nr. 1
BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2009
De commissie voor de Rijksuitgaven evalueert jaarlijks de behandeling
van de verantwoordingsstukken in de Kamer. Bijgaand treft u de evaluatie aan1 van de behandeling van de verantwoordingsstukken over
het jaar 2008. In deze brief zet de commissie voor de Rijksuitgaven de belangrijkste
bevindingen, conclusies en aanbevelingen op een rij.
Bevindingen
De commissie voor de Rijksuitgaven ziet vooruitgang bij de behandeling
van de jaarverslagen over 2008. De verbeteringen die vorig jaar zijn ingevoerd,
zoals een volwaardig verantwoordingsdebat tussen alle fractievoorzitters en
de minister-president en de minister van Financiën daags na de derde
woensdag in mei (Verantwoordingsdag) en het opstellen van een verantwoordingsbrief
door het kabinet, hebben ook dit jaar hun nut weer bewezen. Zo viel het de
commissie op dat er een stevig verantwoordingsdebat is gevoerd over verschillende
politiek relevante en actuele onderwerpen en dat Verantwoordingsdag op veel
aandacht van de media kon rekenen. Nieuw dit jaar was de expliciete aandacht
voor dechargeverlening. Vanuit het oogpunt van de controlerende taak van de
Kamer is dechargeverlening van groot belang en deze is in het afgelopen jaar
in de praktijk ook waardevol gebleken.
Vastgesteld kan worden dat de behandeling van de verantwoordingstukken
zowel qua procedure als in termen van politiek gewicht, steeds meer op gelijke
voet komt te staan met de begrotingsbehandeling. De behandeling van de jaarverslagen
in de commissies mochten wederom op de nodige belangstelling rekenen, al er
is wel een lichte daling te zien in de opkomst tijdens de wetgevingsoverleggen
en het gebruik van rapporteurs. Wel bleek, evenals vorig jaar, dat in de commissies
waar gebruik werd gemaakt van een rapporteur, over het geheel genomen meer
en een gestructureerde aandacht was voor de kwaliteit van het jaarverslag.
De commissie voor de Rijksuitgaven signaleert op grond van de evaluatie
dat er niettemin nog verbeterpunten zijn:
– de effecten en kosten van beleid zijn nog steeds niet inzichtelijk;
– de kabinetsdoelstellingen zijn nog steeds niet afrekenbaar;
– hoewel er wel meer jaarverslagen zijn met beleidsconclusies, zijn
veel beleidsconclusies nog vaag of oppervlakkig geformuleerd;
– het experiment Verbetering verantwoording en
begroting blijkt nog niet de gewenste uitwerking te hebben;
– de voorlichting rondom dechargeverlening verbeterd kan worden.
Conclusies en aanbevelingen
Op basis van de evaluatie en gegeven de hiervoor genoemde bevindingen
wil de commissie voor de Rijksuitgaven de volgende punten onder de aandacht
van de Kamer en de vaste commissies brengen.
1. Huidige opzet van het verantwoordingsproces consolideren
De opzet van het verantwoordingsproces kwam dit jaar overeen met het proces
van vorig jaar. De commissie voor de Rijksuitgaven pleit ervoor om deze opzet
te handhaven.
2. Meer politieke focus in de verantwoordingsstukken
Het kabinet heeft ook dit jaar verschillende toezeggingen gedaan (zowel
in het plenaire verantwoordingsdebat als in de commissiegewijze behandeling)
om volgend jaar te komen tot verbeteringen op het vlak van de afrekenbaarheid
van het beleidsprogramma. De motie-Pechtold en de reactie van het kabinet
hierop lijken een goede aanzet te bieden om de controleerbaarheid van de kabinetsdoelstellingen
te verbeteren. Het is zaak dat de Kamer, respectievelijk de desbetreffende
vaste commissie, daar volgend jaar scherp op zullen toezien.
Een andere aanzet om de inhoud van de verantwoordingsdebatten meer scherpte
te geven is de suggestie om het verantwoordingsdebat in 2010 nog meer te focussen
op een beperkt aantal thema’s. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft
het voornemen om in september 2009 een voorstel voor te selecteren thema’s
aan de Kamer voor te leggen.
3. Nieuwe invulling van déchargeverlening
continueren
De nieuwe invulling van dechargeverlening is in het afgelopen jaar in
de praktijk waardevol gebleken. Wel blijkt dat er sprake was van enige onwennigheid
met het fenomeen dechargeverlening en dat er sprake was van variëteit
in de wijze waarop de commissies hieraan invulling hebben gegeven. Een belangrijk
aandachtspunt dat de commissie voor de Rijksuitgaven zelf ter hand zal nemen
is een verdere verbetering van de voorlichting aan de vaste en algemene commissies,
gericht op een eenduidigere aanpak.
De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Aptroot
De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Groen