32 124 Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2010

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2010

De onderwijsbonden hebben op 19 mei jl. een open brief gestuurd waarin zij het kabinet vragen, nog voor de verkiezingen, duidelijkheid te geven over de loonruimte in het onderwijs. Tijdens het spoeddebat van 22 april jongstleden heeft de Kamer de motie-Azough c.s. (Kamerstuk 32 124, nr. 12) aangenomen, waarin het kabinet wordt verzocht onverkort het referentiemodel toe te passen.

Uit uw Kamer heeft het lid Dibi (GL) op 19 mei 2010 vragen gesteld aan de minister van Onderwijs en ondergetekende over het onverkort toepassen van het referentiemodel. Hij heeft verzocht deze vragen vóór het Verantwoordingsdebat aan de Kamer te sturen.

Het kabinet begrijpt de roep om duidelijkheid en zal uw Kamer gelijktijdig met het verzenden van de Voorjaarsnota 2010 informeren over hoe zij om zal gaan met de motie-Azough c.s. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota kan het kabinet de complete budgettaire besluitvorming voor 2010 in samenhang presenteren. Nu is dat niet mogelijk. De Voorjaarsnota zal zeer binnenkort, eind mei, aan uw Kamer worden gezonden.

Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven