32 404 Programma hoogfrequent spoorvervoer

Nr. 88 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2018

Op 24 mei jl. ontving ik de uitgangspuntennotitie van uw Kamer voor het groot project Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). De parlementaire controle op grote projecten vanuit uw Kamer is van grote toegevoegde waarde bij projecten met grote impact en substantiële investeringen. De notitie sluit goed aan bij de aanpak en verantwoording die ik voor ogen heb. Een periodieke verantwoording, met vaste regelmaat, gericht op de doelstellingen van PHS en met een afgewogen detailniveau voor een goed en overzichtelijk inzicht. Vrijwel alle wensen en voorstellen opgenomen in de uitgangspuntennotitie neem ik over. Slechts op enkele punten kan ik dat niet doen of stel ik voor om het anders vorm te geven. Dat licht ik in deze brief toe.

Doelstelling

PHS heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomstvaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan zes intercity’s en zes sprinters per uur rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren. Het treinvervoer wordt zo aantrekkelijker voor zowel reizigers- als goederentreinen.

De doelstelling van PHS leidt tot een scala aan projecten voor maatregelen aan de spoorinfrastructuur. Deze projecten worden de komende jaren uitgevoerd. Om uw Kamer daarin mee te nemen, rapporteer ik in de voortgangsrapportages onder meer over de voorziene reistijden en capaciteitstoename. De reizigersaantallen, klanttevredenheid en punctualiteit zijn het resultaat van het samenspel tussen onder andere de infrastructuur, het vervoer en de dienstregeling na ingebruikname van de gerealiseerde projecten. Via de verantwoording over de concessies van ProRail en NS informeer ik u over deze operationele prestaties.

Voorts vroeg uw Kamer om geïnformeerd te worden over het verloop van het overleg met ProRail, NS, goederenvervoerders en andere stakeholders over juridische vastlegging van afspraken en het gebruik van de infrastructuur. In de basisrapportage wordt ingegaan op de doelstelling en onder andere de verhouding met de HRN-concessie in relatie tot PHS. Relevant is op te merken dat het programma tot doel heeft de treinen te kunnen faciliteren en dat in het kader van het programma met vervoerders wordt gesproken over de benutting van de infrastructuur. De daadwerkelijke uitvoering van een dienstregeling is geen onderdeel van het programma, maar wordt onder andere geregeld in de Vervoersconcessie. Zo nodig kan er langs die lijn sturing plaatsvinden. Met inachtneming hiervan zal ik rapporteren over de effecten en resultaten van opgeleverde projecten en corridors.

In de uitgangspuntennotitie wordt gerefereerd aan OV SAAL korte termijn en lange termijn. Beiden zijn geen onderdeel van PHS. OV SAAL korte termijn is inmiddels afgerond. OV SAAL lange termijn is thans geen lopend project (zie Kamerstuk 31 089, nr. 123). Rapporteren over deze projecten is dan ook niet mogelijk. Uiteraard zal ik wel rapporteren over het project OV SAAL middellange termijn als één van de corridors van PHS.

Tevens wordt gerefereerd aan de corridor Goederenroute Oost-Nederland. Deze corridor maakt thans geen onderdeel meer uit van de scope van het programma (Kamerstuk 32 404, nr. 74). In de basisrapportage wordt ingegaan op deze wijziging ten opzichte van het voorkeursbesluit uit 2010.

Basisrapportage

De basisrapportage vormt het vertrekpunt voor de voortgangsrapportages over het programma. De datum van de basisrapportage geldt als basisreferentie, waarbij ter toelichting de belangrijkste ontwikkelingen sinds de voorkeursbeslissing uit 2010 worden benoemd. Hierbij zal concreet worden aangegeven of en hoe de Voorkeursbeslissing in de loop der tijd is aangepast.

De basisrapportage kent een algemeen deel over het programma en vervolgens een uitsplitsing per corridor. De door uw Kamer gevraagde informatie wordt opgenomen met, zoals door u gevraagd, een abstractieniveau waarmee een goed inzicht in het programma en de corridors verkregen kan worden zonder dat het onoverzichtelijk wordt. Het betreft immers niet alleen informatie over scope, maar ook over governance, programmabeheersing, financiën, planning en risico’s. De rapportages over het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2 (HWBP2) en Ruimte voor de Rivier hanteer ik als voorbeeld, zoals door uw Kamer gevraagd. Ik ga er vanuit de basisrapportage in het najaar 2018 aan uw Kamer te kunnen aanbieden. De eerste voortgangsrapportage kan dan uiterlijk 1 april 2019 aan uw Kamer worden gezonden.

Voortgangsrapportages

In de voortgangsrapportages wordt gerapporteerd over wijzigingen ten opzichte van de basisrapportage en eventuele andere belangrijke ontwikkelingen. Onderdeel van de voortgangsrapportage is een overzicht van de planning (mijlpalen) en de financiële stand van zaken. Wijzigingen met een impact op scope, tijd, geld of risico’s ten aanzien van een corridor of het programma worden gemeld en verklaard. Specifieke aandacht zal uitgaan naar de ontwikkeling van het potentiele tekort en de maatregelen die worden getroffen voor de beheersing daarvan.

Uw Kamer heeft gevraagd om informatie over de uitkomsten van onderzoeken in de planuitwerkingsfase. In de voortgangsrapportages wordt ingegaan op de conclusies die uit de onderzoeken van een planuitwerking getrokken kunnen worden en de eventueel te maken keuzes. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de eventuele samenhang en afhankelijkheden van de maatregelen met andere programma’s en projecten.

Tot slot

Uw wensen ten aanzien van de informatievoorziening vastgelegd in de uitgangspuntennotitie deel ik. Het belang en doel van de controlerende taak van uw Kamer onderschrijf ik volledig. Ik wil de verantwoording – conform uw wensen – dan ook zo transparant, inzichtelijk en overzichtelijk mogelijk vormgeven en ga hierover graag met uw Kamer in gesprek.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven