Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32360-XIII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32360-XIII nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 19 mei 2010
Hierbij bieden wij u het op 7 mei 2010 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken (XIII)» aan.
Algemene Rekenkamer
Samenvatting | 5 | |
1 | Over dit onderzoek | 6 |
1.1 | Oordelen bij het jaarverslag | 6 |
1.2 | Onderzoek naar beleid | 6 |
1.3 | Onderzoek naar de bedrijfsvoering | 6 |
1.4 | Onderzoek naar de financiële informatie | 7 |
2 | Beleid | 8 |
2.1 | Beschikbaarheid van de beleidsinformatie | 8 |
2.2 | Praktijktoets | 8 |
2.3 | Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid | 8 |
3 | Bedrijfsvoering | 9 |
3.1 | Ontwikkeling in de bedrijfsvoering | 9 |
3.2 | Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer | 9 |
3.3 | Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering | 10 |
4 | Financiële informatie | 11 |
4.1 | Oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag | 11 |
4.2 | Oordeel over de saldibalans | 11 |
5 | Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer | 12 |
5.1 | Reactie minister van EZ | 12 |
5.2 | Nawoord Algemene Rekenkamer | 12 |
Kwaliteitskaart | 14 | |
Audit Actielijst 2010 | 20 | |
Overzicht van fouten en onzekerheden in de financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ (XIII) | 21 | |
Gebruikte afkortingen | 28 |
Voor u ligt ons rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken (EZ, XIII). In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek naar het jaarverslag en de bedrijfsvoering van dit ministerie.
Wij hebben uit hoofde van onze wettelijke taak, zoals beschreven in de Comptabiliteitswet (CW) 2001, het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer van het Ministerie van EZ beoordeeld en wij zijn nagegaan of de informatie in het jaarverslag van dit ministerie over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels, en goed is weergegeven in het jaarverslag.
De belangrijkste uitkomsten van ons onderzoek naar het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ zijn:
• Er is in het jaarverslag ongeveer evenveel informatie beschikbaar als vorig jaar over de doelen van het beleid, de geleverde prestaties, de gerealiseerde effecten en de daarmee gemoeide uitgaven. Maar door de wijze waarop deze gegevens worden gepresenteerd, is de informatiewaarde ervan sterk verbeterd.
• Het agentschap Economische Voorlichtingsdienst (EVD) heeft bij verscheidene opdrachten de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet nageleefd.
• De financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken voldoet aan de gestelde eisen. Dit betekent dat de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft ontvangen en uitgegeven en dat zij daarover in het jaarverslag op de juiste wijze verantwoording heeft afgelegd.
• De Staat der Nederlanden (in casu het Ministerie van EZ) heeft een overeenkomst met een ondernemer afgesloten met bepaalde rechten op opbrengsten. Omdat de ondernemer de benodigde informatie al enige jaren niet levert, kan de externe accountant geen verklaring afgeven. De ondernemer krijgt onder de overeenkomst op een bepaald moment recht op een winstuitkering, waardoor afwikkeling van dit dossier op korte termijn van groot belang is.
Een minister verantwoordt zich in zijn jaarverslag over hoe zijn/haar ministerie in het afgelopen jaar heeft gepresteerd en gefunctioneerd. In het jaarverslag staat of de doelen en prestaties die in de begroting van het ministerie waren afgesproken, ook zijn gerealiseerd (informatie over het beleid), hoe het ministerie heeft gefunctioneerd (informatie over de bedrijfsvoering) en wat de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het ministerie zijn geweest (financiële informatie).
Wij onderzoeken de informatie in het jaarverslag op elk van deze drie terreinen, en kijken ook naar de achterliggende processen binnen het ministerie. Op basis hiervan formuleren wij onze bevindingen en oordelen.
In dit rapport komen achtereenvolgens aan de orde: de informatie in het jaarverslag over het door de minister gevoerde beleid (hoofdstuk 2), over de bedrijfsvoering van het ministerie (hoofdstuk 3) en over de financiën van het ministerie (hoofdstuk 4). Wij besluiten dit rapport met een weergave van de reactie die wij op het conceptrapport hebben gekregen van de minister van Economische Zaken (EZ), aangevuld met ons nawoord (hoofdstuk 5).
Een uitgebreide toelichting op dit rapport vindt u op www.rekenkamer.nl.
1.1 Oordelen bij het jaarverslag
De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij het Rijk. Wij doen dit onderzoek uit hoofde van onze wettelijke taak zoals beschreven in de CW 2001. Wij beoordelen het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en gaan na of de informatie in de jaarverslagen over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen. Met onze wettelijke oordelen hierover ondersteunen we de Tweede Kamer bij het verlenen van decharge aan de betrokken ministers.
Niet alleen het doen van onderzoek naar de jaarverslagen behoort tot de wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer. De CW schrijft daarnaast voor dat wij jaarlijks onderzoek doen naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid (CW 2001, artikel 85). Dit jaar hebben wij het gevoerde beleid op een aantal terreinen onder de loep genomen. Hierover rapporteren wij in hoofdstuk 2. We schetsen een beeld van de beschikbaarheid in het jaarverslag van informatie over het door de minister gevoerde beleid. Daarnaast geven we voor de door ons onderzochte onderwerpen aan in hoeverre het gevoerde beleid heeft bijgedragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen en of het voor dit beleid bestemde geld ook is besteed zoals met de Tweede Kamer was afgesproken. Tot slot geven we in dit hoofdstuk een oordeel over de wijze waarop de beleidsinformatie tot stand is gekomen.
1.3 Onderzoek naar de bedrijfsvoering
Conform de CW 2001 (artikel 82) doet de Algemene Rekenkamer ook onderzoek naar de bedrijfsvoering van departementen. Wij integreren dit onderzoek in het jaarlijks terugkerende rechtmatigheidsonderzoek. Wij geven in hoofdstuk 3 een oordeel over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties. Ook geven we in dit hoofdstuk een oordeel over de wijze waarop de informatie over de bedrijfsvoering in het jaarverslag tot stand is gekomen.
1.4 Onderzoek naar de financiële informatie
Ook het onderzoek naar de financiële informatie in het jaarverslag is onderdeel van ons jaarlijkse rechtmatigheidsonderzoek (CW 2001, artikel 82). In hoofdstuk 4 melden we zowel de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden, als de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die naar hun aard onze kwalitatieve tolerantiegrenzen overschrijden. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand is gekomen (dat wil zeggen: het begrotingsgeld is niet volgens de regels ontvangen of uitgegeven) of niet deugdelijk is weergegeven (dat wil zeggen: er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). We spreken van «onzekerheden» wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.
Onze conclusie op hoofdlijnen is dat de totstandkoming van de beleidsinformatie van het Ministerie van EZ voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Ook is er voldoende beleidsinformatie beschikbaar.
2.1 Beschikbaarheid van de beleidsinformatie
Bij het Ministerie van EZ is voldoende beleidsinformatie beschikbaar. De beschikbaarheid van de beleidsinformatie is in kwantitatieve zin iets beter dan voorgaande jaren, en door de presentatie zien we een sterke verbetering in de informatiewaarde.
In onze «praktijktoetsen» bekijken we wat de bijdrage van het beleid is geweest aan de oplossing van een bepaald maatschappelijk probleem, en gaan we na of het voor dit beleid bestemde geld besteed is aan de afgesproken doelen. Bij het Ministerie van EZ hebben wij praktijktoetsen verricht naar de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO). Deze regelingen vallen onder de artikelen 2 «Een sterk innovatievermogen en 3 «Een concurrerend ondernemingsklimaat» uit het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ. Het financieel belang dat met deze onderwerpen is gemoeid bedraagt € 616 miljoen begroot respectievelijk € 242 miljoen door EZ toegezegd aan garanties in 2009.
Voor de twee onderzochte beleidsinstrumenten bleek het voor het Ministerie van EZ moeilijk om informatie te verschaffen over de beoogde effecten. Het is echter aannemelijk dat deze beleidsinstrumenten aansluiten bij de behoefte van degenen voor wie het beleid is bedoeld. Het ministerie heeft bijvoorbeeld weinig informatie over de mate waarin de WBSO bijdraagt aan de hogere beleidsdoelen «innovatiekracht» en «economische groei». Uit onderzoek blijkt echter wél dat WBSO-gebruikers als gevolg van hun toegenomen uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk meer omzet realiseren uit nieuwe producten, hetgeen een onderdeel vormt van het innovatieproces.
2.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid
Krachtens de CW 2001 geven wij elk jaar een oordeel over de totstandkoming van de informatie die in de jaarverslagen van de ministeries wordt verstrekt over het gevoerde beleid. Bij het Ministerie van EZ selecteren wij hiertoe jaarlijks één of enkele effect- of prestatiegegevens. Dit jaar hebben we de totstandkoming van het prestatiegegeven «Gebruik WBSO in arbeidsjaren» (artikel 2, operationele doelstelling 2) uit het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ onderzocht. Onderstaand kader bevat ons oordeel over de totstandkoming van deze informatie.
Oordeel | ||||
Op grond van ons onderzoek hebben we vastgesteld dat de informatie over het presta- tiegegeven «Gebruik WBSO in arbeidsjaren» op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet voor het onderzochte effect-/prestatiegegeven aan de verslaggevingsvoorschriften. |
Onze conclusie op hoofdlijnen is dat het Ministerie van EZ veel vooruitgang heeft geboekt op de onderdelen waar we vorig jaar onvolkomenheden hebben geconstateerd, namelijk het verantwoordingsproces van SenterNovem1 over de besteding van de beleidsgelden, en het beheer van de transactie-uitgaven bij de directie Facilitair Management. We hebben echter over 2009 een nieuwe onvolkomenheid vastgesteld: de Europese aanbestedingen bij het agentschap Economische Voorlichtingsdienst (EVD).
3.1 Ontwikkeling in de bedrijfsvoering
Onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering van het Ministerie van EZ over de afgelopen drie jaar. Te zien is welke (ernstige) onvolkomenheden wij de laatste jaren hebben aangetroffen in het financieel beheer en het materieelbeheer en in de overige onderdelen van de bedrijfsvoering, en welke onvolkomenheden zijn opgelost.
Wij hebben in 2009 één onvolkomenheid geconstateerd in de bedrijfsvoering van het ministerie. Deze komt aan bod in § 3.2. Een toelichting op de eerdere onvolkomenheden is opgenomen in het achtergronddocument «Toelichting op het rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ». Dit document staat op onze website www.rekenkamer.nl.
3.2 Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer
In onderstaand kader staat ons oordeel over het financieel beheer en het materieelbeheer van het Ministerie van EZ. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze onderdelen van de departementale bedrijfsvoering voldoen aan de daaraan gestelde eisen.
Oordeel | ||||
De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties van het Ministerie van Economische Zaken volde- den in 2009 aan de in de CW 2001 gestelde eisen, met uitzondering van de Europese aanbestedingen bij de EVD. |
De onvolkomenheid die wij over 2009 hebben geconstateerd in het financieel beheer en materieelbeheer betreft één onderwerp: de Europese aanbestedingen bij de EVD.
Europese aanbestedingen bij de EVD
De EVD heeft bij verscheidene opdrachten de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet nageleefd. Er is sprake van vijf fouten voor een totaalbedrag van € 858 913. Daarnaast zijn vier onzekerheden geconstateerd, die tezamen betrekking hebben op een bedrag van € 1 340 436. Hieraan ligt ten grondslag dat interne procedures binnen de EVD niet altijd strikt worden nageleefd. Er wordt bijvoorbeeld slechts één offerte opgevraagd of er wordt besloten tot niet-aanbesteden zonder dat hiervoor een (juridische) onderbouwing in het dossier aanwezig is.
Deze fouten en onzekerheden zijn geconstateerd door de auditdienst van het Ministerie van EZ. Gezien het bovenstaande beoordelen wij het inkoopproces van de EVD als onvoldoende, waar het de Europese aanbestedingen betreft. Wij merken dit aan als een onvolkomenheid.
Met ingang van 2010 is de EVD onderdeel geworden van Agentschap NL, samen met SenterNovem en het Octrooicentrum Nederland. Deze organisaties hebben hun eigen contracten en raamovereenkomsten met leveranciers. Het samenvoegen van deze contracten/dossiers zal een uitdaging zijn voor het Agentschap NL, met risico’s op fouten.
In dit licht bevelen wij de minister van EZ aan om juist nu extra te sturen op naleving van de interne procedures en de inkoopfunctie te versterken. Wij geven de minister verder in overweging dit moment aan te grijpen voor een integrale controle van alle contractdossiers, vergelijkbaar met de actie Schoon Schip van de Directie Bedrijfsvoering.1
3.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering
Onderstaand kader bevat ons oordeel over totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ staat vermeld over de bedrijfsvoering van het departement. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze informatie tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels.
Oordeel | ||||
De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. |
In dit hoofdstuk staan onze oordelen over de financiële informatie (§ 4.1) en over de saldibalans (§ 4.2) in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze informatie voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
4.1 Oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag
Oordeel | ||||
De financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. | ||||
Het totaalbedrag aan geconstateerde fouten en onzekerheden blijft ook onder de tolerantiegrens voor de financiële informatie in het jaarverslag als geheel. |
Een overzicht van alle fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlagen van dit rapport.
4.2 Oordeel over de saldibalans
Oordeel | ||||
De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Econo- mische Zaken voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. | ||||
In 2009 heeft het Ministerie van Economische Zaken voor een bedrag van € 2 130,3 miljoen aan openstaande voorschotten afgerekend. | ||||
Wij zijn van oordeel dat de afgerekende voorschotten voldoen aan de gestelde eisen. | ||||
Het totaalbedrag aan geconstateerde fouten en onzekerheden in de saldibalansposten blijft ook onder de tolerantiegrens voor de saldibalans als geheel. |
Een overzicht van alle fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlagen van dit rapport.
5 REACTIE MINISTER EN NAWOORD ALGEMENE REKENKAMER
De minister van EZ heeft op 27 april 2010 gereageerd op ons Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Economische Zaken (XIII). Hieronder volgt een bewerking van haar reactie (§ 5.1). De integrale reactie staat op onze website: www.rekenkamer.nl. De reactie gaf ons aanleiding tot een nawoord (§ 5.2).
Europese aanbestedingen bij de EVD
De minister van EZ geeft aan dat het Agentschap NL (waar de EVD in opgegaan is per 1 januari 2010) strakker gaat sturen op bewustwording en naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen.
Een deel van de inkoopfunctie van de directie Bedrijfsvoering en van Agentschap NL wordt in 2010 samengevoegd tot het Inkoop Expertise Centrum (IEC). Het doel van het IEC is versterking van de Inkoopfunctie door inkoop- en procesondersteuning bij Europese aanbestedingen, een advies- en regiefunctie, een meldpunt Europees aanbesteden, een EZ-brede analysefunctie en de borging van een goede aansluiting op de interdepartementale ontwikkelingen.
De aangekondigde maatregelen vindt de minister adequaat om het inkoopproces rond Europese aanbestedingen te verbeteren; een integrale controle van alle bestaande contractdossiers vindt ze een te zware en kostbare aanpak.
De minister heeft bedenkingen bij de onderzoeksmethodiek die wij hebben gehanteerd bij de praktijktoetsen. Over de praktijktoets naar de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) merkt de minister op dat er positieve finale effecten zijn geconstateerd in evaluaties. Zij verwijst naar een evaluatie die de positieve effecten van uitgaven van bedrijven aan research en development op economische groei kwantificeren. Over de praktijktoets naar de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) geeft de minister aan dat de effecten, gegeven de korte looptijd van de verruimde GO, nog moeilijk zijn te meten. Toch mag volgens haar worden gesteld dat het instrument effect heeft:de kredietverlening door het gebruik van de GO is in de laatste maand van 2009 en de eerste maanden van 2010 sterk toegenomen en inmiddels is de GO uitgebreid met een staatsgarantie op bankgaranties en de mogelijkheid om bouwactiviteiten te faciliteren, hetgeen de effectiviteit volgens haar verder vergroot.
Over de deelname in de vennootschap geeft de minister aan dat het hier gaat om complexe materie waarbij zorgvuldigheid van groot belang is. Zij is voornemens deze overeenkomst op korte termijn te beëindigen.
5.2 Nawoord Algemene Rekenkamer
Wij zijn verheugd dat de minister verbeterpunten heeft benoemd voor het proces voor Europese aanbestedingen bij Agentschap NL, waarbij ze echter meteen aangeeft een integrale controle van alle bestaande contractdossiers een te zware en kostbare aanpak te vinden. Wij hopen dat de verschillende maatregelen die zij heeft getroffen een structurele verbetering in de praktijk teweeg brengen. Deze ontwikkelingen zullen wij komend jaar volgen.
Zoals wij in ons rapport hebben beschreven zijn wij bekend met de (positieve) conclusies die uit de evaluaties van de WBSO naar voren komen. Wij vinden echter dat het ministerie weinig informatie heeft over de mate waarin de WBSO in de praktijk aantoonbaar bijdraagt aan de hogere doelen van innovatiekracht en economische groei.
Voor een verdere toelichting op de gehanteerde onderzoeksmethodiek van de praktijktoetsen verwijzen wij naar ons onderzoeksrapport Staat van de beleidsinformatie 2010. 1
Toelichting op het instrument kwaliteitskaart
De kwaliteitskaart is een nieuw instrument van de Algemene Rekenkamer, dat we voor het eerst hebben opgenomen in onze rapporten bij de jaarverslagen 2008. De kwaliteitskaart is bedoeld om de uitkomsten van ons rechtmatigheidsonderzoek op een compacte manier te presenteren en plaatst de geconstateerde (ernstige) onvolkomenheden in de bedrijfsvoering in het licht van de totale bedrijfsvoering van het ministerie.
De kwaliteitskaart bestaat uit twee delen. In deel I zijn onze bevindingen gekoppeld aan de begrotingsartikelen van het ministerie. Dit deel van de kaart laat per artikel zien:
• voor welk percentage van de uitgaven concrete informatie over de beleidsresultaten in het jaarverslag is opgenomen;
• of het begrotingsartikel wordt geraakt door geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering, met mogelijk gevolgen voor de rechtmatigheid, de betrouwbaarheid van gegevens of de doelrealisatie;
• of wij als gevolg van geconstateerde onvolkomenheden daadwerkelijk fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid of deugdelijke weergave hebben geconstateerd;
• of de geconstateerde fouten en onzekerheden de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.
In deel II van de kwaliteitskaart vormen de organisatieonderdelen van het ministerie en de te beheersen bedrijfsvoeringsprocessen het uitgangspunt. Dit deel van de kaart is mede gebaseerd op de Baseline financieel beheer en materieelbeheer van het Ministerie van Financiën, waarin de normen voor een goed financieel beheer en materieelbeheer zijn vastgelegd.
In dit deel van de kaart zetten we het aantal beheerdomeinen waarin we onvolkomenheden hebben geconstateerd af tegen het aantal beheerdomeinen dat voor een goed functioneren van het ministerie «relevant», respectievelijk «kritisch» is.
Deel II van de kwaliteitskaart maakt ook zichtbaar aan welke onderwerpen wij en/of de departementale auditdienst in de controle over 2009 extra aandacht hebben besteed en waar wij (ernstige) onvolkomenheden hebben geconstateerd. Met extra aandacht van de auditdienst bedoelen wij die aandacht voor de bedrijfsvoering die de reguliere aandacht uit hoofde van de jaarlijkse wettelijke controle overstijgt. Met extra aandacht van de Algemene Rekenkamer doelen wij op ons departementspecifieke en ons rijksbrede onderzoek.
Extra aandacht van de Algemene Rekenkamer en van de auditdienst betekent niet per definitie dat alle aspecten van het desbetreffende beheerdomein in het onderzoek zijn betrokken; de extra aandacht kan ook betrekking hebben op een enkel aspect binnen het beheerdomein.
Voor een verdere toelichting op het instrument kwaliteitskaart verwijzen wij naar onze website: www.rekenkamer.nl. Hier vindt u achtergrondinformatie over de kwaliteitskaart en over de gehanteerde criteria en ordeningsprincipes.
Toelichting op de kwaliteitskaart van het Ministerie van EZ
Deel I van de kwaliteitskaart van het Ministerie van EZ maakt per artikel zichtbaar hoeveel procent van de uitgaven wordt toegelicht met specifieke, meetbare en tijdgebonden beleidsinformatie en maakt zichtbaar of het eventuele ontbreken van deze informatie door het ministerie wordt uitgelegd.
Deel I van de kwaliteitskaart laat zien dat één baten-lastendienst van het ministerie wordt geraakt door de door ons bij dit ministerie geconstateerde onvolkomenheid.
Uit deel I van de kwaliteitskaart van het Ministerie van EZ blijkt dat bij geen van de begrotingsartikelen de tolerantiegrens voor de omvang van fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave, wordt overschreden. De tolerantiegrens voor het jaarverslag van het Ministerie van EZ als geheel wordt evenmin overschreden.
Uit deel II van de kwaliteitskaart van het Ministerie van EZ blijkt dat 96 beheerdomeinen van belang zijn voor de bedrijfsvoering. Daarvan zijn 33 beheerdomeinen als kritisch aan te merken. Van de 96 beheerdomeinen die van belang zijn voor het goed functioneren van het ministerie hebben de auditdienst van het Ministerie van EZ en/of wij vijftien beheerdomeinen extra onderzocht. Daarvan waren er negen kritisch en vijf relevant. Bij één relevant beheerdomein hebben wij een onvolkomenheid geconstateerd. Deze onvolkomenheid betreft de Europese aanbestedingen bij de EVD (zie Audit Actielijst 2010, punt 1).
De Audit Actielijst (AAL) laat zien op welke punten de Algemene Rekenkamer vindt dat het ministerie actie moet ondernemen. Deze punten kunnen zowel de onvolkomenheden in het financieel beheer en materieelbeheer betreffen als de onvolkomenheden in de overige onderdelen van de bedrijfsvoering. De lijst vermeldt ook welke maatregelen de minister heeft aangekondigd om de onvolkomenheden die wij hebben geconstateerd op te lossen.1
Eerste jaar constatering, artikel en bedrag | Stand van zaken en conclusie | Aanbeveling | Toezegging minister | Meer informatie |
---|---|---|---|---|
1. Onvolkomenheid Europese aanbestedingen bij de EVD | ||||
2009EVD€ 2,2 miljoen | Europese aanbestedingsrichtlijnen bij de EVD worden niet voldoende nageleefd. | Verbeter inkoopproces door onder andere: • versterking van de inkoop- functie; • betere (controle op) nale- ving van de interne proce- dures; • integrale controle van alle contractdossiers. | • inkoop- en procesondersteuning bij Europese aan- bestedingen door instelling Inkoop Expertise Centrum; • strakkere sturing op bewustwording en naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. | § 3.2 |
OVERZICHT VAN FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIELE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2009 VAN HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (XIII)
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Goed functionerende economie en markten in Nederland en Europa | 79 986 | 34 | – | – | – | 34 | nee | – |
2 | Een sterk innovatievermogen | 955 149 | 1 925 | 300 | 8 000 | – | 10 225 | nee | – |
3 | Een concurrerend ondernemings- klimaat | 1 183 684 | – | – | – | – | – | – | |
4 | Doelmatige en duurzame energiehuishouding | 1 949 003 | 36 066 | 5 803 | – | 87 | 41 956 | nee | – |
5 | Internationale economische betrekkingen | 150 378 | 256 | – | 0 | – | 256 | nee | – |
8 | Economische analyses en prognoses | 14 586 | 1 | – | – | – | 1 | nee | – |
9 | Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken | 195 420 | – | – | – | – | – | – | |
10 | Elektronische communicatie en post | 91 369 | – | – | – | – | – | – | |
Niet-beleidsartikelen | |||||||||
21 | Algemeen | 123 414 | 1 103 | – | 293 | – | 1 396 | nee | – |
22 | Nominaal en onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – | |
23 | Afwikkeling oude verplichtingen | 1 218 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 4 744 207 | 39 384 | 6 103 | 8 293 | 87 | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal verplichtingen | 4 744 207 | ||
Procentuele fout | 0,96% | Tolerantiegrens niet overschreden | |
Procentuele onzekerheid | 0,18% | Tolerantiegrens niet overschreden |
B/C. Uitgaven + ontvangsten (€ x 1000)
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Goed functionerende economie en markten in Nederland en Europa | 99 696 | 5 | – | 0 | – | 5 | nee | – |
2 | Een sterk innovatievermogen | 871 081 | – | – | 3 | – | 3 | nee | – |
3 | Een concurrerend ondernemings- klimaat | 471 971 | – | – | – | – | – | – | |
4 | Doelmatige en duurzame energiehuishouding | 10 638 259 | 0 | – | 809 | 15 | 824 | nee | – |
5 | Internationale economische betrekkingen | 128 514 | 353 | 1 237 | 0 | – | 1 590 | nee | – |
8 | Economische analyses en prognoses | 17 156 | 1 | – | – | – | 1 | nee | – |
9 | Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken | 195 420 | – | – | – | – | – | – | |
10 | Elektronische communicatie en post | 85 042 | – | – | – | – | – | – | |
Niet-beleidsartikelen | |||||||||
21 | Algemeen | 130 175 | 641 | – | 353 | – | 994 | nee | – |
22 | Nominaal en onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – | |
23 | Afwikkeling oude verplichtingen | 2 080 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 12 639 394 | 1 000 | 1 237 | 1 165 | 15 | – | |||
* Uitsplitsing van het verantwoord bedrag naar uitgaven en ontvangsten vindt plaats in bijlagen B en C | |||||||||
(1) | Totaal Uitgaven en ontvangsten | 12 639 394 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten | ||||||
Procentuele fout | 0,02% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,01% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
(2) | Totaal | 12 757 703 | Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten + bijdrage(n) van derden baten-lastendiensten | ||||||
Procentuele fout | 0,03% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,02% | Tolerantiegrens niet overschreden |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Goed functionerende economie en markten in Nederland en Europa | 80 377 | 5 | – | 0 | – | 5 | nee | – |
2 | Een sterk innovatievermogen | 673 344 | – | – | 3 | – | 3 | nee | – |
3 | Een concurrerend ondernemingsklimaat | 415 862 | – | – | – | – | – | – | |
4 | Doelmatige en duurzame energiehuishouding | 1 097 668 | 0 | – | 809 | 15 | 824 | nee | – |
5 | Internationale economische betrekkingen | 123 101 | 353 | 1 237 | 0 | – | 1 590 | nee | – |
8 | Economische analyses en prognoses | 14 586 | 1 | – | – | – | 1 | nee | – |
9 | Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken | 195 420 | – | – | – | – | – | – | |
10 | Elektronische communicatie en post | 84 788 | – | – | – | – | – | – | |
Niet-beleidsartikelen | |||||||||
21 | Algemeen | 119 499 | 641 | – | 353 | – | 994 | nee | – |
22 | Nominaal en onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – | |
23 | Afwikkeling oude verplichtingen | 1 218 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 2 805 863 | 1 000 | 1 237 | 1 165 | 15 | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal uitgaven | 2 805 863 | ||
Procentuele fout | 0,08% | Tolerantiegrens niet overschreden | |
Procentuele onzekerheid | 0,04% | Tolerantiegrens niet overschreden |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Beleidsartikelen | |||||||||
1 | Goed functionerende economie en markten in Nederland en Europa | 19 319 | – | – | – | – | – | – | |
2 | Een sterk innovatievermogen | 197 737 | – | – | – | – | – | – | |
3 | Een concurrerend ondernemingsklimaat | 56 109 | – | – | – | – | – | – | |
4 | Doelmatige en duurzame energiehuishouding | 9 540 591 | – | – | – | – | – | – | |
5 | Internationale economische betrekkingen | 5 413 | – | – | – | – | – | – | |
8 | Economische analyses en prognoses | 2 570 | – | – | – | – | – | – | |
9 | Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken | – | – | – | – | – | – | – | |
10 | Elektronische communicatie en post | 254 | – | – | – | – | – | – | |
Niet-beleidsartikelen | |||||||||
21 | Algemeen | 10 676 | – | – | – | – | – | – | |
22 | Nominaal en onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – | |
23 | Afwikkeling oude verplichtingen | 862 | – | – | – | – | – | – | |
Totaal | 9 833 531 | – | – | – | – | – |
Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden
Art. nr. | Post | Fout | |
---|---|---|---|
Totaal individuele fouten | 0 | ||
Totaal ontvangsten | 9 833 531 | ||
Procentuele fout | 0,00% | ||
Procentuele onzekerheid | 0,00% |
D. Baten-lastendiensten (€ x 1000)
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledigheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
SenterNovem (per 1-5-2004) | |||||||||
Baten | 169 375 | 0 | 137 | 2 | 200 | 339 | – | ||
Bijdrage moederdepartement | 91 513 | – | – | – | – | – | – | ||
Economische Voorlichtingsdienst | |||||||||
Baten* | 77 589 | 1 337 | – | 863 | 150 | 2 351 | – | ||
Bijdrage moederdepartement | 57 548 | – | – | – | – | – | – | ||
Telecom | |||||||||
Baten | 32 095 | 16 | – | 54 | – | 69 | – | ||
Bijdrage moederdepartement | 11 885 | – | – | – | – | – | – | ||
Octrooicentrum Nederland | |||||||||
Baten | 16 749 | 104 | 33 | – | – | 137 | – | ||
Bijdrage moederdepartement | 16 553 | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal baten | 295 808 | 1 457 | 170 | 919 | 350 | – | |||
* De fouten worden (deels) veroorzaakt door onvolkomenheden in de bedrijfsvoering | |||||||||
Totale baten baten-lastendiensten | 295 808 | ||||||||
Procentuele fout | 0,55% | Tolerantiegrens niet overschreden | |||||||
Procentuele onzekerheid | 0,43% | Tolerantiegrens niet overschreden |
Art. nr. | Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F +O | Onzekerheid over volledig-heid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | |||||
3 | Liquide middelen | 4 500 | – | – | – | – | – | – |
5 | Uitgaven buiten begrotingsverband | 15 400 | – | 1 260 | – | – | 1 260 | – |
6 | Ontvangsten buiten begrotingsverband | 50 000 | – | – | – | – | – | – |
7 | Openstaande rechten | – | – | – | – | – | – | – |
8 | Extra-comptabele vorderingen | 1 248 300 | – | 3 019 | – | – | 3 019 | – |
9 | Extra-comptabele schulden | – | – | – | – | – | – | – |
10 | Voorschotten | 6 476 300 | 387 | 446 | – | 7 799 | 8 633 | – |
11 | Garantieverplichtingen | 3 344 000 | – | – | – | 222 | 222 | – |
12 | Openstaande verplichtingen | 12 072 700 | – | – | – | 87 | 87 | – |
13 | Deelnemingen | 1 420 600 | – | – | – | – | – | – |
Totaal beoordeeld | 24 631 800 | 387 | 4 725 | – | 8 109 | – | ||
(De tolerantiegrens wordt afgeleid van totaal beoordeeld) | ||||||||
Totaal saldibalans | 24 631 800 | |||||||
Procentuele fout | 0,02% | Tolerantiegrens niet overschreden | ||||||
Procentuele onzekerheid | 0,03% | Tolerantiegrens niet overschreden |
F. Afgerekende voorschotten (€ x 1000)
Omschrijving | Verantwoord bedrag | Fout | Onzekerheid | Totaal F + O | Tolerantie overschreden? | Onzekerheid over volledig-heid | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | Rechtmatigheid | Deugdelijke weergave | ||||||
Totaal afgerekende voorschotten | 2 130 300 | – | – | – | – | – | – |
AAL | Audit Actielijst |
CW 2001 | Comptabiliteitswet 2001 |
EVD | (Agentschap) Economische Voorlichtingsdienst |
EZ | (Ministerie van) Economische Zaken |
GO | Garantie Ondernemingsfinanciering |
WBSO | Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk |
Per 1 januari 2010 is de uitvoeringsorganisatie SenterNovem samen met de EVD en Octrooicentrum Nederland opgegaan in Agentschap NL. Omdat dit rapport zich richt op het verslagjaar 2009 hanteren we in dit rapport nog de naam SenterNovem.
De actie Schoon Schip uit 2009 hield in dat alle 122 inkoopovereenkomsten van de directie werden doorgelicht. Meer hierover kunt u lezen in het achtergronddocument «Toelichting op het rapport bij het jaarverslag 2009 van het Ministerie van EZ», dat u kunt vinden op www.rekenkamer.nl.
Algemene Rekenkamer (2010). Staat van de beleidsinformatie 2010. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 380, nrs. 1–2. Den Haag: Sdu.
De Algemene Rekenkamer kan op grond van de CW 2001 artikel 88 en 89 bezwaar maken tegen alle onvolkomenheden in het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32360-XIII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.