32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 51 VERSLAG OVER HET BURGERINITIATIEF VERBOD OP HONDEN- EN KATTENDIERPROEVEN1

Vastgesteld 19 mei 2011

De commissie,2

overwegende,

dat de initiatiefnemer de Anti Dierproeven Coalitie3 op 8 maart 2011 een burgerinitiatief heeft ingediend met het voorstel om een verbod in te stellen op het gebruik van honden en katten voor dierproefexperimenten, omdat het gebruik van honden en katten voor experimenten betekent dat zij opzettelijk ziek worden gemaakt en worden geïnjecteerd met schadelijke virussen. En omdat honden worden gebruikt voor toxiciteitsonderzoek en katten voor onderzoek van de hersenen waarmee al vele dieren zijn opgeofferd ten behoeve van de wetenschap terwijl er weinig concrete resultaten zijn te melden,

dat het burgerinitiatief voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 9a van het reglement van de commissie, waaronder de voorwaarde dat tenminste 40 000 personen van 18 jaar of ouder van hun steun aan dit burgerinitiatief hebben blijk gegeven door overlegging van een handtekening en persoonsgegevens, omdat de brief is vergezeld van 57 000 schriftelijke handtekeningen van personen van 18 jaar of ouder met de vereiste persoonsgegevens,

dat door dit aantal steunbetuigingen zonder nader onderzoek kan worden aangenomen dat tenminste 40 000 van de ondertekenaars zijn gerechtigd om deel te nemen aan verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, zodat is voldaan aan de voorwaarde genoemd in artikel 10 van het reglement van de commissie,

dat geen van de bezwaren genoemd in artikel 132a tweede lid van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer tegen het in behandeling nemen van dit burgerinitiatief kan worden aangevoerd, met uitzondering van het bezwaar genoemd onder c, houdende de bepaling dat het burgerinitiatief geen onderwerp kan betreffen waarover de Kamer korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen,

dat de algemene beleidslijn van het kabinet-Balkenende IV, voortgezet door het kabinet-Rutte, is gericht op de bescherming van het proefdier en het stimuleren van de ontwikkeling en toepassing van alternatieven voor dierproeven binnen het kader van de drie v’s (vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven), met als uiteindelijk doel het terugdringen van dierproeven,

dat dit beleid onderwerp van bespreking is geweest van een algemeen overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid en Sport (VWS) met de minister van VWS (30 168, nr. 15) over onder andere het standpunt met betrekking tot de Europese dierproevenrichtlijn en de brief van de minister over alternatieven voor dierproeven op 24 september 2009,

dat de Kamer dit beleid op hoofdlijnen heeft ondersteund omdat zij geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om na dit algemeen overleg een uitspraak te doen houdende afkeuring of wijziging van dit beleid,

dat de Kamer tijdens de behandeling van de begroting van VWS voor het jaar 2010 de motie-Ouwehand (32 123 XVI, nr. 69) heeft aangenomen waarin verzocht wordt dat de ethische afweging een prominente plaats wordt gegeven bij de beoordeling van aanvragen voor overheidssubsidies voor wetenschappelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van proefdieren,

dat de Kamer tijdens de behandeling van de begroting van VWS voor het jaar 2011 het amendement-Ouwehand (32 500 XVI, nr. 21) heeft aangenomen waarmee middelen worden gereserveerd voor een kennisinfrastructuur op het gebied van vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven, alsmede de motie-Ouwehand c.s. (32 123 XVI, nr. 68) over oormerken van onderzoeksbudget voor alternatieven voor dierproeven,

dat de Kamer tijdens de behandeling van de begroting van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor 2011 de motie-Ouwehand (32 500 XIII, nr. 136) heeft aangenomen waarin wordt uitgesproken dat innovatiesubsidies op het terrein van levensmiddelentechnologie niet mogen worden gebruikt voor onderzoek met proefdieren,

dat de Kamer ook de motie-Ouwehand/Waalkens (21 501-32, nr. 365) heeft aangenomen die zich conformeerde aan het standpunt van de Europese Commissie over beperking van het gebruik van niet-menselijke primaten in wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van levensbedreigende of gezondheidsondermijnende klinische aandoeningen bij de mens,

dat de Richtlijn betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt is aangenomen op 22 september 2010 waarin ten aanzien van honden en katten is bepaald dat alleen die dieren gebruikt mogen worden die daar speciaal voor gefokt zijn, en dat het geen zwerfdieren en verwilderde exemplaren mag betreffen en dat deze richtlijn uiterlijk 9 november 2012 moet zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving,

dat het geheel van bovengenoemde handelingen moet worden beschouwd als instemming met het beleid tot stimulering van alternatieven voor dierproeven, voor het laatst bevestigd in het najaar van 2010 en kan worden beschouwd als een besluit van de Kamer zoals bedoeld in artikel 132a tweede lid onder c van het Reglement van Orde,

dat het verbod van het gebruik van honden en katten voor dierproeven moet worden geacht onderdeel te zijn van dit gehele beleid met betrekking tot proefdieren en het stimuleren van alternatieven voor dierproeven,

van oordeel,

dat dit burgerinitiatief niet voldoet aan de door de Kamer gestelde voorwaarden;

stelt de Kamer voor:

  • a. dit burgerinitiatief te behandelen als een brief en deze in handen te stellen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. voor het overige over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Neppérus

De griffier van de commissie,

De Gier


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

De commissie bestaat uit de leden: Çörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter) (VVD), Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA) en Harbers (VVD).

X Noot
3

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

Naar boven