32 057
Evaluatie verantwoordingsstukken 2008

nr. 1
BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2009

De commissie voor de Rijksuitgaven evalueert jaarlijks de behandeling van de verantwoordingsstukken in de Kamer. Bijgaand treft u de evaluatie aan1 van de behandeling van de verantwoordingsstukken over het jaar 2008. In deze brief zet de commissie voor de Rijksuitgaven de belangrijkste bevindingen, conclusies en aanbevelingen op een rij.

Bevindingen

De commissie voor de Rijksuitgaven ziet vooruitgang bij de behandeling van de jaarverslagen over 2008. De verbeteringen die vorig jaar zijn ingevoerd, zoals een volwaardig verantwoordingsdebat tussen alle fractievoorzitters en de minister-president en de minister van Financiën daags na de derde woensdag in mei (Verantwoordingsdag) en het opstellen van een verantwoordingsbrief door het kabinet, hebben ook dit jaar hun nut weer bewezen. Zo viel het de commissie op dat er een stevig verantwoordingsdebat is gevoerd over verschillende politiek relevante en actuele onderwerpen en dat Verantwoordingsdag op veel aandacht van de media kon rekenen. Nieuw dit jaar was de expliciete aandacht voor dechargeverlening. Vanuit het oogpunt van de controlerende taak van de Kamer is dechargeverlening van groot belang en deze is in het afgelopen jaar in de praktijk ook waardevol gebleken.

Vastgesteld kan worden dat de behandeling van de verantwoordingstukken zowel qua procedure als in termen van politiek gewicht, steeds meer op gelijke voet komt te staan met de begrotingsbehandeling. De behandeling van de jaarverslagen in de commissies mochten wederom op de nodige belangstelling rekenen, al er is wel een lichte daling te zien in de opkomst tijdens de wetgevingsoverleggen en het gebruik van rapporteurs. Wel bleek, evenals vorig jaar, dat in de commissies waar gebruik werd gemaakt van een rapporteur, over het geheel genomen meer en een gestructureerde aandacht was voor de kwaliteit van het jaarverslag.

De commissie voor de Rijksuitgaven signaleert op grond van de evaluatie dat er niettemin nog verbeterpunten zijn:

– de effecten en kosten van beleid zijn nog steeds niet inzichtelijk;

– de kabinetsdoelstellingen zijn nog steeds niet afrekenbaar;

– hoewel er wel meer jaarverslagen zijn met beleidsconclusies, zijn veel beleidsconclusies nog vaag of oppervlakkig geformuleerd;

– het experiment Verbetering verantwoording en begroting blijkt nog niet de gewenste uitwerking te hebben;

– de voorlichting rondom dechargeverlening verbeterd kan worden.

Conclusies en aanbevelingen

Op basis van de evaluatie en gegeven de hiervoor genoemde bevindingen wil de commissie voor de Rijksuitgaven de volgende punten onder de aandacht van de Kamer en de vaste commissies brengen.

1. Huidige opzet van het verantwoordingsproces consolideren

De opzet van het verantwoordingsproces kwam dit jaar overeen met het proces van vorig jaar. De commissie voor de Rijksuitgaven pleit ervoor om deze opzet te handhaven.

2. Meer politieke focus in de verantwoordingsstukken

Het kabinet heeft ook dit jaar verschillende toezeggingen gedaan (zowel in het plenaire verantwoordingsdebat als in de commissiegewijze behandeling) om volgend jaar te komen tot verbeteringen op het vlak van de afrekenbaarheid van het beleidsprogramma. De motie-Pechtold en de reactie van het kabinet hierop lijken een goede aanzet te bieden om de controleerbaarheid van de kabinetsdoelstellingen te verbeteren. Het is zaak dat de Kamer, respectievelijk de desbetreffende vaste commissie, daar volgend jaar scherp op zullen toezien.

Een andere aanzet om de inhoud van de verantwoordingsdebatten meer scherpte te geven is de suggestie om het verantwoordingsdebat in 2010 nog meer te focussen op een beperkt aantal thema’s. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft het voornemen om in september 2009 een voorstel voor te selecteren thema’s aan de Kamer voor te leggen.

3. Nieuwe invulling van déchargeverlening continueren

De nieuwe invulling van dechargeverlening is in het afgelopen jaar in de praktijk waardevol gebleken. Wel blijkt dat er sprake was van enige onwennigheid met het fenomeen dechargeverlening en dat er sprake was van variëteit in de wijze waarop de commissies hieraan invulling hebben gegeven. Een belangrijk aandachtspunt dat de commissie voor de Rijksuitgaven zelf ter hand zal nemen is een verdere verbetering van de voorlichting aan de vaste en algemene commissies, gericht op een eenduidigere aanpak.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Aptroot

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven