32 500 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2011

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID BLANKSMA-VAN DEN HEUVEL C.S.

Voorgesteld 18 november 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de handleiding voor de beoordeling van herzieningsverzoeken vanuit de WW gestarte zelfstandigen vragen oproept over de mate van objectiviteit van herbeoordeling;

constaterende, dat het UWV in de afwijzingen bij plaatsgevonden herbeoordelingen aan de betrokkenen niet automatisch inzichtelijk maakt welke criteria worden toegepast en op basis van welke afweging de afwijzing tot stand is gekomen;

overwegende, dat de objectiviteit van de beoordeling van de herzieningsverzoeken boven iedere twijfel verheven moet zijn;

overwegende, dat de minister heeft toegezegd om ruimhartig met de herbeoordelingen om te gaan;

overwegende, dat de minister eerder ook had toegezegd dat de dossiers worden behandeld door een team van juristen die niet eerder bij de dossiers betrokken zijn;

van mening, dat het onwenselijk en onnodig is, alle herzieningsverzoeken opnieuw te beoordelen;

verzoekt de regering het UWV de aanwijzing te geven om in de communicatie aan alle betrokkenen, ook hen die reeds herbeoordeeld zijn, concreet te maken welke criteria worden toegepast en hoe dit tot de afweging voor de gegeven herbeoordeling heeft geleid;

verzoekt de regering een adviescommissie in te stellen, bestaande uit van UWV onafhankelijke juristen, die in individuele gevallen het UWV adviseren over het door UWV te nemen besluit op bezwaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

Blanksma-van den Heuvel

Huizing

De Jong

Naar boven