Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2011
In het kader van de parlementaire behandeling van een wetvoorstel over internationale kinderontvoering heb ik u op 13 januari
20111 toegezegd dat contact met de Nederlandse ambassade in Washington wordt opgenomen om te bezien welke initiatieven in de Verenigde
Staten zijn genomen om cabinepersoneel van vliegtuigmaatschappijen op te leiden om gevallen van mensenhandel en internationale
kinderontvoering door een ouder (in de regel in verband met een echtscheiding) te herkennen. Het gaat dan vooral om de initiatieven
van vliegtuigmaatschappij American Airlines.
Inmiddels is uit informatie van de ambassade gebleken dat American Airlines op het punt staat in haar jaarlijkse trainingen
voor cabinepersoneel binnen het onderdeel «veiligheid» aandacht te besteden aan het herkennen van signalen van mensenhandel.
Ook heeft American Airlines aan bewustwording van het personeel gedaan door (onder meer) een «bulletin» in haar handboeken
op te nemen waarin staat hoe cabinepersoneel signalen van mensenhandel kan herkennen.
Momenteel ben ik in overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Nederlandse luchtvaartsector om de mogelijkheden
om luchtvaartpersoneel meer bewust te laten worden van mensenhandel – en hiertegen op te treden – te bespreken. Het gaat hierbij
niet alleen om cabinepersoneel dat in aanraking komt met mogelijke slachtoffers van mensenhandel, maar ook om baliepersoneel
waar – bijvoorbeeld – de passagiers voorafgaand aan de vlucht zich moeten melden.
Inmiddels is met de luchtvaartsector afgesproken dat er gewerkt zal worden aan een Nederlandse editie van bovengenoemd bulletin,
waarmee het luchtvaartpersoneel bewust kan worden gemaakt van mensenhandel. Als dit bulletin gereed is zal in overleg met
de luchtvaartmaatschappijen worden bepaald of – en zo ja – op welke schaal het bulletin onder het personeel zal worden verspreid.
Daarnaast zal worden bekeken of andere middelen kunnen worden ingezet, zoals het geven van informatie over mensenhandel via
een vakblad van luchtvaartpersoneel en het geven van een voorlichtingssessie aan de trainers van het luchtvaartpersoneel (met
als doel dat de trainers deze informatie betrekken bij hun opleiding aan het luchtvaartpersoneel). Ook zal het Openbaar Ministerie
aan de 12 luchtvaartmaatschappijen die deelnemen aan het zogenaamde «Skyteam» de mogelijkheden presenteren om tegen mensenhandel
op te treden.
Overigens is het niet opportuun dat personeel van de luchtvaartsector wordt getraind op het gebied van internationale kinderontvoering.
Bij kinderontvoering is er een civielrechtelijk conflict tussen de ouders,bijvoorbeeld na een scheiding. Of een kind ongeoorloofd
(in strijd met het gezagsrecht) wordt meegenomen en of het kind terug moet naar het land van de gewone verblijfplaats, dient
door een rechter te worden bepaald. Wel kan luchtvaartpersoneel in twijfelgevallen altijd contact opnemen met de Koninklijke
Marechaussee, die de kwestie kan voorleggen aan de Nederlandse centrale autoriteit.
Nadat het bovengenoemde overleg met de luchtvaartsector tot meer concrete afspraken heeft geleid zal ik u nader informeren.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven