32 500 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011

Q MOTIE VAN HET LID KUIPER C.S.

Voorgesteld 5 april 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

constaterende, dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties worden geconfronteerd met forse kortingen in het medefinancieringskanaal (MFS-2) voor de periode 2011–2015, die door een extra korting van € 40 miljoen in 2011 en € 50 miljoen per jaar voor de periode 2012–2015 is opgelopen tot een bezuiniging van 34% in vergelijking met de periode voor 2011,

overwegende,

1. dat bezuinigingen van deze omvang drastische gevolgen hebben voor de programma's van organisaties en de continuïteit en kwaliteit van hun werk onder grote druk zet en behaalde resultaten in het Zuiden verloren doet gaan;

2. dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties zorgen voor draagvlak en ondersteuning van Nederlandse OS-inspanningen en dus van grote maatschappelijke betekenis zijn;

3. dat er zorgvuldig gekeken moet worden naar de wenselijke omvang van overheidssubsidies en dat een overgangstermijn naar een situatie waarin ontwikkelingsorganisaties minder afhankelijk zijn van medefinanciering door de overheid redelijk is;

4. dat voor het versterken van effectiviteit van OS-beleid meer afstemming, focus en kennisbundeling in het werk van MFS-organisaties gewenst is,

spreekt uit, dat voor de periode 2011–2015 de extra korting ongedaan wordt gemaakt en verzoekt de regering in overleg met betrokken organisaties tot een akkoord te komen over de wijze waarop zij daarna medegefinancierd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuiper

Eigeman

Smaling

Thissen

Willems

Naar boven