Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2012
Bij brief van 4 oktober 2012 vroeg uw Kamer mij om een stand van zaken ten aanzien
van het wetsvoorstel versterking positie leraren (Kamerstuk 32 396). Met deze brief doe ik u de gevraagde stand van zaken toekomen.
Ik heb uw Kamer bij brief van 7 oktober 2011 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012,
32 396, nr. 9) gevraagd de behandeling van betreffend wetsvoorstel aan te houden in afwachting
van de initiatieven van PO-raad en VO-raad om samen met de beroepsgroep van leraren
om (een handreiking voor) een «professioneel statuut» te ontwikkelen. Dit initiatief
is in de bestuursakkoorden met PO-Raad, VO-raad en Onderwijscoöperatie bevestigd.
De HBO-raad zou die rol kunnen nemen voor de hogescholen.
Bestuursakkoorden
Met de Onderwijscoöperatie is afgesproken dat zij in 2012 uitgangspunten voor een
professioneel statuut voor leraren formuleert, waardoor zowel de professionele ruimte
als de professionele dialoog worden gestimuleerd en op basis daarvan in overleg treedt
met de sectorraden.
Met de PO-raad is in het bestuursakkoord afgesproken dat hij ervoor zal zorgen dat
in 2012 een handreiking voor een professioneel statuut voor leraren tot stand komt
waardoor zowel de professionele ruimte als de professionele dialoog worden gestimuleerd.
Deze handreiking voor een professioneel statuut wordt in overleg met de Onderwijscoöperatie
opgesteld. Hierover vindt bestuurlijk overleg plaats. Deze afspraak sluit naadloos
aan op het met de Onderwijscoöperatie gesloten bestuursakkoord.
Met de VO-raad is in het bestuursakkoord afgesproken dat de VO-raad en de Onderwijscoöperatie
de professionele dialoog binnen de school ondersteunen en stimuleren. Dat gebeurt
onder meer door middel van een handreiking voor een «professioneel statuut».
Stand van zaken
De PO-raad en Onderwijscoöperatie gaan nog steeds van het afgesproken tijdschema uit:
totstandkoming van een handreiking voor een professioneel statuut in 2012.
Binnen de sector VO is zowel de VO-raad als de Onderwijscoöperatie – afzonderlijk
en in onderlinge samenwerking – bezig met activiteiten ter versterking van de positie
van de leraar. In vervolg op de gemaakte afspraak gaan de VO-raad en de Onderwijscoöperatie
in hun najaarsoverleg op bestuurlijk niveau (begin november 2012) de uitgangspunten
voor een professioneel statuut voor leraren verder verkennen.
Sociale partners in het hoger beroepsonderwijs zijn vanwege het streven naar een professionele
cultuur waarin de leraar verantwoordelijk is voor zijn eigen professionele ontwikkeling
in gesprek over de cao-bepalingen over professionalisering. In dat kader bespreken
zij eveneens wat van de hbo-docent wordt verwacht en welke professionele ruimte daarbij
hoort.
Naar mijn mening zijn de sectoren in voldoende mate bezig met de uitvoering van de
afspraken die ze met mij gemaakt hebben. Het is echter aan een volgend kabinet om
aan te geven hoe ze met het wetsvoorstel om wil gaan.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra