Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Zoals in mijn brief van 19 mei jl. (Kamerstuk 32 279, nr. 197) aan u aangekondigd, informeer ik u over het overleg dat ik op 18 juni jl. heb gevoerd
met de betrokken beroepsgroepen over vitamine K-profylaxe bij pasgeborenen.
Uit dit overleg met de betrokken beroepsgroepen (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde,
AJN Jeugdartsen Nederland, Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen,
BoGeboortezorg), Kenniscentrum Kraamzorg, Stichting Kind en Ziekenhuis, Landelijke
borstvoedingsraad en het Voedingscentrum, is naar voren gekomen dat een wijziging
van het huidige vitamine K-profylaxe beleid wenselijk is en unaniem wordt gesteund.
De betrokken partijen willen een vitamine K-profylaxe beleid dat effectief en duidelijk
is en waarbij de keuze niet wordt gebaseerd op de voeding van de pasgeborenen (borstvoeding
of flesvoeding).
Een wijziging van het huidige beleid brengt de nodige (uitvoerings)consequenties met
zich mee. Het gaat daarbij om vragen over o.a. de financiering, de administratieve
lasten, wie de vitamine K gaat toedienen en hoe en waar de keuze voor de wijze van
toediening van vitamine K vastgelegd gaat worden. Deze consequenties zijn nu nog niet
bekend, maar zijn wel van invloed op de vormgeving van het toekomstige vitamine K-profylaxe
beleid voor pasgeborenen. Om deze consequenties inzichtelijk te krijgen, heb ik het
RIVM gevraagd een uitvoeringstoets uit te voeren, waarmee de (uitvoerings)consequenties
van een wijziging van het vitamine K-profylaxe beleid in kaart worden gebracht.
Op basis van mijn gesprek met de bij de geboortezorg betrokken partijen zal voor de
uitvoeringstoets de variant van intramusculaire toediening (injectie) van vitamine K
voor alle pasgeborenen, met als alternatief orale toediening, het uitgangspunt zijn.
Hiervoor is gekozen omdat deze wijze van toediening van vitamine K het meest effectief
is en al in vele andere landen succesvol wordt toegepast. Daarnaast wordt er bij deze
variant geen onderscheid gemaakt op basis van de voeding die de pasgeborene zal krijgen,
namelijk borstvoeding of flesvoeding. Op basis van de uitkomsten van de uitvoeringstoets
kan dit aangepast worden om te komen tot een toekomstig vitamine K-profylaxe beleid
voor pasgeborenen dat zowel effectief, efficiënt als uitvoerbaar is. De bij de geboortezorg
betrokken partijen zullen nauw bij de uitvoeringstoets worden betrokken.
Ik zal u uiterlijk begin 2021 over de uitkomst van de uitvoeringstoets en de verdere
implementatie informeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis