Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2011
Overeenkomstig mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg over zwangerschap en geboorte van 17 februari 2011 (Kamerstuk
32 279, nr. 18), stuur ik u de rapportage van de stichting Perinatale Audit Nederland (PAN), zoals dat op 25 november 2011 aan het ministerie
is aangeboden.1
Belangrijkste conclusie van de rapportage is dat de sterfte van voldragen baby’s sinds 2001 met 39% is gedaald. De totale
perinatale sterfte (inclusief de foetale sterfte na 22 weken) is met 23% verminderd. Het spreekt voor zich dat ik ingenomen
ben met deze positieve resultaten.
Voorts blijkt helder uit de rapportage dat de perinatale audit op een gedegen wijze van de grond komt. Zo laat het rapport
zien dat 97% van de verloskundige samenwerkingsverbanden in een audit participeren. Inmiddels heb ik van het bestuur van de
stichting PAN begrepen dat dit percentage tot 100% is gestegen. Naast de belangrijke betekenis hiervan voor de verbetering
van de perinatale zorg, vind ik het minstens zo belangrijk dat hiermee de communicatie en samenwerking tussen alle betrokkenen
(waaronder gynaecologen, verloskundigen, kinderartsen, verpleegkundigen, huisartsen) een flinke impuls krijgt.
Vanzelfsprekend zijn er nog verbeteringen denkbaar, daar is de audit immers voor bedoeld. De stichting PAN doet aanbevelingen
voor verbeteringen op het gebied van richtlijnontwikkeling, aanvullende scholing, pathologisch onderzoek en registratie en
verslaglegging. Ook ziet de stichting verbetermogelijkheden in de aansturing, ondersteuning en begeleiding van de audit.
Voor een belangrijk deel kunnen deze aanbevelingen als input dienen voor het College Perinatale Zorg om verder te worden uitgewerkt
om vervolgens landelijk te kunnen worden uitgedragen.
Alles overziend steunt de rapportage mij in de overtuiging dat we goed op weg zijn om de perinatale gezondheid in Nederland
te verbeteren. Initiatieven als de Perinatele Audit Nederland, de Perinatale Registratie Nederland, het College Perinatale
Zorg, maar ook het onlangs gestarte proefproject binnen een twaalftal gemeenten (Healthy Pregnancy 4All) zullen naar mijn stellige verwachting de bereikte resultaten consolideren of verder verbeteren.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers