32 371 Organisatie Wereldkampioenschap voetbal

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2011

Bijgaand treft u aan het rapport «Evaluatie bid WK voetbal 2018»1 dat door het bureau Berenschot in mijn opdracht is vervaardigd over de gang van zaken met betrekking tot het Bid dat in 2010 is uitgebracht op de organisatie van het Wereldkampioenschap Voetbal in 2018 (WK Bid 2018). De inhoud van het rapport is afgestemd met de andere ministeries die direct betrokken zijn geweest bij de uitvoering van deze evaluatie, zijnde het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tevens treft u aan – zoals eerder aan uw Kamer toegezegd – een overzicht van de kosten, zoals opgesteld door de stichting The Holland Belgium Bid (HBB), dat dient als verantwoording van de verkregen subsidie.

I: Het rapport van Berenschot

De opdracht

De hoofdvraag van de opdracht was tweeledig:

  • Het leveren van een objectieve weergave van het bidproces vanaf het moment dat de rijksoverheid erbij betrokken raakte tot het moment van de beslissing van de FIFA over de toewijzing.

  • Het doen van aanbevelingen voor hoe om te gaan met toekomstige bidprocedures voor het werven van grote sportevenementen.

De afbakening van het onderzoek

De reikwijdte van het onderzoek was beperkt tot Nederland. Het Belgische aandeel is, ondanks het gegeven dat het WK bid samen met dat land is gedaan, niet in de evaluatie betrokken. De meerwaarde ten opzichte van het benutten van de opgedane ervaringen is gering aangezien een gezamenlijk bid van twee landen voor het organiseren van een sportevenement niet vaak zal voorkomen. Ook viel de beantwoording van de vraag wat uiteindelijk bij de FIFA en FIFA-leden doorslaggevend is geweest bij de stemprocedures op 2 december 2010 buiten de opdracht. Verder is de evaluatie toegespitst op het functioneren van de rijksoverheid in dit proces.

Voor het beantwoorden van de hoofdvraag heeft Berenschot alle relevante documenten kunnen bestuderen en een groot aantal interviews met direct betrokkenen gehouden. De aspecten die daarbij in de beschouwing betrokken zijn, waren: besluitvorming, samenwerking, informatievoorziening en draagvlak.

De beschrijving van het proces

De evaluatie betrof het objectief beschrijven van het bidproces en niet om een evaluatie van de inhoud van de genomen besluiten, de afgegeven garanties e.d.

Het beschreven proces beslaat een periode die begint in 2007 en eindigt op 2 december 2010, de dag waarop de FIFA bekend maakte dat het WK Voetbal in 2018 georganiseerd gaat worden door Rusland.

Het rapport geeft een beeld van het proces zoals zich dat heeft voltrokken. De vele betrokken organisaties en instanties – ministeries in Nederland en België, de twee voetbalbonden die verenigd waren in het HBB, de speelsteden, de media en, zij het op enige afstand, de FIFA – maakten het tot een gecompliceerd proces. Dit gold dan met name voor de periode van september 2009 tot en met 14 mei 2010, de dag waarop het Bidbook aan de FIFA moest worden aangeboden. Het proces om tot de door de FIFA gevraagde overheidsgaranties te komen is daarin prominent beschreven. De periode daarna kenmerkte zich door veel openbare discussies in de media over de garanties en deden o.a. RTL Televisie en NRC een beroep op de Wob om extra informatie van de kant van de overheid te verkrijgen. Deze informatie heb ik aan uw Kamer gezonden bij de beantwoording van de vragen van het lid Leijten (TK 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 749).

De nadere analyse

Berenschot heeft het proces, zoals zich dat voltrokken heeft, nader geanalyseerd en een aantal observaties gedaan. Deze observaties betroffen vooral de samenwerking tussen de verschillende geledingen en actoren en de sturing daarop. Volgens Berenschot was de regie op dit proces voor verbetering vatbaar. Daardoor kwamen zaken in de knel, zoals het proces van het formuleren van de garanties. Ook de relatie met de speelsteden (Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Enschede en Heerenveen) had volgens het rapport eerder en meer gestructureerd vorm gegeven moeten worden. In deze relatie domineerde de discussie over een mogelijke financiële bijdrage van het rijk voor de bouw en/of verbouw van de benodigde stadions. De ontwikkelingen die zich in de laatste fase van het proces voordeden (Wob procedures, negatieve publiciteit over de FIFA, e.d.) zijn volgens Berenschot in communicatief opzicht niet goed opgepakt, omdat niet altijd duidelijk was wie waar verantwoordelijk voor was.

De conclusies die Berenschot aan het verloop van het bidproces heeft verbonden wijzen er op dat het management van het project in zijn geheel, het management van het totale proces en de samenwerking met het HBB voor verbetering vatbaar waren. De suggestie gaat daarvan uit dat een meer gestructureerde aanpak van het hele proces had kunnen voorkomen dat bepaalde zaken in een tijdsklem kwamen te zitten.

Wat kan het rapport voor de toekomst betekenen?

Zoals gezegd was het ook van belang uit dit proces aanbevelingen voor toekomstig beleid op het gebied van hoe om te gaan met grote internationale evenementen te destilleren.

Tijdens het AO van 8 december 2010 (kamerstuk 32 371, nr. 16), toen met uw Kamer ook over het WK bid is gesproken, kwam al de vraag aan de orde hoe we in de toekomst met dit type projecten om zouden kunnen en moeten gaan. Het rapport van Berenschot bevat daartoe waardevolle elementen en ik zal de aanbevelingen meenemen bij de aanpak en planning van dergelijke projecten.

Een paar aanbevelingen wil ik er uitlichten. Zo zal ik de aanbeveling om in de toekomst het project- en procesmanagement met alle betrokken departementen in een duidelijke projectstructuur te gieten zeker opvolgen. De constatering van Berenschot dat dat beter had gekund onderschrijf ik.

Verder is de aanbeveling om uw Kamer in eerdere stadia bij dit soort processen te betrekken mij uit het hart gegrepen. Te verwachten is immers dat ook bij volgende, nieuwe grootschalige evenementen waarvoor Nederland zich wil kandideren, het aspect van de overheidsgaranties een belangrijke rol zal spelen. Het zou de discussies en besprekingen daarover vergemakkelijken wanneer we al op voorhand de beschikking zouden hebben over een set of een model van overheidsgaranties. Ik vind het dan ook zeer de moeite waard om – uiteraard in nauw overleg met andere ministeries – de mogelijkheden om tot een dergelijke set te komen, te verkennen. Ik stel me voor daarover dan te zijner tijd met u te overleggen, bij voorkeur los van de druk van een zich aandienend evenement. Dan kunnen we de verschillende aspecten die te maken hebben met het besluitvormingsproces over de rol en verantwoordelijkheid van de rijksoverheid in deze ten principale met elkaar bespreken.

Daarnaast zijn de aanbevelingen die te maken hebben met een versterking van de publiek private samenwerking, zich bijvoorbeeld uitend in het participeren van een overheidsvertegenwoordiger in (het bestuur van) de bidorganisatie, interessant. Het pleidooi van Berenschot om scherper de verantwoordelijkheden ten opzichte van elkaar te benoemen, spreekt mij aan. Directe overheidsparticipatie in een particuliere organisatie brengt echter het risico met zich mee dat onduidelijkheid in de taakverdeling juist vergroot zou kunnen worden.

II: De afrekening van de subsidie

Ik heb uw Kamer toegezegd inzicht te verschaffen in besteding van de verleende subsidie van € 4,5 miljoen. Deze subsidie, aangevraagd door de KNVB ten behoeve van het HBB, was gebaseerd op een begroting die aanvankelijk € 15 miljoen bedroeg. Die uitgaven waren gedekt door de beide voetbalbonden zelf (ieder € 1 miljoen), sponsors (€ 4 miljoen) en overheden van Nederland en België (€ 9 miljoen). Voor de uitvoering van zowel het haalbaarheidsonderzoek als het daarop volgende bid proces heeft het rijk destijds genoemde subsidie verleend. Zoals uit de meegestuurde documenten blijkt heeft het gehele bidproces ruim minder gekost dan begroot. Het subsidiebedrag kwam daardoor ruim € 1,6 miljoen te hoog uit. Dit bedrag is inmiddels terugontvangen van de KNVB.

De KNVB heeft destijds aangegeven dat een raming van de te maken kosten voor een dergelijk proces niet eenvoudig zou zijn. Er waren niet veel vergelijkbare ervaringen voorhanden. De eigen ervaringen waren die met EURO2000. Daarnaast is bij de collega’s van de Duitse voetbalbond om informatie gevraagd over het WK van 2006 dat in Duitsland plaats had.

Al met al heeft het bidproces aanzienlijk minder gekost dan voorzien. De besparingen lagen vooral op het terrein van de uitvoering van de lobby middels deelname aan congressen organiseren van ontvangsten, houden van presentaties, e.d. en verder vielen de kosten van de final presentation, die gemaakt was met het oog op de slotbijeenkomst in Zürich op 2 december 2010, achteraf erg mee.

Duidelijk is geworden hoe lastig het is om voor dit soort projecten een adequate begroting op te stellen. Mij hebben overigens geen signalen bereikt dat de besparingen een negatieve invloed hebben gehad op het hele project. Het HBB heeft zich goed kunnen presenteren bij diverse gelegenheden evenals op de slotbijeenkomst in Zürich.

In dit verband merk ik nog wel op, dat van de zijde van de KNVB is aangegeven dat de bijdragen van individuele sponsors ter dekking van de kosten niet geopenbaard mogen worden vanwege afspraken met die sponsors. Dit geldt ook voor een verdere uitsplitsing van de door HBB begrote en gemaakte kosten. Met bijgevoegd overzicht van kosten en de door VWS afgegeven vaststelling van de subsidie is naar mijn mening voldoende inzicht geboden in deze materie.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

BIJLAGE Afrekening subsidie WK Bid 2018

De KNVB heeft de ontvangen subsidie van in totaal € 4,5 miljoen afgerekend.

De oorspronkelijke begroting, waarop de subsidie was gebaseerd, kwam uit op een bedrag van € 15,- miljoen. Uit de ingediende financiële verantwoording is gebleken dat het totale project een bedrag heeft gekost van € 10 426 539,–. Een besparing op de uitgaven van € 4 573 461,–

Hieronder wordt aangegeven waaraan het beschikbare geld is besteed. De cijfers zijn afkomstig van HBB en door de KNVB bij VWS ingediend. De toelichting is eveneens afkomstig van de kant van HBB.

Financieel overzicht The HollandBelgium Bid
   

Kosten

1.

Activiteiten in verband met de lobby1

€ 1 396 872

     

2.

Bidbook/Magazine

€ 1 064 266

     

3.

Final Presentation

€ 1 019 990

     

4.

Communicatie2

€ 2 376 886

     

5.

Back-office3

€ 779 993

     

6.

Personeel

€ 3 170 855

     

7.

Overigen4

€ 617 677

 

TOTAAL KOSTEN

€ 10 426 539

X Noot
1

Onder meer congressen, seminars, beurzen, Allstar Team, presentaties, ontvangsten en reis- en verblijfkosten.

X Noot
2

Onder meer website/online, materialen, nationale- en internationale mediabijeenkomsten en presentaties, nationale- en internationale communicatieactiviteiten.

X Noot
3

Onder meer huisvesting en bureau- en algemene kosten.

X Noot
4

Onder meer FIFA inspectie tour, overige materialen, voorbereiding/afhandeling en incidentele uitgaven.

Dekking

De beide bonden (KNVB en KBVB) hebben afgesproken garant te staan voor de dekking van de begroting. Naast de sponsoring door Official Partners, hebben de bonden ook de bijdrage van de respectievelijke overheden kunnen gebruiken ter gedeeltelijke dekking.

De KNVB heeft van de Nederlandse overheid (per saldo) een subsidie ontvangen van ca. € 2,8 miljoen en de KBVB heeft van verschillende overheden een vergelijkbare bijdrage ontvangen. De bijdrage van de verschillende sponsors is conform de afgesloten contracten vertrouwelijk en derhalve niet openbaar.

De afrekening door het ministerie.

De subsidievaststelling is als volgt berekend:

Totale gerealiseerde lasten € 10 426 539

AF: Eigen bijdrage € 3 640 955

Overige baten € 3 966 226

Subsidiebehoefte € 2 819 358

Bevoorschotte subsidie € 4 500 000

Te veel bevoorschotte subsidie € 1 680 642

De subsidie van het rijk is dus uiteindelijk € 2 819 358 geworden. Dat is 27% van het totaal.

De KNVB is op basis van deze berekening verzocht de teveel ontvangen subsidie van € 1 680 642 terug te storten.

Beoordeling van de afrekening.

Gebleken is dat het HBB aanzienlijk heeft kunnen besparen op de lobby activiteiten, mede door de beperkingen die de FIFA daaraan had opgelegd. Verder is de final presentation aanzienlijk goedkoper uitgevallen. Daarnaast is op een aantal andere posten minder nodig gebleken dan aanvankelijk begroot.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven