32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2018

Hierbij informeer ik uw Kamer over de ontwikkelingen over de pulsvisserij naar aanleiding van de uitkomst van de recente stemming in het Europees parlement over de Verordening Technische Maatregelen. Het lid Geurts heeft hier om verzocht tijdens het ordedebat van 16 januari 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 39).

Proces Verordening Technische Maatregelen

Het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe Verordening Technische Maatregelen biedt ruimte voor de pulsvisserij. De introductie van de mogelijkheid van pulsvisserij was mede ingegeven door de positieve resultaten van de pulsvisserij in Nederland. De Raad van Visserijministers heeft 11 mei 2017 in de Algemene Oriëntatie over dit voorstel echter ingezet op een beperking van de pulsvisserij tot 5% van de boomkorvloot, ondanks stevig en uitgesproken verzet van Nederland. In afstemming met uw Kamer heeft Nederland daarom tegen deze Algemene Oriëntatie gestemd. In de stemming van deze Algemene Oriëntatie stemden Nederland en Denemarken tegen. Voor Denemarken ging het hier echter niet om de pulsvisserij, maar om andere redenen.

Na deze besluitvorming in de Raad kwam ook de behandeling in het Europees parlement van de voorgestelde Verordening op gang. Nederland heeft daarbij intensief contact onderhouden met diverse leden van het Europees parlement en ook met andere sleutelfiguren in dit wetgevingsproces.

In het Europees parlement is op 21 november 2017 in het visserijcomité een compromisamendement aangenomen waarbij de pulsvisserij werd beperkt tot 5% van de boomkorvloot totdat uit meerjarig onderzoek zou blijken dat er geen significante negatieve effecten optreden. Na een regionaal proces zou dan de pulsvisserij breed kunnen worden toegelaten. Gezien het al lopende meerjarige onderzoek en het vertrouwen dat hieruit goede resultaten naar voren zouden komen, kon dit vanuit Nederlands perspectief gezien worden als een aanvaardbaar amendement.

Hierna is een zeer stevige anti-pulscampagne op gang gekomen. Deze campagne werd met name geïnitieerd en georkestreerd door Franse natuurorganisaties en visserijvertegenwoordigers. Door deze campagne is de weerstand in het Europees parlement gegroeid. Ook werden de belangentegenstellingen tussen de vissers onderling en tussen de visserijbelangen en milieubelangen uitvergroot. Nederlandse leden van het Europees parlement hebben van hun kant steeds wetenschappelijke en feitelijke informatie over de pulsvisserij naar voren gebracht. Deze feitelijke informatie kwam voort uit het lopende onderzoek en belichtte de voordelen van de pulstechniek voor milieu, natuur en visserij. Ik wil hierbij benadrukken dat de sector hierbij een zeer belangrijke rol heeft gespeeld en een absoluut uiterste inspanning heeft gedaan om het tij ten goede te keren. De Nederlandse overheid heeft met name via onze Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in Brussel ook actief bijgedragen aan een eerlijk en transparant beeld van de pulsvisserij. Ook hebben wetenschappers verbonden aan het pulsonderzoek hun inbreng gegeven.

Na de stemming in het visserijcomité van het Europees parlement zijn nieuwe amendementen op tafel gekomen, waaronder amendementen om de pulsvisserij totaal te verbieden. Deze amendementen bieden ook geen ruimte voor verder onderzoek en nadere besluitvorming. Deze amendementen met een totaalverbod op pulsvisserij zijn op 16 januari jl. aangenomen in de plenaire zitting van het Europees parlement.

Het voorstel voor een Verordening komt nu, samen met het Rapport van het Europees parlement met de aangenomen amendementen en met de Algemene Oriëntatie van de Raad, ter tafel in trilogen tussen de Commissie, de Raad en het Europees parlement. Deze trilogen zijn er op gericht een compromis te vinden tussen de standpunten van de drie instellingen. Een bereikt compromis zal ter finale goedkeuring aan zowel de Raad als het Europees parlement worden voorgelegd, en ook de Europese Commissie zal zich moeten kunnen vinden in het eindresultaat.

Tijdens dit besluitvormingsproces zal ik het uiterste doen om voor de pulsvisserij een zo positief mogelijk resultaat te behalen. Ik realiseer me dat dit een zware opgave wordt. Opgemerkt moet worden dat er naast de pulsvisserij nog andere onderwerpen een plek hebben in deze Verordening waarover een compromis moet worden bereikt. Ook dat maakt het proces onvoorspelbaar.

Toekomst pulstoestemmingen

Zolang de nieuwe Verordening Technische Maatregelen niet in werking is getreden verandert er niets voor de huidige pulstoestemmingen. Er zijn 84 pulstoestemmingen verstrekt, waarvan 79 operationeel, op basis van verschillende onderdelen van de Europese regelgeving.

42 van de 84 toestemmingen zijn verstrekt in het kader van het brede proefproject dat zich richt op het faciliteren van de invoering van de aanlandplicht, waarover u bij brieven van 3 februari en 17 februari 2014 door de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken bent geïnformeerd (Kamerstuk 32 201, nrs. 68 en 69). Het proefproject is conform de voorschriften aan de Europese Commissie genotificieerd. Dit project en deze toestemmingen lopen medio 2019 af, dit verschilt per vaartuig afhankelijk van de exacte datum van uitgifte. Deze datum is uitdrukkelijk vastgelegd in de toestemming van de visserman. Indien niet tijdig Europese regelgeving in werking is getreden waarmee de pulsvisserij wordt toegestaan lijkt verlenging van deze toestemmingen niet mogelijk.

De overige 42 toestemmingen zijn op basis van de huidige Verordening Technische Maatregelen verleend voor onbepaalde tijd. Of na het inwerkingtreden van de nieuwe Verordening Technische Maatregelen deze (en andere) toestemmingen kunnen worden voortgezet hangt af van de uitkomst van het lopende wetgevingsproces.

Sociaaleconomische gevolgen van beëindiging van de pulsvisserij

Ik wil voorop stellen dat er na de genoemde stemming in het Europees parlement geen direct verbod van kracht wordt op de pulsvisserij. Zoals in het voorgaande aangegeven moet eerst in de triloog een compromis worden gevonden voor de Verordening Technische Maatregelen en moet deze Verordening in werking treden.

Ik heb groot begrip voor de zorgen van de sector over deze besluitvorming. Ik heb op maandag 22 januari hierover uitgebreid gesproken met de visserijorganisaties en zal ook in de komende maanden nauw contact met hen houden over het nu lopende wetgevingsproces.

Momenteel zijn 84 pulstoestemmingen verstrekt, waarvan er zoals hiervoor aangegeven 79 operationeel zijn. Het betreft bijna 30% van de huidige totale boomkorvloot. Dit percentage varieert sterk per haven. Deze pulskottervloot heeft 5 à 600 opvarenden, wat overeenkomt met ca 40% van de totale Nederlandse kottervloot. De pulskotters zijn vooral gericht op de tongvangst. Ca 75% van de door Nederlandse kotters gevangen tong wordt gevangen door pulskotters. Voor schol ligt dit op ca 30%. De totale waarde van door pulskotters aangevoerd vis bedraagt ca 110 miljoen euro, dit is ruim 30% van de aanvoer door de totale kottervloot. Als pulsvisserij wordt verboden zullen de kotters met een pulstuig moeten omschakelen naar een ander tuig. Teruggaan naar de traditionele boomkor zal investeringen vereisen en gepaard gaan met hogere kosten. Het brandstofverbruik zal ongeveer verdubbelen. Tevens zal de impact op de zeebodem veel groter worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven