Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2018
Met ingang van de dienstregeling 2018 rijdt er tussen Amsterdam en Eindhoven elke
tien minuten een intercity en rijden er in de spitsrichting tussen Utrecht en Houten
Castellum zes sprinters. De testdagen ter voorbereiding op de dienstregeling 2018
zijn positief verlopen en ook de eerste resultaten in december en januari van de nieuwe
dienstregeling 2018 zijn positief. Er is meer zitplaats en reisgemak voor reizigers,
zonder dat de betrouwbaarheid wordt aangetast.
Hiermee is een eerste concrete stap gezet van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
(PHS). Binnen PHS is voorzien dat er in de toekomst, zodra het op de infrastructuur
mogelijk is, ook op andere corridors meer reizigerstreinen gaan rijden en er meer
ruimte voor het goederenvervoer zal worden geboden. Uit de vervoersprognoses en de
Nationale markt- en capaciteitsanalyse (NMCA) blijkt ook dat deze extra treinen hard
nodig zijn om overvolle treinen te voorkomen. Met deze brief informeer ik u over het
vervolg richting een PHS-dienstregeling.
Volgende corridors
NS en ProRail hebben in beeld gebracht waar de toenemende vervoersvraag aanleiding
geeft voor een frequentieverhoging en op welk moment dat mogelijk is gezien de infrastructuur
die beschikbaar is en komt. Zowel op de corridor Schiphol–Utrecht–Nijmegen als Breda–Eindhoven
zal de vervoersvraag de huidige vervoerscapaciteit gaan overstijgen. Om overvolle
treinen te voorkomen en bestaande en toekomstige reizigers een comfortabele en betrouwbare
reis te kunnen bieden is een frequentieverhoging noodzakelijk.
Na de indienststelling van enkele cruciale infrastructuurprojecten noodzakelijk voor
onder meer PHS, waaronder het project Driebergen Zeist, kunnen vanaf eind 2021 een
5e en 6e intercity tussen Schiphol–Utrecht–Arnhem gaan rijden. Vanaf eind 2024 kunnen een
3e en 4e intercity tussen Breda en Eindhoven gaan rijden. De noodzakelijke infrastructuur
voor het kunnen rijden van extra sprinters zal later gereedkomen.
Het definitieve besluit over de frequentieverhogingen wordt genomen in het kader van
het capaciteitsverdelingsproces van ProRail dat ongeveer anderhalf jaar voor de implementatie
van de dienstregeling start en de daadwerkelijke beschikbaarheid van de benodigde
infrastructuur.
Verbetermaatregelen
Voor de frequentieverhoging op de corridor Amsterdam–Eindhoven is via het programma
Beter en Meer geïnvesteerd in verbetermaatregelen om de betrouwbaarheid te vergroten.
Om te bepalen of en welke verbetermaatregelen nodig zijn voor een succesvolle frequentieverhoging
op de volgende corridors zijn de prestaties van alle operationele domeinen geanalyseerd
voor beide corridors. Te denken valt aan het inzetten van sensoren om storingen sneller
op te merken of te voorkomen en specifieke training van personeel. Hieruit zijn verbetermaatregelen
geïdentificeerd waarbij ook de ervaringen van doorgevoerde maatregelen op de corridor
Amsterdam–Eindhoven zijn benut. Een deel van de verbetermaatregelen zullen ook een
breder landelijk effect hebben en zijn daarmee dus van belang voor het structureel
voorbereid zijn op hogere frequenties en het betrouwbaar kunnen rijden van steeds
meer treinen.
Voor uitvoering van dit maatregelenpakket in het kader van Beter en Meer is een investering
nodig van ongeveer € 70 mln. De bijdrage van NS bedraagt ongeveer € 27 mln. Gezien
het belang van een succesvolle frequentieverhoging op beide corridors en het verwerken
van het groeiende reizigersvervoer, heb ik besloten de middelen beschikbaar te stellen
voor de bijdrage van ProRail aan het maatregelenpakket. Dit betekent dat € 43,3 mln
beschikbaar is voor ProRail.
De komende tijd zal het maatregelenpakket uitgewerkt worden tot projectvoorstellen
en een implementatieaanpak. Hierbij zal ook worden gekeken of aanvullend op de verbetermaatregelen
een aanpassing van ICT-systemen en op termijn extra inzet van interventiepersoneel
nodig is. Om de frequentieverhoging mogelijk te maken is het noodzakelijk in 2018
de eerste voorbereidingen te treffen. In 2019 kunnen de eerste maatregelen dan geïmplementeerd
worden. Voor reizigers biedt dit – vooruitlopend op de frequentieverhoging – voordelen
op het gebied van betrouwbaarheid en punctualiteit.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer