32 500 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2011

32 500 F Vaststelling van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2011

F1 MOTIE VAN HET LID SCHUURMAN C.S.

Voorgesteld 22 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende,

dat – ondanks de vele beleidsinspanningen van de afgelopen decennia en de grote hoeveelheid natuurbeschermingsrecht – de rijkdom aan levensvormen en ecosystemen (biodiversiteit) op internationaal, Europees en nationaal niveau blijft teruglopen;

dat veel onderzoeksrapporten aangeven dat de druk op natuurwaarden verder zal toenemen door onder meer klimaatverandering, de verspreiding van niet-inheemse soorten en de toename van ruimtebeslag door de mens;

overwegende,

dat de bescherming van biodiversiteit (inclusief gezonde ecosystemen) belangrijk is voor de zelfstandige waarde van natuur, maar evenzeer voor de kwaliteit van leven van de mens vanwege de vele uiteenlopende en deels nog onbekende ecosysteemdiensten die de natuur levert;

dat bescherming van natuur daarmee ook onderdeel vormt van onze verantwoordelijkheid jegens toekomstige generaties, een verantwoordelijkheid die in het internationale recht een sterke verankering kent (íntergenerational equity);

dat met het verlagen van natuurbeschermingsambities in Nederland (door bijvoorbeeld het schrappen van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten en het niet realiseren van robuuste verbindingszones van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) het behalen van natuurdoelstellingen – voortvloeiende uit internationale verdragen en het Europese recht – verder zal worden bemoeilijkt;

van oordeel, dat daarmee ook de inspanningen tussen economische en sociale ambities enerzijds en de genoemde ecologische doelstellingen anderzijds, verder zullen toenemen;

verzoekt de regering,

  • om de ambities op het gebied van natuurbescherming hoog te houden, internationaal en Europees natuurbeschermingsrecht te goeder trouw uit te voeren, en oplossingen voor conflicten tussen economie en ecologie te zoeken in maatregelen die ook aantoonbaar bijdragen aan het behalen van de natuurdoelstellingen;

  • om op zo kort mogelijke termijn met provinciale overheden, het bedrijfsleven en natuur- en natuurbeschermingsorganisaties te gaan overleggen om een nieuwe beleidsaanpak mogelijk te maken met behoud van het goede uit de afgelopen periode en met vermindering van bovengenoemde bezwaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Schuurman

Laurier

Eigeman

Smaling

Koffeman


X Noot
1

De letter F heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 32 500 XIV.

Naar boven