32 317 JBZ-Raad

Nr. 539 MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN

Voorgesteld 12 februari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat rampenbestrijding primair een zaak van de lidstaten zelf is;

constaterende dat landen vanzelfsprekend bereid zijn elkaar bij te staan in geval van grote branden of overstromingen, en dat hierover zo nodig nadere afspraken gemaakt zouden kunnen worden;

overwegende dat er nu een voorstel ligt om vanuit de Europese Unie reservecapaciteit aan te gaan houden (rescEU) voor alle typen crises, dus blusvliegtuigen, waterpompen, reddingsteams, veldhospitalen en medische noodteams;

constaterende dat hiermee een bedrag van meer dan 200 miljoen euro gemoeid is dat grotendeels gefinancierd wordt vanuit de EU-begroting;

van mening dat volstrekt niet duidelijk is op welke wijze het rescEU-plan zal leiden tot een efficiënte inzet van middelen;

verzoekt de regering niet in te stemmen met het oprichten van rescEU en meer in te zetten op verbetering van samenwerking op vrijwillige basis tussen lidstaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Naar boven