Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32261 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32261 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg op een aantal punten te wijzigen ten einde in Nederland effecten te kunnen toekennen aan in het buitenland opgelegde beperkingen in de beroepsuitoefening en bij wijze van experiment taakherschikking mogelijk te maken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5, tweede lid, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d, door een puntkomma wordt aan artikel 6 een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. indien ten aanzien van de aanvrager een maatregel, berustende op een in het buitenland gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing, van kracht is op grond waarvan de aanvrager zijn rechten ter zake van de uitoefening van het betrokken beroep in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend geheel heeft verloren.
Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d, door een puntkomma wordt aan artikel 7 een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. indien zulks voortvloeit uit een maatregel, berustende op een in het buitenland gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing op grond waarvan de ingeschrevene zijn rechten ter zake van de uitoefening van het betrokken beroep in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend geheel heeft verloren.
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onze Minister kan artikel 6, onderdeel e, en artikel 7, onderdeel e, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze bepalingen beogen te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2. In het register wordt een aantekening geplaatst van een maatregel, berustend op een in het buitenland gegeven rechterlijke tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing op grond waarvan de ingeschrevene zijn rechten terzake van de uitoefening van het betrokken beroep in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend gedeeltelijk heeft verloren.
2. Het derde lid (nieuw) komt als volgt te luiden:
3. Bij een aantekening als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt vermeld:
a. de datum waarop van de schorsing of van de in het tweede lid bedoelde maatregel een aantekening wordt geplaatst alsmede de duur daarvan, indien die reeds bekend is;
b. de datum waarop de in het eerste lid bedoelde voorwaarden of ontzegging zijn gaan gelden alsmede, ingeval de voorwaarden of de in het tweede lid bedoelde maatregel tot een proeftijd zijn beperkt, de duur daarvan dan wel;
c. de datum waarop de schorsing of de in het tweede lid bedoelde maatregel is geëindigd dan wel vanaf welke de in het eerste lid bedoelde voorwaarden dan wel ontzegging of de in het tweede lid bedoelde maatregel niet langer gelden.
3. Na het derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de in het tweede lid bedoelde aantekening in het register is geplaatst, geldt de in het buitenland opgelegde bevoegdheidsbeperking ook voor de beroepsuitoefening in Nederland.
In artikel 11, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 9» vervangen door: artikel 9 met betrekking tot een op deze wet berustende maatregel of besluit.
Artikel 19, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Indien een arts op grond van artikel 61, tiende of elfde lid, van de Geneesmiddelenwet bevoegd is geneesmiddelen te bereiden en ter hand te stellen, behoren deze handelingen mede tot het gebied van zijn deskundigheid.
Aan artikel 31 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij of krachtens de maatregel kunnen geneesmiddelen worden aangewezen waarvan het voorschrijven tot het deskundigheidsgebied van de verloskundige behoort en kan apparatuur worden aangewezen waarvan het gebruik tot het deskundigheidsgebied van de verloskundige behoort.
Aan artikel 34, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij of krachtens de maatregel kunnen geneesmiddelen worden aangewezen waarvan het voorschrijven tot het deskundigheidsgebied behoort van personen, die de krachtens het eerste lid geregelde of aangewezen opleiding hebben voltooid, en kan apparatuur worden aangewezen waarvan het gebruik tot het deskundigheidsgebied behoort van personen, die de krachtens het eerste lid geregelde of aangewezen opleiding hebben voltooid.
In artikel 35, eerste lid, wordt «de artikelen 36 en 37» telkens vervangen door: de artikelen 36 tot en met 37.
Na artikel 36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in afwijking van artikel 36 van deze wet en van artikel 1, eerste lid, onderdeel pp, van de Geneesmiddelenwet bij wijze van experiment worden bepaald, dat voor een termijn van maximaal vijf jaar een bij de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren, die werkzaam is op het gebied van de individuele gezondheidszorg en die met goed gevolg een bij de maatregel aangewezen opleiding met betrekking tot de aan te wijzen voorbehouden handeling heeft afgerond, wordt aangewezen als zijnde bevoegd tot het verrichten van in die maatregel aangewezen handelingen.
2. Op de in de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren is artikel 36, vijftiende lid, van overeenkomstige toepassing.
3. Bij de maatregel kan aan de in het eerste lid omschreven categorie van beroepsbeoefenaren gedurende de in dat lid bedoelde periode het recht verleend worden een in de maatregel aan te geven titel te voeren. Gedurende deze periode is het aan anderen verboden deze titel of een daarop gelijkende benaming te voeren.
4. Met een recept als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel pp, van de Geneesmiddelenwet wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld een document dat is opgesteld door een met naam en werkadres aangeduide beroepsbeoefenaar, die behoort tot de bij de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren die op grond van de maatregel bevoegd is tot het voorschrijven van UR-geneesmiddelen alsbedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de Geneesmiddelenwet, en waarin aan een persoon als bedoeld in artikel 61, eerste lid, onderdeel a of b, van de Geneesmiddelenwet, een voorschrift wordt gegeven om een met zijn stofnaam of merknaam aangeduid geneesmiddel in de aangegeven hoeveelheid, sterkte en wijze van gebruik ter hand te stellen aan een te identificeren patiënt en dat is ondertekend door de desbetreffende beroepsbeoefenaar dan wel, zonder te zijn ondertekend met een zodanige code is beveiligd dat een daartoe bevoegde persoon of instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen.
5. Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing op de bij de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren, met dien verstande dat op deze beroepsbeoefenaren slechts de maatregelen bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van toepassing zijn.
6. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
7. Indien voor het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn een voorstel van wet tot wijziging van artikel 36 in de zin van de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt de in het eerste lid bedoelde termijn verlengd, met een maximum van vijf jaren en vervalt op
a. het moment van inwerkingtreding van de bedoelde wijzigingswet, danwel
b. het moment dat de bedoelde wijzigingswet wordt ingetrokken of verworpen door een der Kamers der Staten-Generaal.
In artikel 38 wordt in de aanhef «de artikelen 36 en 37» vervangen door: de artikelen 36 tot en met 37.
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te vervallen, onder vernummering van het tweede tot en met het zesde lid tot het eerste tot en met het vijfde lid.
2. In de tweede volzin van het tweede lid (nieuw) wordt «het eerste lid» vervangen door: artikel 7, onderdeel e.
3. In de tweede volzin van het vierde lid (nieuw) wordt «het derde lid» vervangen door: het tweede lid.
Artikel 43, tweede lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden:
b. ten aanzien van hem geen maatregel als bedoeld in artikel 6, onderdeel e, van kracht is en voor zover zijn rechten ter zake van de uitoefening van zijn beroep in de lid-Staat onderscheidenlijk een andere overeenkomstsluitende staat waar hij gevestigd is, beperkt is op grond van een in dat land gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing, hij zich houdt aan de in dat land opgelegde bevoegdheidsbeperking.
In artikel 45, derde lid, wordt «artikel 42, tweede lid» vervangen door: artikel 42, eerste lid.
De bepalingen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of de onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32261-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.