32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft verzocht om een overzicht van terugstortingen van pensioenfondsen, conform de motie Omtzigt c.s.1 Deze motie vraagt een gedetailleerd overzicht te verstrekken van alle terugstortingen van pensioenfondsen aan hun sponsor in de periode 1985–2005.

Kortheidshalve verwijs ik naar mijn brief van 27 juni jl. waarin ik een reactie geef op deze motie2. U heeft deze brief geagendeerd voor het algemeen overleg over pensioenonderwerpen op 16 november a.s.

In genoemde brief wijs ik op de wettelijke verplichting voor de toezichthouder (i.c. DNB) tot geheimhouding van informatie over individuele pensioenfondsen die in het kader van de toezichtstaak is verkregen. Een overzicht van het aantal pensioenfondsen dat in bovengenoemde periode middelen aan de sponsor heeft teruggestort, valt niet onder deze geheimhoudingsplicht. Om praktische redenen is het echter niet mogelijk een dergelijk overzicht op te stellen. De Pensioen- en Verzekeringskamer, die tot 2004 toezicht hield op pensioenfondsen, hield geen aparte registratie bij van bij- en terugstortingen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

Kamerstukken II 2010–2011, 32 043, nr. 40.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010–2011, 32 043, nr. 63.

Naar boven