32 500 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2011

Nr. 58 MOTIE VAN HET LID VAN VELDHOVEN C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 8 november 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Kamer eerder haar grote zorg heeft uitgesproken over de paling uit de grote rivieren en de Biesbosch, die in de voedselketen is gekomen;

overwegende, dat de regering ervoor koos om de sector nogmaals de gelegenheid te geven om haar verantwoordelijkheid te nemen, onder andere door de sector te verzoeken in december niet te vissen en snel een keurmerk te ontwikkelen, terwijl intussen door de regering aan het voorbereiden van een juridische basis voor het vangstverbod werd gewerkt;

overwegende, dat de sector heeft laten weten in december gewoon de vangst te hervatten met de intentie de vis op de markt te brengen;

overwegende, dat de kosten voor het testen van deze vis op een te hoog dioxinegehalte nu ten laste van de algemene middelen komen in plaats van ten laste van de sector zelf, zoals onder het reguleringsregime zoals door de regering voorgesteld;

verzoekt de regering te concluderen dat de sector haar eigen verantwoordelijkheid niet neemt, en dus conform toezegging over te gaan tot het aankondigen van een vangstverbod voor paling uit de vervuilde gebieden, in het belang van zowel de sector als de consumenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Veldhoven

El Fassed

Jacobi

Ouwehand

Naar boven