie en omdat het Nederlandse bedrijfsleven groeiende belangstelling heeft voor de handels- en investeringskansen in deze landen. In het lokaal ondernemingsklimaat bestaan wel belemmeringen, waardoor Nederlandse private partijen kansen nog niet optimaal kunnen benutten. Met de transitie-faciliteit werken wij zowel aan het wegnemen van deze belemmeringen, wat positief uitwerkt voor het lokale bedrijfsleven, als aan het vergroten van de omvang van de duurzame handels- en investeringsactiviteiten tussen beide landen. Er bestaat een gedeeld ontwikkelings- en economisch belang.

In de drie snel groeiende economieën wordt ingezet op een zorgvuldige uitfasering van het bilaterale ontwikkelingsprogramma. Via de jarenlang uitgevoerde ontwikkelingsprogramma’s is veel kennis en ervaring in het betreffende land opgedaan en zijn netwerken opgebouwd die relevant zijn voor de versteviging van de economische relatie met het transitieland. Het uitgangspunt van deze economische relatie is samenwerking tussen publieke en private partijen op terreinen waar Nederland meerwaarde biedt, zoals de topsectoren die door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zijn geïdentificeerd als onderscheidend voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Voorbeeld geïdentificeerde kans: Colombia- Water

In Colombia werkt Nederland aan de transitie door de inzet van de Nederlandse watersector bij het verbeteren van het waterbeheer. Nederlandse experts hebben op verzoek van President Santos een diagnose gesteld van de situatie en aanbevelingen gedaan voor een duurzaam waterbeheer. Het imago en de expertise die Nederland heeft opgebouwd over de afgelopen jaren door de ontwikkelingssamenwerking in de milieusector (vooral water) wordt nu ingezet door de Nederlandse watersector actief te betrekken bij het integraal watermanagement in Colombia. Tijdens het bezoek van 13 bedrijven en kennisinstellingen uit de watersector o.l.v. de Nederlandse klimaatgezant aan Colombia, is in het bijzijn van President Santos, het Colombiaans Nederlands Water Partnerschap gelanceerd. Dit partnerschap voorziet in een meerjarige en constructieve samenwerking tussen beide landen in de watersector.

Voortgang

2011 was een opstartjaar voor de Transitiefaciliteit, waarin de ambassades, daarbij ondersteund door uitvoeringspartner Agentschap NL en beide ministeries een inhoudelijke richting voor de transitie uit hebben gewerkt. De drie ambassades zijn gevraagd om naast hun jaarplan voor 2012 een meerjarige transitiestrategie te schrijven.

Daarin zullen de ambassades op basis van hun dialoog met het (lokale) Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen een analyse geven van bestaande belemmeringen in het lokale ondernemingsklimaat. Daarnaast zullen de ambassades de marktkansen voor het Nederlandse bedrijfsleven identificeren. AgentschapNL ondersteunt de ambassades door de vraag vanuit Nederland in deze sectoren in de transitielanden in kaart te brengen.

Vooruitlopend op de strategieën die wij later deze maand ontvangen, kunnen wij u informeren over de voorlopige richtingen die de ambassades hebben gekozen. In Colombia wordt onder meer gefocust op water, duurzame handel en duurzame biomassa. In Zuid-Afrika richt de ambassade zich op water, transport en logistiek en hernieuwbare energie. De ambassade in Vietnam richt zich op water, agrofood en energie.

Wanneer de transitie strategieën, die richtinggevend zijn voor de uitvoering van de transitie in de komende jaren, beoordeeld zijn, zult u hierover nader worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven