32 504 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

Nr. 61 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SLOB TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 42

Ontvangen 17 november 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • Bbis. In artikel 3.31, eerste lid, eerste volzin, wordt «kunnen door de belastingplichtige willekeurig worden afgeschreven» vervangen door: kunnen door de belastingplichtige voor 75 percent willekeurig worden afgeschreven.

II

Na artikel I, onderdeel Bbis (nieuw), wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • Bter. In artikel 3.42, derde lid, wordt «44 percent» vervangen door: 41,5 percent.

III

Na artikel I, onderdeel Bter (nieuw), wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • Bquater. In artikel 3.42a, derde lid, worden «40 percent», «30 percent» en «15 percent» vervangen door «36 percent», onderscheidenlijk «27 percent» en «13,5 percent».

IV

Artikel I, onderdeel Dd, vervalt.

V

Artikel I, onderdeel De, vervalt.

VI

Artikel I, onderdeel I, komt te luiden:

  • I. In artikel 8.19, tweede lid, wordt «1,3%» vervangen door: 1%.

VII

Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:

  • J. In artikel 8.20, tweede lid, wordt «1,3%» vervangen door: 1%.

VIII

Na artikel II, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • D. In artikel 8.19, tweede lid, wordt «1%» vervangen door: 0,7%.

IX

Na artikel II, onderdeel D (nieuw), wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • E. In artikel 8.20, tweede lid, wordt «1%» vervangen door: 0,7%.

X

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2013 als volgt gewijzigd:

A.Artikel 3 111 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, eerste volzin, wordt «voorafgaande drie jaren» vervangen door: voorafgaande twee jaren.

2. In het derde lid wordt «daaropvolgende drie jaren» vervangen door: daaropvolgende twee jaren.

B. In artikel 8.19, tweede lid, wordt «0,7%» vervangen door: 0,4%.

C. In artikel 8.20, tweede lid, wordt «0,7%» vervangen door: 0,4%.

XI

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIbis

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2014 als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3.31, eerste lid, eerste volzin, wordt «kunnen door de belastingplichtige voor 75 percent willekeurig worden afgeschreven» vervangen door: kunnen door de belastingplichtige willekeurig worden afgeschreven.

B. In artikel 3.42, derde lid, wordt «41,5 percent» vervangen door: 44 percent.

C. In artikel 3.42a, derde lid, worden «36 percent», «27 percent» en «13,5 percent» vervangen door «40 percent», onderscheidenlijk «30 percent» en «15 percent».

D.Artikel 8.2, onderdelen m en n, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel l door een punt.

E.Artikel 8.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «, de alleenstaande ouderenkorting, de korting voor maatschappelijke beleggingen of de korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen» vervangen door «of de alleenstaande ouderenkorting». Voorts wordt «, de alleenstaande ouderenkorting, de korting voor maatschappelijke beleggingen en de korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen» vervangen door: en de alleenstaande ouderenkorting.

2. In het tweede lid wordt «, de alleenstaande ouderenkorting, de korting voor maatschappelijke beleggingen en de korting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen» vervangen door: en de alleenstaande ouderenkorting.

F.Artikel 8.19 vervalt.

G.Artikel 8.20 vervalt

Toelichting

In het onderhavige wetsvoorstel is onder meer opgenomen dat de heffingskorting voor maatschappelijke beleggingen en de heffingskorting voor directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen met ingang van 1 januari 2011 worden afgeschaft. Deze heffingskortingen houden verband met vrijstellingen in box 3 voor maatschappelijke beleggingen, voor directe beleggingen in durfkapitaal en voor culturele beleggingen.

Met dit amendement wordt beoogd de afschaffing van deze heffingskortingen geleidelijk te laten verlopen. Deze geleidelijke afschaffing wordt bewerkstelligd door deze heffingskortingen in 4 stappen terug te brengen naar 0%: in 2011 worden deze heffingskortingen verlaagd van 1,3% naar 1%, in 2012 van 1% naar 0,7%, in 2013 van 0,7% naar 0,4% en ten slotte in 2014 komen deze heffingskortingen in hun geheel te vervallen.

De budgettaire dekking die hiervoor nodig is, wordt enerzijds gevonden in de resterende onderschrijding uit de incidentele EIA en anderzijds in het voor 3 jaar beperken van de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) en het eveneens voor 3 jaar verlagen van de aftrekpercentages van de energie- en milieu-investeringsaftrek (hierna: EIA en MIA).

In onderdeel I wordt geregeld dat de aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die voor de Vamil in aanmerking komen, niet langer volledig, maar voor ten hoogste 75% willekeurig kunnen worden afgeschreven. Onderdeel II regelt vervolgens dat het EIA-percentage wordt verlaagd van 44% naar 41,5%. Tot slot bewerkstelligt onderdeel III dat de drie MIA-percentages van 40, 30 en 15% (de geldende percentages vanaf 1 januari 2011) zullen worden vervangen door 36, onderscheidenlijk 27 en 13,5%. Het ingevolge onderdeel XI in te voegen artikel IIIbis, onderdelen A, B en C, regelt dat de inperkingen van de Vamil, de EIA en de MIA na 3 jaar worden teruggedraaid.

Dit amendement verloopt budgettair neutraal.

Slob

Naar boven