Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2014
Op 17 september jl. heeft uw Kamer mij verzocht om te reageren op het bericht «schokkende
undercoverbeelden in toonaangevend apenlaboratorium blootgesteld» (Handelingen II
2014/15, nr. 2, item 7). U heeft mij tevens gevraagd deze brief voor de begrotingsbehandeling van Economische
Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur, te sturen.
Enkele weken geleden zijn filmopnames gepubliceerd die undercover zijn opgenomen in
het Max-Planck-Institut in Tübingen, Duitsland. In het filmpje worden resusapen getoond
die in een instelling worden gehouden waar dierproeven voor neurologisch onderzoek
worden verricht. De opnames kunnen als zeer schokkend worden ervaren en zijn aanleiding
geweest voor het Max-Planck-Geselschaft om de gang van zaken in de instelling door
externe experts nauwkeurig te laten onderzoeken.
Uw Kamer heeft aan mij gevraagd of zulke activiteiten ook in Nederland plaatsvinden
of met steun vanuit Nederland.
In Nederland vindt neurocognitie-onderzoek met resusapen plaats op het Nederlands
Herseninstituut te Amsterdam en bij de Radboud Universiteit te Nijmegen. Beide kennisinstellingen
maken deel uit van internationale netwerken voor fundamentele onderzoek over de functie
van de hersenen. Er bestaat geen directe samenwerking tussen de Nederlandse instituten
en het laboratorium in Duitsland.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) concludeert in haar advies
«Gebruik van niet-humane primaten als proefdier – nut en noodzaak?» (Kamerstuk 32 336, nr. 30 d.d. 19 september jl.) dat wetenschappelijk onderzoek met apen, mits goed beargumenteerd
en getoetst, aanvaardbaar en vooralsnog onmisbaar is. Om vooruitgang in de neurowetenschappen
te kunnen bereiken, is onderzoek met apen nu en in de nabije toekomst nog steeds nodig.
Vanwege de gelijkenis met de mens is het onderzoek met apen cruciaal voor het verkrijgen
van kennis over de werking van de hersenen om uiteindelijk tot behandeling te komen
van hersenaandoeningen bij de mens.
Fundamenteel en toegepast onderzoek liggen daarbij in elkaars verlengde en kunnen
niet zonder elkaar plaatsvinden. Fundamentele kennis is nodig om uiteindelijk tot
toepassingen te komen die van groot belang zijn voor mensen met hersenaandoeningen
zoals de ziekte van Parkinson, Alzheimer en multiple sclerose.
In 2013 waren er 9 resusapen aanwezig in de proefdierfaciliteit van de Radboud Universiteit
en 14 resusapen op het Nederlands Herseninstituut. Alle dierproeven met deze apen
zijn voorafgaand aan de proef beoordeeld door een erkende dierexperimentencommissie
die in een ethische toets de afweging heeft gemaakt tussen het wetenschappelijke en
maatschappelijke belang van de dierproef met apen en het ongerief dat aan het proefdier
wordt berokkend. De dierexperimentencommissie dient daarbij eveneens de afweging te
maken of het doel van de dierproef ook op een andere manier kan worden bereikt of
met andere dieren dan apen of met minder dieren of met minder ongerief voor het proefdier.
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) voert regelmatig controle op de instellingen
uit betreffende de huisvesting en het welzijn van de apen. Situaties zoals getoond
in de film over het Max-Planck-Institut zijn niet geconstateerd tijdens de inspecties.
De door de instituten opgestelde protocollen over de behandeling van de dieren in
testsituatie en daarbuiten worden goed nageleefd. De dieren worden samen gehuisvest
en er wordt zorg gedragen voor voldoende kooiverrijking. Tijdens de testsituatie vindt
geen sedatie van de dieren plaats. De dieren worden getraind om mee te werken aan
het onderzoek zodat het gebruik van bijvoorbeeld vangstokken zoveel mogelijk kan worden
vermeden.
Hoewel het terugdringen van ongerief een belangrijk aspect bij de ethische afweging
is kan het onderzoek voor de apen belastend zijn. Het is daarom van groot belang dat
een goede verzorging en een respectvolle omgang met de dieren wordt gewaarborgd. De
NVWA ziet hierop toe tijdens haar inspecties. Net als bij alle dierproeven wil ik
ook bij dierproeven met apen toe naar een optimale verfijning, vermindering en vervanging.
Hiervoor heeft de KNAW in haar advies een aantal handvatten aangereikt. Het opvolgen
van de aanbevelingen van de KNAW moet er onder meer toe leiden dat de wetenschappelijke
instellingen het onderzoek nog beter op elkaar afstemmen ten behoeve van de verdere
verfijning van experimentele technieken, huisvesting en dierenwelzijn.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma