Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2011
Geweld tegen kinderen, volwassenen en ouderen in een afhankelijkheidsrelatie is onacceptabel. Waar het plaatsvindt moet dit
geweld met alle mogelijke middelen worden gestopt en waar mogelijk voorkomen. Om vormen van geweld in de privé-sfeer goed
aan te pakken, is signaleren en ingrijpen in een zo vroeg mogelijk stadium cruciaal. Professionals en instellingen hebben
hierin een belangrijke sleutelrol. Zij moeten scherp zijn op signalen, deze herkennen en vervolgens handelen, zodat zij het
geweld zo vroeg mogelijk kunnen melden en helpen stoppen.
Mijn doelstelling is dat er adequaat wordt gesignaleerd en dat slachtoffers worden beschermd. Dit heeft voor mij de komende
jaren topprioriteit. Elk signaal dat niet serieus wordt opgepakt, is er wat mij betreft één te veel, zowel voor het slachtoffer
als de pleger. Ik wil bij dit alles de meeste effectieve maatregel inzetten. Dat vraagt een zorgvuldige afweging.
Tijdens de VWS begrotingsbehandeling 2011 – het afgelopen najaar – heb ik u toegezegd mij te beraden op de meeste effectieve
manier, als het gaat om een verplichte meldcode en een meldplicht inzake geweld in huiselijke kring. Voor mij staat daarbij
de effectiviteit centraal; welk instrument leidt het beste tot het voorkomen en bestrijden van mishandeling, bij de genoemde
groepen. Ik wil geen enkele maatregel bij voorbaat uitsluiten.
Afgelopen dagen is er (terecht) veel berichtgeving geweest over de conclusies van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid
over fatale en bijna fatale gevallen van kindermishandeling. Ik ben voornemens om samen met de Staatssecretaris van Veiligheid
en Justitie in maart 2011 met een reactie te komen op het rapport. Sommigen pleiten naar aanleiding van het rapport voor een
verplichte meldcode. Anderen daarentegen juist weer voor een meldplicht. Ik wil de reactie op het rapport van de Onderzoeksraad
en mijn standpunt over een meldcode of meldplicht in samenhang bezien.
Mijn analyse van de voors en tegens van beide maatregelen (plicht dan wel code) bevindt zich in een afrondend stadium. Ik
wil de argumenten daarin serieus nemen en afwegen. Daarbij wil ik me ook baseren op de resultaten van onderzoek en ervaringen
in het buitenland.
Het uiteindelijk slagen van een aanpak van bijvoorbeeld kindermishandeling hangt voorts af van draagvlak voor de in te zetten
maatregel. Ik neem daarom ook de argumenten van het veld mee in mijn overwegingen.
Ik zal u binnen twee weken informeren over mijn keuze voor een code dan wel plicht ofwel een combinatie van beide varianten.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner