32 187 (R 1902) Goedkeuring van het op 30 mei 2008 te Dublin totstandgekomen Verdrag inzake clustermunitie (Trb. 2009, 45)

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 januari 2011

Algemeen

Tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer over het Verdrag inzake Clustermunitie (30 juni 2010; Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 93, blz. 7705–7720) heeft de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Verhagen toegezegd de Kamer op de hoogte te houden van de stand van zaken met betrekking tot de ratificatie van dit Verdrag.

Op 3 december 2008 heeft Nederland het Verdrag inzake Clustermunitie ondertekend. Op 1 augustus 2010 is het Clustermunitie Verdrag in werking getreden, een half jaar nadat dertig landen het hadden geratificeerd. Ondertussen hebben in totaal 49 landen het verdrag geratificeerd. Landen die het Verdrag sinds de inwerkingtreding hebben geratificeerd zijn Antigua en Barbuda, Bosnië en Herzegovina, Chili, Kaapverdië, Guatemala, Guinee-Bissau, Libanon, Monaco, Panama, Saint Vincent en de Grenadines en Tunesië.

Nederland heeft het Clustermunitie Verdrag nog niet geratificeerd. Op 30 juni 2010 heeft de Tweede Kamer unaniem voor ratificatie gestemd en het ligt nu ter ratificatie voor aan de Eerste Kamer. Plenaire behandeling in de Eerste Kamer staat geagendeerd voor 18 januari 2011. Als de Eerste Kamer het Verdrag goedkeurt, zal het Verdrag voor Nederland de eerste dag van de zesde maand nadat de akte van aanvaarding is gedeponeerd bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in werking treden.

Krachtens Artikel 21 van het Verdrag dienen partijstaten niet-partijstaten aan te sporen toe te treden tot het Verdrag. Waar mogelijk zal Nederland zich hier voor inzetten.

Eerste Statenpartijenbijeenkomst1

Van 9 tot en met 12 november vond de eerste bijeenkomst van statenpartijen bij het Clustermunitie Verdrag plaats in Vientiane, Laos. In Laos zijn tussen 1964 en 1973 miljoenen clusterbommen afgeworpen. Niet ontplofte restanten van clustermunitie vormen daar nog steeds een reëel en dagelijks gevaar voor de burgerbevolking.

Omdat Nederland het Verdrag nog niet heeft geratificeerd, nam het aan de bijeenkomst deel als waarnemer. De bijeenkomst werd gekenmerkt door een breed gedeelde wil om verdere stappen te zetten naar wereldwijde uitbanning van clustermunitie. De vele aanwezige vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, verenigd in de Cluster Munitie Coalitie (waartoe onder andere de Nederlandse organisatie IKV Pax Christi behoort), droegen daar actief aan bij. Verschillende niet-gouvernementeleorganisaties (ngo’s), zoals het Geneva International Centre for Humanitarian Demining (GICHD), de International Campaign to Ban Landmines (ICBL), Oxfam en Ban Advocates, organiseerden evenementen in Vientiane over het leed dat onontplofte clustermunitie decennia na beëindiging van gewapende conflicten onder de burgerbevolking blijft aanrichten.

De eerste bijeenkomst van verdragspartijen werd voorgezeten door de Laotiaanse vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Thongloun Sisoulith.

De interventie van de Europese Unie (EU) ging in op het belang van universalisering van het Verdrag, en de inzet van de EU om landen te helpen te voldoen aan de verdragsverplichtingen. Een groot deel van de overige interventies getuigde tevens van goede wil, blijvende betrokkenheid, nauwgezette naleving van de verdragsverplichtingen, eigen inspanningen en hulp aan getroffen landen. De Verenigde Staten, Rusland en Israel, die het Verdrag allen niet hebben ondertekend maar in het verleden wel clustermunitie hebben ingezet, waren niet vertegenwoordigd tijdens de bijeenkomst. China, dat het Verdrag evenmin heeft ondertekend, was wel vertegenwoordigd. China stelde waar mogelijk te willen samenwerken, maar dat redenen van nationale veiligheid het land verhinderden toe te treden tot het Verdrag.

Voorts werd plenair de implementatie van het verdrag besproken: de bevordering van universaliteit; opslag en vernietiging van voorraden; ruiming en vernietiging van resten van clustermunitie en risicobeperking; slachtofferhulp; internationale samenwerking en bijstand; rapportageformats; en nationale implementatie. De algemene teneur van de vele interventies was dat reeds veel is bereikt, maar dat er nog voldoende uitdagingen liggen. Het vernietigingsproces is complex en zeer kostbaar, en er is nog veel geld en expertise nodig om getroffen landen en bevolkingen te vrijwaren van onontplofte munitie. Nederland is reeds één van de grootste donoren op het gebied van ruiming van onontplofte oorlogsresten.

Aan het eind van de bijeenkomst werden de Vientiane Declaration en het Vientiane Action Plan aangenomen (zie bijlage). De Declaration betreft een politieke verklaring, waarin wordt gewezen op de schade die clustermunitie aanricht en het feit dat de wapens een dreiging vormen voor vrede, human security en ontwikkeling. Ook het belang van het Verdrag en het nakomen van de verdragsverplichtingen, zoals die met betrekking tot het ruimen van gebruikte clustermunitie, het vernietigen van voorraden clustermunitie en slachtofferhulp, worden in de Declaration benadrukt. Het Vientiane Action Plan is opgesteld met het doel het Clustermunitie Verdrag snel en effectief te implementeren. Het Action Plan geeft in 66 concrete stappen weer wat statenpartijen dienen te ondernemen om aan het Verdrag te voldoen.

Van 27 t/m 30 juni 2011 zal een intersessionele bijeenkomst worden gehouden in Genève. Tijdens deze bijeenkomst zal de tenuitvoerlegging van het Vientiane Action Plan worden besproken en zal de tweede statenpartijenbijeenkomst worden voorbereid. Deze tweede statenpartijenbijeenkomst zal plaatsvinden in Beiroet van 12 t/m 16 september 2011.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal


XNoot
1

Het verslag van de eerste bijeenkomst is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven