32 123 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010

nr. 73
MOTIE VAN HET LID VAN DER VLIES C.S.

Voorgesteld 11 november 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat mensen die in aanmerking komen voor een palliatieve zorgindicatie voor het merendeel oncologische patiënten zijn, omdat daarvan door middel van onderzoek en registratie al een heel nauwkeurige levensduurverwachting te voorspellen is;

constaterende, dat mensen die als gevolg van ouderdom, in combinatie met hartfalen, COPD, neurologische aandoeningen of het dementeringsproces een zeer beperkte levensverwachting hebben, op dit moment vaak niet in aanmerking komen voor een palliatieve zorgindicatie omdat het heel lastig is vast te stellen wat de levensduurverwachting is;

verzoekt de regering te onderzoeken:

– welke criteria van belang zijn voor de indicatiestelling bij de genoemde ziektebeelden om de omslag te duiden van het moment waarop de palliatieve fase intreedt;

– welke instrumenten ingezet kunnen worden om het ziekteverloop en het moment van overlijden nauwkeurig in kaart te brengen, zodat toekomstig palliatief beleid voor mensen met genoemde ziektebeelden daarop kan worden afgestemd;

verzoekt de regering voorts de Kamer voor 1 juli 2010 te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek, en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Vlies

Smilde

Leijten

Agema

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Van Miltenburg

Wolbert

Naar boven