32 317 JBZ-Raad

Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2015

Met deze brief informeer ik u dat Nederland en het Verenigd Koninkrijk op 24 februari 2015 een Memorandum of Understanding hebben getekend over het houden van de Prüm business case ter uitvoering van het Europese Raadsbesluit 2014/836/EU van 27 november 2014 tot vaststelling van bepaalde regelingen en overgangsregelingen betreffende de beëindiging van de deelname van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan een aantal handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld (Pb L 343 van 28.11.2014, blz. 17–18).

In dit Raadsbesluit zijn de handelingen vastgesteld die vóór het Verdrag van Lissabon zijn ingevoerd op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken, waaraan het Verenigd Koninkrijk zal blijven deelnemen. In deze handelingen zijn niet de Prüm-besluiten opgenomen (Besluiten 2008/615/JBZ1 en 2008/616/JBZ2 van de Raad en aan Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad3).

Gezien de praktische en operationele betekenis van de Prüm-besluiten voor de rechtshandhaving en de voorkoming, de opsporing en het onderzoek van strafbare feiten is tevens in dit Raadsbesluit bepaald dat het Verenigd Koninkrijk een business case uitvoert naar de werking en tenuitvoerlegging van de Prüm-besluiten teneinde te beoordelen welke verdiensten en praktische voordelen verbonden zijn aan de mogelijkheid dat het Verenigd Koninkrijk toetreedt tot de Prüm-besluiten. Het Verenigd Koninkrijk zal de business case uitvoeren met vier EU-lidstaten, waaronder Nederland. De uitvoering van de business case omvat de uitwisseling van DNA-profielen op een wijze die overeen komt met die in de Prüm-besluiten. Nederland en het Verenigd Koninkrijk sturen hiertoe elkaar 1.000 DNA-profielen van sporen van onopgeloste misdrijven voor vergelijking in de nationale DNA-databank van het andere land op grond van artikel 7 van de Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen lidstaten van de Europese Unie.

Het Memorandum of Understanding loopt af op 31 augustus 2015. De resultaten van de business case dienen uiterlijk op 30 september 2015 te worden gepubliceerd. Indien de business case over de werking en tenuitvoerlegging positief is, moet het Verenigd Koninkrijk uiterlijk op 31 december 2015 besluiten of het de Raad binnen een tijdsbestek van de volgende vier weken in kennis zal stellen van zijn wens deel te nemen aan de Prüm-besluiten overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36. Het Verenigd Koninkrijk heeft aangegeven dat een positieve stemming in zijn parlement vereist is alvorens een dergelijk besluit kan worden genomen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1).

X Noot
2

Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).

X Noot
3

Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 14).

Naar boven