32 124 Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2010

Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2010

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft naar aanleiding van vragen van het lid Heijnen tijdens de behandeling van de Begroting van het ministerie BZK (d.d. 26 november 2009) toegezegd de belemmeringen bij het werven van 50+'ers in kaart te brengen en te bezien hoe deze weggenomen kunnen worden. Daarnaast zou de Minister overwegen wat er gedaan kan worden om te stimuleren dat meer mensen van 50 jaar en ouder een nieuwe functie aannemen in de publieke sector.

Ook zou de minister voor de Tweede Kamer aangeven welke mogelijkheden er zijn om klachten over leeftijdsdiscriminatie in te dienen, zie: Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 30–2771 en verder. In dit kader staat in de nota Arbeidsparticipatie Ouderen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 163, nr. 13) dat de Minister zal aangeven of de aard van de collectieve sector zodanig anders is dan de marktsector, dat aanvullende maatregelen nodig zijn, mede gezien de wens van het kabinet om de mobiliteit tussen de private en publieke sector te bevorderen.

Aan deze toezeggingen is op verschillende manieren gevolg gegeven.

  • De minister van BZK heeft, mede namens de minister van SZW en de minister van VWS, aan de Sociaal-Economische Raad (SER) advies gevraagd over de bevordering van arbeidsmobiliteit publieke en private sector. De SER was gevraagd voor de zomer te komen tot een rapportage, zodat het huidige kabinet nog een standpunt kon innemen. De verwachting is nu dat de SER zijn advies medio november 2010 zal uitbrengen.

  • De minister van SZW heeft – na overleg met mijn ambtenaren – u geïnformeerd over het aannamebeleid van de publieke sector (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 123 XV, nr. 48). Uit een SEO-onderzoek blijkt dat de kans dat ouderen in de publieke sector worden aangenomen twee groter is dan in marktsectoren. Dit SEO-onderzoek heeft onze Minister van BZK overigens per brief van 14 mei 2009 aan uw Kamer aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 701, nr. 15, bijlage)

  • In de brief van 17 februari 2010 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 124, nr. 7) is de minister ingegaan op het levensfasebewust personeelsbeleid dat overheidssectoren de afgelopen hebben ontwikkeld. In de brief wordt geconstateerd dat de overheidssectoren in overleg met de vakbonden goede stappen hebben gemaakt.

Voor wat betreft de klachten over leeftijdsdiscriminatie kan ik nog meedelen dat er veel mogelijkheden zijn waar een klacht of bezwaar (dan wel beroep) kan worden neergelegd. Ik noem achtereenvolgens de overheidswerkgever zelf, Postbus 51, de Nationale Ombudsman, de Commissie van Gelijke Behandeling, en de bestuursrechter. Een extra mogelijkheid om klachten te melden voegt daaraan weinig toe.

Er staat dus nog één toezegging open: het kabinet gaat naar aanleiding van het advies van de Sociaal-Economische Raad over de arbeidsmobiliteit van overheidspersoneel in de publieke sector nog bezien of er nog nadere maatregelen nodig zijn voor ouder personeel.

Ik kan in de huidige omstandigheden niet vooruitlopen op het dan vigerende kabinetsbeleid; dat is aan het nieuwe kabinet. Ik laat het daarom aan het nieuwe kabinet over u op de hoogte te stellen van zijn reactie op het SER-advies dat nu medio november 2010 staat gepland.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven