32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 61 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN W.F.E. TE A.2 BETREFFENDE UITSTEL VAN BETALING

Vastgesteld 15 september 2011

Klacht

WFE BV, hierna te noemen verzoekster, klaagt dat de Belastingdienst haar verzoek tot uitstel van betaling of een betalingsregeling voor een belasting-/premieschuld heeft afgewezen.

Feiten

Verzoekster had op 9 februari 2009 een belastingschuld bestaande uit aanslagen loonheffing van € 52 720 met uitzondering van de kosten. Hiervoor had de Belastingdienst met verzoekster een voorlopige betalingsregeling afgesproken met als voorwaarden dat verzoekster € 3 000 per maand zou betalen met ingang van 31 oktober 2009 en de lopende verplichtingen zou bijhouden. In januari 2010 zou de regeling worden herzien. Op de aanvraag van verzoekster van 5 januari 2010 heeft de ontvanger van de Belastingdienst er op 9 februari 2009 mee ingestemd dat verzoekster de eerder overeengekomen betalingsregeling kon voortzetten. Verzoekster moest de lopende verplichtingen bijhouden en kreeg tot 31 augustus 2010 tijd om de gehele belastingschuld te voldoen. Zij moest daarvoor binnen 14 dagen met een gewijzigd betalingsvoorstel komen. De ontvanger van de Belastingdienst heeft het betalingsvoorstel van verzoekster d.d. 3 maart 2010 afgewezen op 2 april 2010. Het beroepschrift van verzoekster tegen deze beschikking is na een hoorgesprek op 1 september 2010 door de directeur van de Belastingdienst op 6 september 2010 eveneens afgewezen.

Overwegingen

Verzoekster voert aan dat de Belastingdienst niet zorgvuldig en consistent heeft gehandeld. Zij is van mening dat gemaakte afspraken om de aflossing van de bestaande schuld te waarborgen, worden gefrustreerd. Zij bestrijdt dat het beroepschrift buiten de termijn van tien dagen is ingediend en vindt dat de directeur van de Belastingdienst de uitspraak op het beroepschrift te laat heeft gedaan.

De staatssecretaris van Financiën stelt zich op het standpunt dat de beschuldigingen van verzoekster niet door feiten worden gestaafd. De Belastingdienst heeft het beroepschrift van verzoekster pas op 27 april 2010 ontvangen en daarmee was het niet ontvankelijk; een ontvangstbevestiging is gestuurd op 28 april 2010. De Belastingdienst heeft het beroepschrift niettemin ambtshalve in behandeling genomen. De Belastingdienst heeft voorlopig uitstel van betaling verleend aan verzoekster en de afgesproken betalingsregeling aanvankelijk voortgezet. Het daarop volgende betalingsvoorstel van verzoekster heeft de ontvanger van de Belastingdienst afgewezen. De directeur van de Belastingdienst heeft bij uitspraak op beroepschrift op 6 september 2010 het beroep hiertegen gemotiveerd afgewezen. Verzoekster heeft immers niet aan de voorwaarden voor het uitstel van betaling voldaan. Bovendien zou in het betalingsvoorstel van verzoekster van 3 maart 2010 de belastingschuld niet binnen twaalf maanden zijn voldaan.

In het kader van de in 2010 overeengekomen betalingsregeling is slechts een beperkt bedrag betaald.

Oordeel van de commissie3

Niet gebleken is dat de Belastingdienst het verzoek tot betalingsregeling dan wel het betalingsvoorstel van verzoekster onzorgvuldig heeft behandeld of zijn beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd. De afwijzing van het betalingsvoorstel is in overeenstemming met het geldende beleid.

De commissie is daarentegen van oordeel dat verzoekster te lang heeft moeten wachten op de uitspraak op beroepschrift tegen de afwijzende beschikking ongeacht of verzoekster hierdoor niet in haar belang is geschaad.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Neppérus

De griffier van de commissie,

De Gier


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter) (VVD), Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA) en Harbers (VVD).

Naar boven