32 317 JBZ-Raad

Nr. 465 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2017

Per brief van 5 juli 2016 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer, op verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken en mede namens de commissies Veiligheid en Justitie en Immigratie en Asiel/JBZ-Raad in de Eerste Kamer, een reactie gegeven op mijn brief inzake de parlementaire instemmingsprocedure op JBZ-terrein van 27 mei 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 415). Door een administratieve omissie aan mijn zijde heeft de beantwoording van de brief van uw commissie helaas tot heden op zich laten wachten.

In uw schrijven bevestigt u de gemaakte afspraken inzake de uitoefening van het parlementaire instemmingsrecht op sommige JBZ-terreinen. Hierbij bevestig ik graag deze afspraken en som ik ze voor de volledigheid nogmaals op. Ik ga voorts in op enkele punten die door uw commissie hierbij zijn gestipuleerd.

Werkafspraken

  • 1. In Raadsverband wordt, zoals gebruikelijk, bij de onderhandelingen in dossiers waarvoor het parlementair instemmingsrecht geldt door Nederland een parlementair voorbehoud gemaakt; daarbij wordt tevens kenbaar gemaakt wat de betekenis van het instemmingsrecht van het Nederlandse parlement is en welke termijnen daarbij in acht worden genomen.

  • 2. In de relevante BNC-fiches en het overzicht van JBZ-dossiers dat de Kamers eens per kwartaal gelijktijdig met de geannoteerde agenda ontvangen, wordt bij dossiers waarin dat aan de orde is aangegeven dat parlementaire instemming vereist is.

  • 3. Zodra de finale tekst van een voorstel waarvoor het instemmingsrecht geldt openbaar is gemaakt, legt de verantwoordelijke Minister het voorstel de beide Kamers ter goedkeuring voor en verzoekt hij de Kamers schriftelijk om instemming. De Minister doet dit via de aanbiedingsbrief bij de geannoteerde agenda voor de desbetreffende Raad en voegt daarbij een kopie van het voorstel, of zoveel eerder als mogelijk middels een aparte brief.

  • 4. Indien de besluitvormende Raad een andere configuratie heeft dan de Raad die het voorstel heeft behandeld, wordt de Kamer het verzoek voorgelegd middels een aparte brief.

  • 5. Indien de finale tekst niet uiterlijk 15 dagen voor de besluitvormende Raad aan de Kamers kan worden verzonden, bevat het instemmingsverzoek een toelichting hieromtrent en wordt tevens aangegeven op welke wijze de Kamers zijn geïnformeerd over de voortgang van het dossier.

Ik dank u hartelijk voor de in uw brief getoonde bereidheid om ook instemmingsverzoeken die onverhoopt op korte termijn de Kamers bereiken welwillend te behandelen. Mede vanuit dit perspectief is het van het grootste belang dat beide Kamers tijdig en regelmatig op de hoogte worden gebracht van de voortgang in de onderhandelingen. In lijn met bovengenoemde werkafspraken zal ik beide Kamers proactief informeren over de voortgang van de onderhandelingen, de bereikte voorlopige overeenstemming op deelterreinen en de nog resterende discussiepunten met verwijzing naar de relevante nummers van documenten in het voor beide Kamers toegankelijke Delegates Portal (voorheen Extranet).

Informatie op basis van vertrouwelijke stukken en ontwerpbesluiten

Ik dank de beide Kamers voor hun reflectie op mijn voorstel1 dat al om instemming zal kunnen worden gevraagd op basis van een via Delegates Portal toegankelijke definitieve ontwerptekst. Ik stelde dit voor om een praktische uitwerking van het instemmingsrecht mogelijk te maken, en een zorgvuldige beoordeling door beide Kamers te vergemakkelijken.

U signaleert terecht dat er zich een zekere spanning voordoet tussen de bestaande instemmingsprocedures en het openbare karakter van de parlementaire taak enerzijds en de besluitvormingsprocedures binnen de Raad anderzijds.

In dit verband acht ik het van belang u er aan te herinneren dat de openbaarmaking van de finale tekst veelal plaats vindt op een relatief korte termijn voor de betreffende JBZ-Raad waarvoor de tekst is geagendeerd.

Zo kan bijvoorbeeld de bespreking in Coreper in een laat stadium van de behandeling van het dossier op Raadsniveau nog wijzigingen van de tekst tot gevolg hebben. Met het oog op deze Brusselse dynamiek zal ik in zulke omstandigheden graag een beroep doen op de door u aangeboden welwillende behandeling om de instemmingsprocedure versneld af te ronden.

Die hierboven gedane toezegging om u tijdig en regelmatig te informeren over het verloop van de onderhandelingen waarborgt dat ook bij een dergelijke versnelde instemmingsprocedure de Kamers goed geïnformeerd hun standpunt kunnen vaststellen.

Haags Kinderontvoeringsverdrag

Ik stelde voor dat niet gewacht zou hoeven worden totdat een definitieve tekst van het desbetreffende raadsbesluit beschikbaar komt, maar dat reeds op het moment dat een dergelijk besluit op ambtelijk niveau wordt voorbereid om instemming van de Kamers kan worden verzocht. Ik dank dan ook beide Kamers dat de instemmingsprocedure kan worden doorlopen op basis van een ontwerpbesluit zoals gepubliceerd door de Europese Commissie. Een minimale tekstuele wijziging na instemming kan daarbij niet worden uitgesloten, nu er voor het definitieve besluit nog een revisie door de juristen-linguïsten plaatsvindt. Daarbij worden in vrijwel alle gevallen nog enige, zuiver tekstuele, wijzigingen aangebracht in het ontwerpbesluit.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 32 317, nr. 415.

Naar boven