32 500 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2011

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2011

Met deze brief en bijlage informeer ik u over de wijze waarop ik de moties, aangenomen tijdens de behandeling van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk IV), ten uitvoer zal brengen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Bijlage bij de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met kenmerk 2010-844283.

32 500-IV, nr. 6en 13

De motie-Van Dam over nader inzicht in de politieke ontwikkelingen op Curaçao en Sint Maarten sinds hun autonome status

Reactie

Op zeer korte termijn ontvangt uw Kamer een verslag van mijn kennismakingsreis aan het Caribische deel van het Koninkrijk. In dit verslag zal ik berichten over de politieke situatie op Curaçao en Sint Maarten. Ook zal ik uw Kamer in deze brief nader berichten over de uitvoering van de motie 32 500-IV, nr. 13 van de leden Van Gent c.s. inzake een toekomstvisie op de ISLA-raffinaderij naar aanleiding van de gesprekken die ik heb gevoerd met de betrokken bestuurders op Curaçao.

  

32 500-IV, nr. 8

De motie-Van Dam over halfjaarlijks rapporteren over de financiële situatie van de BES-eilanden door het College financieel toezicht.

Reactie

Ik zal het CFT verzoeken halfjaarlijks te rapporteren over de financiële situatie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Indien de rapportage hiertoe aanleiding geeft, zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.

  

32 500-IV, nr. 11en 9

De motie-Hachchi c.s. over optimaal benutten van de relatie tussen de EU en het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Reactie

Eerder heb ik toegezegd volgend jaar de toekomstvisie op het Koninkrijk aan uw Kamer aan te bieden. Met deze visie zal ook deze motie worden afgedaan. Ik zal in dat verband ook bezien hoe, en in welke vorm ik de motie 32 500-IV, nr. 9 van de leden Van Raak c.s. over een visie op de waarborgfunctie van Nederland hierbij zal betrekken.

  

32 500-IV, nr. 12

De motie-Brinkman c.s. over het voorkomen van een herhaling van schuldsanering

Reactie

Deze motie ervaar ik als ondersteuning van het ingezette beleid. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de schuldsanering een eenmalige exercitie is geweest. Juist om te voorkomen dat de nieuwe landen opnieuw met onhoudbare schulden komen te zitten is de rijkswet financieel toezicht opgesteld en is vastgelegd dat de nieuwe landen niet meer mogen lenen dan de rentelastnorm en dat het College financieel toezicht (Cft) daarop toeziet. De regering hecht veel belang aan de positie en taken van het Cft zoals vastgelegd in de rijkswet en zal conform de motie dan ook alles in het werk stellen dat het Cft haar taken en controlewerkzaamheden naar behoren kan uitvoeren. Hiermee beschouw ik deze motie als afgedaan.

  

32 500-IV, nr. 15

De motie-Van Gent c.s. over een plan van aanpak voor actieve ondersteuning van zwangere meisjes en alleenstaande jonge moeders.

Reactie

Deze motie heb ik overgedragen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aangezien het haar verantwoordelijkheid betreft.

  

32 500-IV, nr. 16

De motie-Ortega-Martijn c.s. over een tijdelijke voorziening voor het omwisselen van de Nederlands-Antilliaanse gulden.

Reactie

Deze motie heb ik overgedragen aan de minister van Financiën, aangezien het zijn verantwoordelijkheid betreft. De minister van Financien heeft uw Kamer per brief van 6 december 2010 (32 500-IV, nr. 21) geinformeerd over de uitvoering van deze motie.

Tot slot heb ik uw Kamer toegezegd hen te informeren over de rapportage van de voortgangscommissie ingevolge de Algemene Maatregelen van Rijksbestuur Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten. Zoals ik tijdens de begrotingsbehandeling al heb aangegeven, kan deze rapportage niet voor maart 2011 worden verwacht.

Naar boven