Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2013
Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd in de versnelde kabinetsappreciatie van
de MiFID/MiFIR-voorstellen, heb ik mij tijdens de onderhandelingen over het voorstel
tot herschikking van de Richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID) en
van de Verordening markten voor financiële instrumenten (MiFIR) ingezet voor een provisieverbod
voor beleggingsondernemingen op Europees niveau. Voor een dergelijk provisieverbod
is op dit moment echter onvoldoende steun in de Europese Raad en het Europees Parlement.
De huidige compromistekst biedt lidstaten wel de ruimte om additionele maatregelen
te treffen met betrekking tot provisies.1
Nu een verbod op Europees niveau (op korte termijn) niet haalbaar blijkt, heb ik besloten
om – in navolging van het provisieverbod voor financiële dienstverleners dat per 1 januari
2013 van kracht is geworden – nationaal stappen te zetten om provisies voor beleggingsondernemingen
te verbieden.
Momenteel kunnen provisies van o.a. aanbieders van financiële instrumenten (zoals
beleggingsfondsen en gestructureerde producten) er voor zorgen dat de beleggingsonderneming
zich in haar dienstverlening laat leiden door andere belangen dan het klantbelang.
Alleen het transparant maken van provisies zorgt er niet voor dat deze ongewenste
prikkels verdwijnen. Daarom heb ik besloten om zowel het ontvangen als verstrekken
van alle provisies van en aan derden te verbieden. Ik ga dit doen bij de beleggingsdiensten
(individueel) vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only dienstverlening.
Hoewel bij execution only dienstverlening minder sprake is van eventuele sturing door
provisies omdat de klant zelf(standig) kiest voor aan- en verkoop van financiële instrumenten,
kan de selectie van fondsen die wordt aangeboden aan deze klanten wel (mede) bepaald
zijn op basis van provisies. Ook bij execution only dienstverlening kunnen provisies
dus zorgen voor een prikkel om producten te selecteren op basis van de hoogste vergoeding.
Daarnaast kan het uitzonderen van één van de genoemde vormen van dienstverlening,
zoals execution only, leiden tot een ongewenst waterbedeffect waarbij voor beleggingsondernemingen
een prikkel kan ontstaan om klanten richting het bedieningsconcept te sturen waarvoor
nog provisies mogen worden ontvangen. Dit terwijl deze klanten wellicht juist behoefte
hebben aan een ander bedieningsconcept zoals advies.
Net als bij het provisieverbod voor financiële dienstverleners, betaalt de klant straks
zelf direct voor de dienstverlening die hij ontvangt en verdwijnt het risico dat de
beleggingsonderneming vanwege de provisie niet in het belang van de klant handelt.
De klant centraal dus, zoals het hoort. Bovendien maakt directe beloning de kosten
van beleggingsdienstverlening inzichtelijker voor de klant en wordt de beleggingsonderneming
beter in staat gesteld om de onafhankelijkheid richting de klant aan te tonen.
Het provisieverbod voor beleggingsondernemingen zal deel uitmaken van het Wijzigingsbesluit
financiële markten 2014. Dit besluit wordt begin april geconsulteerd en zal naar verwachting
in werking treden per 1 januari 2014.
De minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem