Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2015
De commissie voor de Rijksuitgaven biedt u hierbij het eindrapport van de evaluatie
van de Toekomst- en onderzoeksagenda aan1.
De Toekomst- en onderzoeksagenda is in 2009 geïntroduceerd2 als een methode teneinde – in aanvulling op de gevestigde praktijk in de Kamer om
op ieder gewenst moment tot het instellen van een parlementair onderzoek te besluiten
– via een vaste procedure jaarlijks ook een proces in gang te zetten dat zou leiden
tot het systematisch in uitvoering in uitvoering nemen van (ten hoogste drie) nieuwe
parlementaire onderzoeken.
De Toekomst- en onderzoeksagenda van de Tweede Kamer bestaat circa vijf jaar. Op 18 juni
2014 heeft het presidium ingestemd met de op 15 mei 2014 door de commissie voor de
Rijksuitgaven vastgestelde opzet van de evaluatie van het instrument Toekomst- en onderzoeksagenda. Doel van de evaluatie is de Kamer te voorzien van
relevante feiten en meningen over de meerwaarde van het instrument Toekomst- en Onderzoeksagenda
bij de versterking van de informatie- en kennispositie van de Kamer, opdat de Kamer
kan oordelen en besluiten over het behoud en/of een verbetering van het instrument.
De directeur Informatiseringsbeleid van de Tweede Kamer is als ambtelijk opdrachtgever
verantwoordelijk geweest voor de begeleiding van het evaluatieproces. De evaluatie
is deels intern en deels extern uitgevoerd. Het externe deel is uitgevoerd door BMC
Onderzoek. De directeur Informatiseringsbeleid heeft in zijn brief van 17 februari
2015 aan de commissie laten weten dat BMC Onderzoek de evaluatie conform de verstrekte
opdracht, binnen de afgesproken planning en het geoffreerde bedrag heeft afgerond.
Op grond van het evaluatieonderzoek adviseert BMC Onderzoek om de Toekomst- en onderzoeksagenda
in zijn huidige vorm te beëindigen. Grote of kleine aanpassingen aan het instrument
kunnen volgens BMC Onderzoek de werking ervan weliswaar verbeteren, maar zullen niet
bijdragen aan de beoogde doelstellingen. BMC Onderzoek doet in het rapport enkele
aanbevelingen om «de pro-actieve en onderzoekende rol van de Kamer te versterken».
De commissie voor de Rijksuitgaven zal het rapport bestuderen en bespreken in een
komende procedurevergadering met de intentie eerst het presidium te adviseren over
de in het rapport opgenomen conclusies en aanbevelingen.
De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers
De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen