32 500 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2011

Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2010

Hierbij ontvangt u het trendrapport 2010 over de jeugd in Nederland1. Het trendrapport is een publicatie bij de landelijke jeugdmonitor met (cijfermatige) trends en ontwikkelingen op het brede terrein van jeugd. Het rapport geeft inzicht in de situatie van kinderen en jongeren op de thema’s gezondheid, onderwijs, maatschappelijke participatie, arbeidsmarkt en veiligheid. De verschillende hoofdstukken starten met een kerncijfertabel en schetsen de voornaamste ontwikkelingen voor het betreffende domein. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een verdiepende bijdrage van een hoogleraar die een bespiegeling geeft op de cijfers.

Wat blijkt uit de trends die in dit rapport zijn beschreven? De jeugd in Nederland doet het op veel terreinen goed. Op het terrein van gezondheid en welbevinden zien we een verbetering over vrijwel de gehele linie; roken en cannabisgebruik nemen af, er is minder babysterfte en de vaccinatiegraad van zuigelingen is al jaren hoog (tussen 90 en 95 %). Ook blijkt uit onderzoek dat de Nederlandse jongeren overwegend positief zijn over de eigen ervaren gezondheid.

In het onderwijs gaat het over het algemeen goed; het kwalificatieniveau onder jongeren stijgt. Deze ontwikkeling is waarschijnlijk mede versterkt door de, met ingang van het schooljaar 2007/2008 ingevoerde, kwalificatieplicht. De deelname aan havo/vwo is duidelijk gestegen, ten koste van het vmbo, waar het aantal leerlingen is afgenomen. Jongeren volgen langer onderwijs en halen vaker hogere diploma’s. De verschillen tussen allochtone en autochtone leerlingen nemen bovendien af. Zo halen allochtone leerlingen steeds vaker een diploma in het hoger onderwijs.

In de toeleiding naar de arbeidsmarkt is een gunstige ontwikkeling waarneembaar. Ondanks de tijdelijke dip als gevolg van de economische crisis, vinden de jongeren met een startkwalificatie meestal wel werk. Voor een klein deel van de jongeren is dat lastiger, bijvoorbeeld voor de alleenstaande jonge moeders in de bijstand, voor de jongeren zonder startkwalificatie en voor de jongeren met een beperking. Zij komen moeilijker aan het werk. Om gemeenten beter in staat te stellen meer mensen te laten participeren op de arbeidsmarkt, wil het kabinet de komende jaren toe naar een hervorming van de WWB, WSW en Wajong. Het kabinet streeft naar de tot standkoming van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (regeling Werken naar Vermogen). Jongeren zullen daar evenredig van profiteren.

Het algemene positieve beeld wordt bevestigd in het rapport «The children left behind» van VN-kinderfonds Unicef (3 december 2010). Dit onderzoek naar de maatschappelijke ongelijkheid van kinderen is uitgevoerd onder de vierentwintig rijkste landen, die ook lid zijn van de OESO. De onderzoekers hebben naar drie factoren gekeken: materieel welzijn, onderwijs en gezondheid. Nederland doet het samenmet de landen Denemarken, Zwitserland en Finlandhet beste.

Uit het HBSC (Health Behaviour in School-aged Children, 14 december 2010) van het Trimbos Instituut blijkt eveneens dat het goed gaat met de Nederlandse jeugd. De onderzoekers concluderen dat de meeste 11- tot en met 16-jarigen een heel positief beeld geven over hoe zij zich voelen, hoe zij omgaan met hun ouders en vrienden, en hoe zij hun sociale situatie beoordelen. Er valt nog wel winst te behalen in het verminderen van het risicogedrag (roken, drinken en gezond eten).

Gaat het dan alleen maar goed met de jongeren in Nederland? Voor de meeste jongeren is dit zeker het geval. Maar een deel van de jongeren heeft wel speciale aandacht nodig in de vorm van jeugdbescherming of jeugdzorg. Het aantal jongeren met een onder toezichtsstelling of een plaatsing onder voogdij is de afgelopen jaren toegenomen (zie paragraaf 6.4). Dit geldt ook voor het aantal jongeren dat gebruik maakt van allerlei vormen van gespecialiseerde jeugdzorg (zie paragraaf 2.4). Het kabinet heeft, in aansluiting op het rapport van de parlementaire werkgroep toekomstverkenning jeugdzorg, vastgesteld dat fundamentele wijzigingen in het huidige stelsel noodzakelijk zijn.

In het regeerakkoord is een brede herziening van het stelsel van jeugdzorg aangekondigd. Daarbij zal een nieuw wettelijk kader worden ontwikkeld met een daarbijbehorende financieringssystematiek. Tevens zal geïnvesteerd worden in de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdzorg, waarbij de verantwoordelijkheid van de zorg en de ondersteuning voor de jeugdigen en hun ouders in de nieuwe situatie bij de gemeenten zal worden belegd.

Gemeenten zullen een belangrijke rol gaan spelen bij de uitvoering en ontwikkeling van het jeugdbeleid. Vandaar dat het belangrijk wordt om meer en beter zicht te krijgen op de ontwikkelingen die spelen op het gemeentelijk domein. Gelijktijdig met de publicatie van dit trendrapport wordt ook de vernieuwde website van de jeugdmonitor opgeleverd. Aan de website is de lokale jeugdspiegel toegevoegd, waarmee vergelijkende informatie over jeugd tussen gemeenten beschikbaar komt. De toepassing biedt naast de informatie op het niveau van de gemeenten, voor elke gemeente in Nederland, een lokaal jeugdrapport met veel specifieke informatie over jeugd. Voor meer informatie en meer statistische gegevens verwijs ik u naar de site van de landelijke jeugdmonitor: http://www.landelijkejeugdmonitor.nl.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven