32 317 JBZ-Raad

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2012

Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 21 juni 2012 over het reguliere migratiebeleid heb ik toegezegd om u voor het zomerreces te informeren over de stand van zaken van de samenwerking met Turkije op JBZ-terrein, inclusief de onderhandelingen over de terug- en overnameovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije.

Ten behoeve van het bevorderen van de samenwerking tussen de Europese Unie en Turkije zijn Raadsconclusies opgesteld. Over de totstandkoming en inhoud van deze Raadsconclusies is uw Kamer geïnformeerd1.

Deze Raadsconclusies zijn in de Raad Sociale Zaken van 21 juni 2012 zonder verdere bespreking, als a-punt, aangenomen.

Zoals ik in mijn brief van 20 juni 2012 aan uw Kamer heb gemeld, is de kern van deze Raadsconclusies de versterking van de samenwerking tussen de Europese Unie en Turkije op JBZ-terrein. Deze samenwerking ziet op een aantal thema’s, zoals veiligheid, terrorismebestrijding, grensoverschrijdende criminaliteit, migratie, inclusief terugkeer, en grensbeheer. Het kabinet hecht veel waarde aan samenwerking met Turkije op JBZ-terrein, inclusief de spoedige ondertekening en implementatie van de terug- en overnameovereenkomst. Hierdoor zal de druk van illegale immigratie richting de Europese Unie afnemen en de feitelijke uitzetting van illegaal verblijvende vreemdelingen uit Nederland en andere Europese lidstaten naar Turkije beter geregeld kunnen worden. Dit is van belang voor Griekenland, waar jaarlijks een groot aantal illegale vreemdelingen de Europese Unie binnenkomt via de Turks-Griekse grens, en daarmee ook van belang voor Nederland.

Onderdeel van het pakket is tevens een langetermijnperspectief op visumliberalisatie. Dit perspectief, inherent verbonden aan het kandidaat-lidmaatschap van Turkije, is gekoppeld aan strikte voorwaarden. De Commissie is gevraagd om stappen te zetten om Turkije perspectief te geven op visumliberalisatie op de lange termijn, gelijktijdig met Turkse samenwerking op JBZ-terrein waaronder de ondertekening van de terug- en overnameovereenkomst

Het is dus niet zo dat – zoals in verschillende media is gesuggereerd – de Raad heeft besloten tot versoepeling van het EU-visumbeleid jegens Turkije. De Raad heeft in de conclusies bevestigd dat de concretisering van dit perspectief op de langere termijn onder strikte voorwaarden, gekoppeld is aan Turkse samenwerking op JBZ-terrein.

In de conclusies van 21 juni 2012 stelt de Raad een aantal stevige voorwaarden waaraan Turkije moet voldoen om het perspectief op visumliberalisatie op de lange termijn nader in te vullen:

  • ondertekening en implementatie van de terug- en overnameovereenkomst,

  • samenwerking bij het tegengaan van illegale migratie,

  • effectieve beheersing van migratiestromen aan de Turks/Griekse grens,

  • het in lijn brengen van het Turkse visumbeleid met dat van de EU (met name ten aanzien van bronlanden van illegale migratie richting de EU).

De Raad benadrukt dat Turkije deze verplichtingen zowel richting de EU als geheel als in samenwerking met alle individuele lidstaten dient te vervullen.

Naast de door de Raad vastgestelde bovengenoemde voorwaarden zal Turkije de reguliere voorwaarden voor visumliberalisatie moeten vervullen. Het gaat hierbij om het overnemen en implementeren van voorwaarden op het terrein van documentveiligheid, het tegengaan van illegale migratie (o.a. grensbewaking; migratiebeleid en implementatie; asielwetgeving), voorwaarden op het gebied van openbare orde en nationale veiligheid, en op het terrein van externe betrekkingen en fundamentele vrijheden. Dit zijn dezelfde voorwaarden die worden gesteld aan andere buren van de EU die in aanmerking willen komen voor visumliberalisatie (zie Kamerbrief: EU Visumbeleid voor de naaste buren van de Unie, d.d. 7 oktober 20112).

Bij de vervulling van bovengenoemde voorwaarden is geen sprake van kalenderfixatie of streefdata, maar van een prestatiegerichte benadering. Op dit moment is nog niet bekend wanneer het perspectief op visumliberalisatie nader wordt geconcretiseerd. Dit is afhankelijk van de voortgang van de Turkse samenwerking met de Europese Unie, waaronder de ondertekening en implementatie van de terug- en overnameovereenkomst door Turkije. Deze prestatiegerichte benadering komt overeen met het kabinetsstandpunt dat is neergelegd in de visumbrief van oktober 2011.

Stand van zaken terug- en overnameovereenkomst

Zoals hiervoor is aangegeven, is een van de voorwaarden het ondertekenen en de implementatie van de terug- en overnameovereenkomst. Op 21 juni 2012, dezelfde dag dat de Raadsconclusies zijn aangenomen, is een eerste stap gezet en is de terug- en overnameovereenkomst door Turkije geparafeerd. In de Raad Algemene Zaken van 26 juni 2012 is besloten dat tot ondertekening van de terug- en overnameovereenkomst kan worden overgegaan.

Het kabinet acht het van groot belang dat, na ondertekening van de betreffende overeenkomst, deze overeenkomst door Turkije op een zo kort mogelijke termijn wordt geratificeerd en vervolgens zorgvuldig wordt geïmplementeerd.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

Geannoteerde agenda en verskag JBZ-raad juni 2012, Tweede Kamer 2011–2012, 32 317, nrs. 121 en 124.

X Noot
2

Kamerstukken 21 501-02, nr. 1096.

Naar boven