32 500 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011

N MOTIE VAN HET LID SMALING C.S.

Voorgesteld 5 april 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de regering van zins is de hulprelatie met Burkina Faso en Senegal te beëindigen en daardoor Ghana, Mali en Benin als drie eilanden in de West-Afrikaanse regio resteren als hulpontvangende landen,

overwegende, dat Nigeria weliswaar geen hulpontvangend land is, maar wel een cruciale speler in de ontwikkeling van de regio,

overwegende, dat de regio West Afrika gebaat is bij een ontwikkelingsaanpak die samenhang vertoont, bijvoorbeeld door in te zetten op het ontwikkelen van één interne markt en het specifieker inzetten op drie regio's: Kwetsbare Sahel, Onontgonnen Savanne en Urbane Kust,

constaterende, dat het Europees Ontwikkelingsfonds nog steeds thematisch wordt ingevuld en niet op basis van het specifieke schaalniveau en communautaire karakter waarop de EU meerwaarde heeft,

verzoekt de regering:

  • een regionale visie voor West Afrika te ontwikkelen rondom de vier thematische speerpunten en op basis daarvan programma's in de partnerlanden uit te werken,

  • met gelijkgestemde EU-landen ervoor te pleiten dat het volgende Europees Ontwikkelingsfonds grotendeels regionaal is georiënteerd en de hulp een communautair doel dient op het niveau van ECOWAS en UEMOA,

  • een soortgelijke benadering te overwegen voor de regio Oost Afrika, met de regionale equivalenten COMESA en East African Community,

en gaat over tot de orde van de dag.

Smaling

Willems

De Graaf

Eigeman

Kuiper

Thissen

Naar boven