nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2010
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 februari
2010.
De wens dat over de structuurvisie openbaar overleg gepleegd wordt kan
door of namens de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 1 maart
2010.
In de Watervisie uit 2007 (Kamerstuk 27 625, nr. 101) heeft
het kabinet geconcludeerd dat de Afsluitdijk toe is aan een opknapbeurt. Bij
toetsing bleek dat de Afsluitdijk niet meer voldoet aan de wettelijk vereiste
norm voor veiligheid. Hierbij heeft het kabinet aangegeven te willen onderzoeken,
in hoeverre deze opknapbeurt kan worden gecombineerd met andere initiatieven,
plannen en wensen voor de Afsluitdijk. De veiligheid staat voorop, maar mogelijk
kunnen ook kansen worden benut voor duurzame energiewinning, transport over
land en water, recreatieve ontwikkelingen en natuurontwikkeling en/of visserij.
Zoals aangegeven in mijn brief van 26 juni 2009 (Kamerstukken II
2008/09, 27 625, nr. 139), werk ik toe naar een voorkeursbeslissing
voor de Afsluitdijk in 2010. Deze voorkeursbeslissing wil ik nemen in de vorm
van een structuurvisie Toekomst Afsluitdijk, conform artikel 2.3, tweede lid,
van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Conform artikel 2.3, derde lid Wro
leg ik u, mede namens de minister van VROM, een beschrijving voor van de inrichting
van de voorgenomen structuurvisie Toekomst Afsluitdijk. De structuurvisie
zal in nauwe samenwerking met de ministers van LNV, EZ, Defensie, OCW en Financiën
worden opgesteld en in overeenstemming met de minister van VROM worden vastgesteld.
Het kader waarbinnen de structuurvisie Toekomst Afsluitdijk tot stand
komt wordt gevormd door de visies en overheidsreferenties uit het rapport «Dijk
en meer» en door het advies over dit rapport van de Adviescommissie
Verkenning Toekomst Afsluitdijk onder leiding van de heer drs. E. Nijpels.
Belangrijke bouwstenen voor de onderbouwing van de voorkeursbeslissing zijn
een op te stellen milieueffectrapportage en maatschappelijke kosten-batenanalyse.
De milieueffectrapportage volgt de procedure van de plan-m.e.r. op grond van
de Wet milieubeheer.
De structuurvisie gaat over de Afsluitdijk zelf en het gebied rond de
Afsluitdijk. De exacte begrenzing van het gebied in de Waddenzee, het IJsselmeer
en aan de beide «koppen» van Noord-Holland en Friesland wordt
bepaald tijdens het opstellen van de structuurvisie, omdat de begrenzing een
directe relatie heeft met de te kiezen variant. Maatgevend voor de begrenzing
zijn de ruimtelijke mogelijkheden om de genoemde ambities tot stand te brengen.
De structuurvisie is een besluit van de rijksoverheid. Om tot zijn recht
te laten komen dat de toekomstige ontwikkeling van de Afsluitdijk ook van
belang is voor regionale overheden en tal van maatschappelijke organisaties,
burgers en bedrijven, zal de structuurvisie in nauwe dialoog met hen worden
opgesteld. Daarnaast heb ik het voornemen om met de betrokken provincies en
gemeenten tot een bestuursovereenkomst te komen, met afspraken over de realisatie
van de structuurvisie Toekomst Afsluitdijk. Deze bestuursovereenkomst wil
ik tegelijkertijd met de structuurvisie, eind 2010, gereed hebben.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa