Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2021
Op 12 februari 20211 berichtte ik uw Kamer over de instelling van de Commissie doorstroomvennootschappen
(hierna: de commissie) onder voorzitterschap van Bernard Ter Haar. De commissie is
vervolgens van start gegaan. Met deze brief informeer ik uw Kamer – na ruggespraak
met de voorzitter van de commissie – over de voortgang van de werkzaamheden van de
commissie.
Gezien de brede taakopdracht en de verscheidene deelonderwerpen die aan de commissie
zijn meegeven, gaat zij bij haar onderzoek uit van een ruime opvatting van het begrip
«doorstroomvennootschappen». De commissie wil het verschijnsel «doorstroomvennootschappen»
zo goed mogelijk in beeld krijgen gestaafd door cijfers en feiten. Daartoe verzamelt
zij momenteel de relevante gegevens.
De commissie heeft in dit kader onder meer gesproken met vertegenwoordigers en deskundigen
van verschillende belanghebbende partijen waaronder dienstverleners, adviseurs, het
bedrijfsleven, NGO’s, publieke partijen in het toezicht en uit de strafrechtketen
alsmede relevante partijen binnen de rijksoverheid. Hieruit komt onder meer het beeld
naar voren dat de redenen voor het oprichten van een zogenoemde doorstroomvennootschap
in Nederland gevarieerd zijn, en niet naar één concrete oorzaak te herleiden zijn.
Regelmatig wordt aandacht gevraagd voor het voor doorstroomvennootschappen gunstige
fiscale stelsel in Nederland. Om beter inzicht te krijgen hoe het Nederlandse stelsel
zich verhoudt tot dat in andere landen, heeft de commissie een extern onderzoek uitgezet
naar de relevante elementen in het belastingstelsel van enkele andere landen.
De commissie is er uiteraard van op de hoogte dat de Europese Commissie in haar mededeling
voor bedrijfsbelastingen in de 21e eeuw van 18 mei 2021 heeft aangekondigd om (richtlijn)voorstellen te doen ter bestrijding
van misbruik door brievenbusfirma’s. De commissie zal deze Europese ontwikkelingen
scherp in de gaten houden zodat beide trajecten zo goed mogelijk op elkaar aansluiten.
De commissie is momenteel volop bezig met haar werkzaamheden. Vanwege de omvang en
breedte van het onderwerp en de te beantwoorden vragen hoopt zij haar onderzoek kort
na het zomerreces af te ronden en haar rapport aan te bieden.
De beleidsopties uit het rapport kunnen vervolgens in de volgende kabinetsperiode
worden omgezet in beleid en wetgeving
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief