32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 32 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN O.A. TE H.2 BETREFFENDE OALT II REGELING

Vastgesteld 9 december 2010

Klacht

Verzoeker klaagt dat er rechtsongelijkheid bestaat tussen de OALT leraren die vallen onder het sociaal plan OALT I en de leraren die vallen onder het sociaal plan van OALT II, zoals hij.

Feiten

Op 1 augustus 2004 is de bekostiging van het Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) beëindigd. Na overleg met werknemers- en werkgeversorganisaties is een sociaal plan OALT II tot stand gekomen. In dit sociaal plan is een regeling opgenomen voor loonsuppletie tot 100% van het oude salaris voor de eerste helft van de periode waarin recht zou bestaan op werkloosheidsuitkering en tot 95% voor de tweede helft van deze periode. Verzoeker is ontslagen in verband met deze beëindiging van de bekostiging OALT en valt daarmee onder de regeling van OALT II.

De regeling voor OALT I bevat de mogelijkheid voor loonsuppletie tot aan de pensioengerechtigde leeftijd met een hoogte van 100% van het oude salaris gedurende de eerste vijf jaar en van 90% daarna. Dit sociaal plan geldt voor OALT leraren die niet kunnen voldoen aan de eis van het voldoende beheersen van het Nederlands om taalondersteuning te kunnen (blijven) geven en daardoor zijn ontslagen.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij is ontslagen als OALT leraar en gedurende vijf jaar loonsuppletie na zijn benoeming tot onderwijsassistent heeft ontvangen. Hij is van mening dat hij niet gelijk wordt behandeld als de OALT leraren die zijn ontslagen omdat zij niet voldeden aan de aangescherpte bekwaamheidseisen en daarmee onder OALT I vielen. Ondanks het behalen van het PABO diploma lukt het hem niet om als bevoegd leerkracht een baan te vinden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt zich op het standpunt dat verzoeker is ontslagen omdat de bekostiging van OALT werd beëindigd. Hij viel daarmee onder OALT II en niet onder OALT I; van rechtsongelijkheid is geen sprake. Achtergrond van de loonsuppletieregeling van OALT I was immers dat deze leraren een beperkte kans hadden om een nieuwe baan op hun oude hoger onderwijsniveau te vinden.

Oordeel van de commissie3

Verzoeker is door het ministerie niet onzorgvuldig of onrechtvaardig behandeld. Hem is loonsuppletie toegekend overeenkomstig de op hem van toepassing zijnde regeling. Er is geen sprake van ongelijke behandeling omdat verzoeker onder een andere regeling valt dan andere OALT leerkrachten.

De commissie betreurt het dat verzoeker er tot nu toe niet in is geslaagd om als bevoegd leerkracht werk te vinden.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter), (VVD), Raak (SP), Wiegman-van Meppelen-Scheppink (CU), Elissen (PVV), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Blanksma-van den Heuvel (CDA) en J. Klijnsma (PvdA).

Naar boven