32 252 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK

Ontvangen 7 juni 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt artikel 11.48 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «5 dB» vervangen door: 2 dB.

2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister beslist binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Toelichting

Tot 18 juli 2018 wordt een geluidproductieplafond op verzoek van burgemeester en wethouders van een gemeente slechts verlaagd in verband met door die gemeente te treffen of te bekostigen dan wel getroffen of bekostigde maatregelen tot verlaging van de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten (artikel 11.48 lid 1). In afwijking hiervan is verlaging op verzoek wel mogelijk indien de berekende geluidproductie ten minste 5 dB lager is dan het geldende geluidproductieplafond (artikel 11.48 lid 2). Een geringere verlaging kan al van doorslaggevend belang zijn voor realisatie van nieuwbouw. Voorts is er geen verplichting tot het verlagen van het plafond. Daarom wordt met dit amendement de grens verlaagd van 5 dB naar 2 dB.

Vanuit de systematiek van de Wro, met de verplichting tot het hebben van actuele bestemmingsplannen, is het ongewenst om een vertraging van het voorbereidingstraject te hebben. Om die reden is een beslistermijn van 4 weken van het bevoegd gezag in combinatie met de toepassing van Lex silencio positivo (naar analogie van artikel 11.24 Wm lid 2) een goed sturingsprincipe. Op die manier is verankerd dat de aanpassing van de geluidsproductieplafonds geen belemmerende factor wordt in de (voorbereiding van) gemeentelijke ruimtelijke besluiten.

Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Naar boven