Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2010
De ministers van Buitenlandse Zaken van de OVSE kwamen op 16–17 juli jl. informeel in Almaty bijeen. Graag bericht ik u over
de uitkomsten.
De informele Ministeriële Raad van de OVSE stond in het teken van de toekomst van veiligheid in Europa, in het bijzonder het
Korfoe-proces, de veiligheidsdialoog waartoe de informele Ministeriële Raad in Korfoe (2009) heeft besloten. Tot op heden
heeft dit Korfoe-proces vooral het karakter van een informele uitwisseling van ideeën en standpunten.
De Ministeriële Raad bleek tevreden over de resultaten die de afgelopen tijd in het kader van het Korfoe-proces zijn behaald.
Tegelijk was er brede overeenstemming dat het Korfoe-proces de grenzen van zijn mogelijkheden nog niet heeft bereikt. De OVSE-ministers
achtten de tijd rijp concrete stappen te zetten om bestaande meningsverschillen tussen OVSE-staten op het gebied van veiligheid
te overbruggen. Daarom stemde de Ministeriële Raad in met het initiatief van het Kazachstaanse OVSE-voorzitterschap voor een
OVSE-top. Ook het Kazachstaanse voorstel voor een actieplan, in het kader van het Korfoe-proces, kreeg veel bijval. De top
wordt gezien als een manier om de veiligheidsdialoog in Europa een impuls te geven en op een hoger plan te tillen. De OVSE-top
zal plaatsvinden op 1 en 2 december a.s. te Astana.
Voorafgaand aan de informele OVSE-ministeriële heeft Nederland zijn instemming met een OVSE-top afhankelijk gemaakt van de
inhoud ervan. In de loop van de maanden is gebleken dat het Korfoe-proces in alle dimensies van de OVSE tot hernieuwde dynamiek
heeft geleid. Hoewel de precieze agenda van de top en de inhoud van het actieplan nog niet bekend is, spannen veel andere
OVSE-staten, waaronder Nederland en andere EU-listaten, zich in om op de top te spreken over wapenbeheersing, conflictmanagement
en de menselijke dimensie van de OVSE.
Het is in het belang van alle OVSE-staten dat de nieuwe dynamiek zich vertaalt in concrete resultaten. Een OVSE-top kan daarvoor
zorgen. Aldus kan een OVSE-top de fundamenten leggen voor meer vertrouwen tussen OVSE-staten. Daarom heeft ook Nederland zijn
zegen gegeven aan dit Kazachstaanse voorstel.
In de aanloop naar de OVSE-top is het in mijn ogen noodzakelijk duidelijke prioriteiten te stellen. Willen de besprekingen
in de OVSE succesvol zijn, dan doet de OVSE er goed aan haar inspanningen in eerste instantie te richten op een beperkt aantal
problemen. In de aanloop naar de informele Ministeriele Raad hebben wij daarom in EU-verband besloten dat de OVSE zich eerst
en vooral moet richten op dringende problemen zoals (i) conflictpreventie en -beheersing alsmede het vinden van een oplossing
voor de bevroren conflicten, (ii) wapenbeheersing, (iii) de implementatie van OVSE-verplichtingen op het gebied van de menselijke
dimensie en (iv) grensoverschrijdende bedreigingen. Met mijn EU-collega’s zal ik mij in de aanloop naar de top daarvoor blijven
inzetten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen