Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2010
Hierbij informeren wij u over de motie-Van Bommel (Kamerstuk 32 123-V nr. 52). Met deze motie heeft de Kamer de regering verzocht te komen tot een diplomatiek initiatief met als doel een internationaal
moratorium op het gebruik van munitie met zware metalen en munitie met verarmd uranium. De motie verwijst daarbij naar het
rapport van de commissie-Goldstone over het Israëlische militair optreden in Gaza tussen 27 december 2008 en 18 januari 2009.
Dit rapport roept de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op tot een discussie over de toekomstige legaliteit van
bepaalde soorten munitie, en roept de Israëlische regering op tot het afkondigen van een moratorium hierop.
Het gebruik van bepaalde metalen of metaallegeringen in munitie is noodzakelijk voor de effectiviteit ervan. Bedrijven die
munitie produceren, onderzoeken welke metalen of metaallegeringen hiervoor het meest geschikt zijn. De invloed van blootstelling
aan deze metalen of metaallegeringen op de gezondheid wordt door diverse onderzoeksinstellingen onderzocht, onder meer door
TNO Defensie en Veiligheid. Het Nederlandse Ministerie van Defensie volgt de onderzoeken over gezondheidseffecten van bestanddelen
van munitie en van de daarin toegepaste metalen en metaallegeringen. Als daar aanleiding voor is, wordt waar mogelijk aanvullend
onderzoek gedaan.
Overigens is er geen consensus over de definitie van een zwaar metaal in de wetenschap. De reikwijdte van de motie is daarom
onbepaald en zou een zeer groot deel van de munitievoorraad van alle moderne krijgsmachten kunnen omvatten.
Over het gebruik van verarmd uranium bent u uitgebreid geïnformeerd met de brieven van de Staatssecretaris van Defensie van
10 juni 2009 (Kamerstuk 31 700-X nr. 121), 16 maart 2009 (Kamerstuk 31 700-X nr. 97) en 28 april 2008 (Kamerstuk 31 200-X nr. 119), en met de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken van 22 december 2008 (Kamerstuk 26 150 nr. 65) en 11 december 2007 (Kamerstuk 31 200-X nr. 77). Het rapport van de commissie-Goldstone gaat overigens niet in op de eventuele gezondheidseffecten van verarmd uranium.
De huidige kennis van de gezondheidseffecten van metalen en metaallegeringen op lange termijn biedt onvoldoende aanleiding
voor een internationaal moratorium. Omdat bepaalde metalen of metaallegeringen noodzakelijk zijn voor de effectiviteit van
de munitie is een dergelijk moratorium bovendien niet wenselijk. Bovendien acht de regering een moratorium met brede reikwijdte
in internationaal verband gezien de standpunten van diverse landen in het verleden niet realistisch. De regering blijft een
voorstander van verder onderzoek. Indien uit onderzoek blijkt dat bepaalde metalen of metaallegeringen in munitie ernstige
gezondheidseffecten tot gevolg hebben, zal zo mogelijk voor alternatieve munitie worden gekozen. De internationale ontwikkelingen
op dit gebied blijft de regering nauwgezet volgen.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen