32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 42 MOTIE VAN HET LID VAN GERVEN

Voorgesteld 15 maart 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat het dood teruggooien van bijgevangen vis in zee moreel onwenselijk is;

overwegende, dat Noorwegen met een discardverbod de hoeveelheid bijgevangen vis spectaculair heeft teruggebracht;

van mening, dat maatregelen die het probleem bij de bron aanpakken door bijvoorbeeld selectiever te vissen zeer wenselijk zijn;

van mening, dat hiernaast ook een discardverbod als kroon of sluitstuk op de maatregelen noodzakelijk is om selectief vissen op zo kort mogelijke termijn af te dwingen en innovatie te bevorderen;

verzoekt de regering zich in Europa maximaal in te zetten om op de kortst mogelijke temijn, een eind te maken aan de discards, dat wil zeggen, het dood teruggooien in zee van bijgevangen vis, en daarbij het voorbeeld van Noorwegen voor ogen te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gerven

Naar boven