32 048
Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2011 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 juli 2009 en het nader rapport d.d. 27 augustus 2009, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 24 juni 2009, no. 09.001687, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2011 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd, met memorie van toelichting.

Dit wetsvoorstel geeft een regeling inzake de verlenging van de zittingsduur van de gemeenteraden van alle gemeenten waarin per 1 januari 2011 een herindeling wordt beoogd.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij een kanttekening met betrekking tot het mogelijk opnemen van deze regeling in de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi).

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 24 juni 2009, nr. 09.001687, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake bovenvermeld voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juli 2009, No. WO4.09.0206/I, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft u in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het advies aandacht is geschonken.

1. In afwijking van eerdere wetten, die steeds per geval strekten tot verlenging van de zittingsduur, bevat dit wetsvoorstel een aanpak in de richting van een meer algemene regeling tot het niet houden van de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in gemeenten waarvoor gemeentelijke herindeling wordt beoogd op een datum korte tijd na die verkiezingen.

De Raad onderkent de voordelen van een dergelijke gebundelde en daarmee meer algemene aanpak. Hij wijst in dit verband echter op de Wet Arhi. In die wet is geregeld en op welke wijze het initiatief tot een herindeling kan nemen en welke procedureregels hierbij in acht moeten worden genomen. Ook is in die wet een hoofdstuk opgenomen over de tussentijdse verkiezingen voorafgaand aan een gemeentelijke herindeling.2 In aansluiting daarop zou het denkbaar zijn dat in de Wet Arhi ook een algemene regeling inzake de verlenging van de zittingsduur wordt opgenomen. Op die manier zou kunnen worden voorkomen dat iedere vier jaar een daartoe strekkend nieuw wetsvoorstel met een aanpak als die van het onderhavige moet worden voorbereid en ingediend. De toelichting maakt niet duidelijk waarom is afgezien van aanpassing van de Wet Arhi en is gekozen voor het onderhavige voorstel, dat in feite een tussenstap is tussen de tot nu toe gevolgde aanpak per geval en een algemene regeling.

De Raad adviseert de toelichting aan te vullen.

1. Bij de voorbereiding van het wetsvoorstel heeft voorop gestaan dat een gebundelde aanpak ten aanzien van parallel lopende herindelingsprocedures efficiency winst oplevert, omdat met één wet tot verlenging van de zittingsduur van de gemeenteraden van de betrokken gemeenten kan worden volstaan. Een algemene regeling in de Wet Arhi leek, op het moment dat dit voornemen ontstond, een stap te ver omdat een wijziging van de Wet Arhi naar verwachting meer tijd zou vergen waardoor de voortgang van de herindelingsvoorstellen onder druk zou kunnen komen te staan. De regering is met de Raad van mening dat een algemene regeling in de Wet Arhi te verkiezen is boven de nu gevolgde gebundelde aanpak. Het ligt dan ook in het voornemen van de regering om daarin te voorzien. De memorie van toelichting is aangevuld.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn overgenomen.

3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het wetsvoorstel aan artikel 1, onderdeel b, de gemeente Maarssen toe te voegen, vanwege het onderzoek van deze gemeente om deel te nemen aan een alternatief voor de samenvoeging van Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen (31 840). In het wetsvoorstel dat naar de Raad van State gezonden is, werd al de mogelijkheid opengelaten dat de verlenging van de zittingsduur ook voor de gemeente Maarssen zou kunnen gelden wanneer deze gemeente aan het wetsvoorstel zou worden toegevoegd. Voor de gemeente Maarssen gaf dit teveel onzekerheid in de aanloop naar de verkiezingen. Daarop heeft de gemeente Maarssen een verzoek ingediend om de verkiezingen uit te stellen, ongeacht het antwoord op de vraag of de gemeente betrokken wordt bij de herindeling.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. van Dijk

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W04.09.0206/I met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In de aanhef «zittingstuur» vervangen door: zittingsduur.

– In artikel 1 de aanduiding «1» voor de eerste volzin laten vervallen, aangezien dit artikel geen meerdere leden heeft.

– In artikel 1 «een herindelingsgemeente» wijzigen in: herindelingsgemeente.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Hoofdstuk VII Verkiezing vertegenwoordigend lichaam. Zo wordt in artikel 55, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling bepaald dat de kandidaatstelling en de eventuele stemming geschieden op de dagen, door gedeputeerde staten met inachtneming van artikel J1 van de Kieswet te bepalen, met dien verstande dat de stemming voor de datum van herindeling plaatsvindt.

Naar boven