32 144 Herziening Wet arbeid vreemdelingen

Nr. 7 MOTIE VAN HET LID VAN HIJUM

Voorgesteld 22 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de minister voornemens is om de bewijslast voor de afgifte van een tewerkstellingsvergunning aan werkgevers te verzwaren en het aantal werkvergunningen wil terugbrengen tot «in de buurt van nul»;

overwegende, dat het voor werkgevers op grond van de Wet arbeid vreemdelingen mogelijk moet blijven om onder strikte en aangescherpte voorwaarden tijdelijk arbeidsmigranten in dienst te nemen voor vacatures die anders onvervuld blijven;

spreekt uit dat het geen doelstelling van beleid dient te zijn om het aantal tewerkstellingsvergunningen terug te brengen naar nul, maar om moeilijk vervulbare vacatures te kunnen blijven vervullen indien hiervoor geen prioriteitengenietend aanbod beschikbaar is;

verzoekt de regering om voor 1 september aan de Kamer een duidelijk toetsingskader voor te leggen op grond waarvan vergunningaanvragen van werkgevers door het UWV in de toekomst zullen worden getoetst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Hijum

Naar boven